22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 2020 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 november 2015

Tijdens het Algemeen Overleg betere regelgeving heb ik uw commissie Europese Zaken toegezegd schriftelijk te reageren op de vraag van de Lid Verhoeven (D’66) over de wijze waarop in toekomstige EU wetgeving gebruik kan worden gemaakt van horizonbepalingen die de uiterste houdbaarheid van de wetgeving aangeven. Met deze brief kom ik aan deze toezegging tegemoet.

In het voorstel voor het interinstitutioneel akkoord (IIA) betere regelgeving, dat de Commissie op 19 mei 2015 heeft gepresenteerd, wordt voorzien in de mogelijkheid vaker gebruik te maken van horizonbepalingen. In paragraaf 19 van het voorstel voor het IIA wordt er concreet naar verwezen: «In gevallen waarin wetgeving slechts voor een welbepaalde periode van toepassing moet zijn, worden vervalbepalingen gebruikt».

Het kabinet beoordeelt het gebruik van horizonbepalingen, net als het systematisch gebruik van evaluatiemechanismen, als positief en heeft zich daarvoor in Raadsverband uitgesproken. In de Raad bestaat daarvoor eveneens steun. Naar verwachting zal het gebruik van evaluatiemechanismen en horizonbepalingen in de onderhandelingen tussen de Commissie, het Europees parlement en de Raad niet als controversieel worden aangemerkt.

Het is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de Commissie horizonbepalingen in wetsvoorstellen op te nemen en aan de medewetgevers hierop toe te zien. Daarbij is overigens van belang dat geen extra regeldruk wordt gecreëerd door onnodige horizonbepalingen op te nemen. In het geval dat nog geen duidelijkheid bestaat of de regelgeving slechts voor een bepaalde periode dient te gelden, zou de noodzaak om telkens nieuwe regelgeving te creëren ter vervanging van de automatisch vervallen oude regeling immers juist tot extra regeldruk kunnen leiden.

Wanneer een horizonbepaling ontbreekt, en wetgeving verouderd is, moet de Commissie wetgeving intrekken om het acquis op te schonen. In het Commissie Werkprogramma 2016 doet de Commissie daartoe 28 voorstellen (in bijbehorende Bijlage V), waarbij in bepaalde gevallen het automatisch vervallen van die regelingen door het opnemen van een horizonbepaling op zijn plaats zou zijn geweest. Dit illustreert het belang van het opnemen van horizonbepalingen in wetgeving als onderdeel van de agenda voor betere regelgeving.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Naar boven