22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1946 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 maart 2015

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij twee fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Wijziging verordening bepaalde vangstmogelijkheden zeebaars

Fiche 2: Wijziging verordening betreffende de handel in zeehondenproducten (Kamerstuk 22 112, nr. 1947)

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Fiche: Wijziging verordening bepaalde vangstmogelijkheden zeebaars

1. Algemene gegevens

  • a) Titel voorstel

    Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EU) 2015/104 met betrekking tot bepaalde vangstmogelijkheden voor zeebaars

  • b) Datum ontvangst Commissiedocument

    29 januari 2015

  • c) Nr. Commissiedocument

    COM (2015) 41

  • d) Eur-lex

    n.v.t.

  • e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

    n.v.t.

  • f) Behandelingstraject Raad

    Landbouw en Visserijraad

  • g) Eerstverantwoordelijk ministerie

    Ministerie van Economische Zaken

  • h) Rechtsbasis

    Artikel 43, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

  • i) Besluitvormingsprocedure Raad

    Gekwalificeerde meerderheid van de Raad.

  • j) Rol Europees parlement

    Het Europees parlement is niet betrokken.

2. Essentie voorstel

  • a) Inhoud voorstel:

    Het zeebaarsbestand in de Noordwestelijke wateren verkeert volgens de wetenschappelijke adviezen van de International Council for the Exploration of the Sea (ICES) en de Wetenschappelijke, Technische en Economische Adviesraad over Visserij van de Commissie (STECF) in een deplorabele staat. Maatregelen zijn dringend nodig om het bestand zich te laten herstellen. De Europese Commissie is daarom bezig met de uitrol van een pakket van maatregelen voor zowel de commerciële als de recreatieve zeebaarsvisserij.

    Onderhavig voorstel betreft een aanpassing van de verordening waarin de vangstmogelijkheden in 2015 met betrekking tot zeebaars zijn neergelegd; de «TAC (Totaal Toegestane Vangsten) en quota verordening». Deze verordening zou onder meer voorzien in de invoering van een Europese bag limit (een vangstlimiet) voor recreatieve vissers. Eind 2014 is in de Raad daarover geen akkoord bereikt. In onderhavig voorstel wordt deze bag limit alsnog geregeld middels het verbod dat recreatieve vissers niet meer dan 3 zeebaarzen bij zich mogen hebben.

  • b) Impact assessment Commissie

    n.v.t.

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

  • a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

    Nederland acht maatregelen voor de bescherming van de zeebaars noodzakelijk. Nederland is in het algemeen van mening dat maatregelen gebaseerd moeten zijn op het creëren van een gelijk speelveld tussen lidstaten, effectief en handhaafbaar moeten zijn, op korte termijn de verdere achteruitgang van visbestanden moeten stoppen en op middellange termijn moeten bijdragen aan herstel conform de doelstellingen van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid. Nederland wil met de Europese Commissie en betrokken lidstaten actief bijdragen aan een herstel op de middellange termijn, werken aan een lange termijn duurzaamheid van het visbestand als ook een economisch perspectief bieden voor de visserij. Zowel de recreatieve visserij als de commerciële visserij moet daaraan bijdragen.

  • b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

    Nederland kan instemmen met een bag limit van 2 of 3 stuks. Onderzoeksinstituut IMARES schat in dat een vangstbeperking van 3 stuks voor recreatieve vissers overeenkomt met een reductie van 25% van de aanlandingen van zeebaars. Daarmee levert de recreatieve sector een substantiële bijdrage aan het beperken van de vangsten. Bovendien is het treffen van maatregelen op korte termijn noodzakelijk om strengere nationale noodmaatregelen te voorkomen. Ten behoeve van een effectieve controle acht Nederland het noodzakelijk dat de tekst van onderhavig voorstel wordt aangescherpt zodat iedere visser niet meer dan 3 zeebaarzen bij zich mag hebben, tenzij afkomstig van een commercieel vissersvaartuig. Hiermee wordt een situatie voorkomen waarbij het onmogelijk is aan te tonen of iemand zelf de 3 zeebaarzen gevist heeft.

  • c) Eerste inschatting van krachtenveld

    In december 2014 is er in de Raad geen overeenstemming bereikt over het toen voorliggende pakket (met een bag limit van 2). Lidstaten met het grootste belang hebben hun steun voor het onderhavige voorstel (met een bag limit van 3) al toegezegd.

4. Beoordeling bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit

  • a) Bevoegdheid: De Europese Unie is bevoegd om op grond van artikel 43 lid 3 VWEU (exclusieve bevoegdheid). De aanpak is overeenkomstig artikel 55 van de EU controle verordening (1224/2009) hetgeen de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen.

  • b) Subsidiariteit: Niet van toepassing. Het voorstel valt onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder d), van het VWEU.

  • c) Proportionaliteit: Het kabinet beoordeelt de proportionaliteit als positief. Het treffen van maatregelen op korte termijn is noodzakelijk om strengere nationale noodmaatregelen te voorkomen. De maatregelen dragen daarnaast bij aan het doel van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid om te zorgen voor een vanuit economisch, ecologisch en sociaal oogpunt duurzame exploitatie van de visbestanden.

  • d) Nederlands oordeel over de voorstellen op het gebied van gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen: N.v.t.

5. Financiële implicaties, gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

  • a) Consequenties EU-begroting: Geen.

  • b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale overheden: Nederland kent al een nationale bag limit van 20 kg of 25 stuks voor kabeljauw en zeebaars. Er moet worden bezien welke financiële consequenties de aanscherping heeft voor controle en handhaving. Voor deze eventuele toekomstige financiële gevolgen geldt dat deze dienen te worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels voor de budgetdiscipline.

  • c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger: Het betreft hier de recreatieve visserij, dus de facto heeft het voorstel geen directe consequenties voor de verkoop. Het leeuwendeel van de recreatieve vissers op zee neemt immers geen zeebaars mee, maar gooit deze weer terug. Een impact op de zogenaamde charter boten, waarmee doorgaans per deelnemer meer zeebaars wordt gevangen en aangeland, valt niet uit te sluiten. Verwacht wordt dat deze impact beperkt zal zijn.

  • d) Gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden: Gemeentes die momenteel ontheffingen verlenen voor de recreatieve visserij met «staand want» vanaf het strand, zullen hun bestaande voorwaarden moeten aanscherpen en de bag limit hierin moeten opnemen.

  • e) Gevolgen voor Bedrijfsleven en burger: Geen

  • f) Gevolgen voor concurrentiekracht: Geen

6. Implicaties juridisch

  • a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid (inclusief toepassing van de lex silencio positivo): Het geldende nationale voorschrift, waarin een bag limit voor kabeljauw en zeebaars voor de recreatieve visserij van 20 kg of 25 stuks was opgenomen, moet door middel van een wijzigingsregeling aangescherpt worden aan het in de verordening gestelde maximum van 3 zeebaarzen.

  • b) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen, incl. NL-beoordeling daarvan: N.v.t.

  • c) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en besluiten) met commentaar t.a.v. haalbaarheid: 7e dag na bekendmaking in het publicatieblad

  • d) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling: Geen

7. Implicaties voor uitvoering en handhaving

Nederland kent al een nationale bag limit van 20 kg of 25 stuks voor kabeljauw en zeebaars voor de recreatieve visserij. Deze was echter ingesteld met een ander doel: namelijk om te voorkomen dat commerciële visserij plaatsvindt onder het mom van recreatieve visserij. Recreatieve vissers mogen alleen vis voor eigen gebruik meenemen. Er moet worden bezien welke consequenties deze aanscherping heeft voor controle en handhaving.

8. Implicaties voor ontwikkelingslanden

Er zijn geen consequenties voor ontwikkelingslanden.

Naar boven