22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1914 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 september 2014

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij zes fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Mededeling bescherming en handhaving van intellectuele eigendomsrechten in derde landen (Kamerstuk 22 112, nr. 1911)

Fiche 2: Mededeling EU-actieplan Handhaving intellectuele eigendomsrechten (Kamerstuk 22 112, nr. 1912)

Fiche 3: Richtlijn uitwisseling informatie verkeersovertredingen (Kamerstuk 22 112, nr. 1913)

Fiche 4: Mededeling «Naar een geïntegreerde aanpak van cultureel erfgoed voor Europa»

Fiche 5: Mededeling EU-strategie en Actieplan Douanerisicobeheer (Kamerstuk 22 112, nr. 1915)

Fiche 6: Aanbeveling online kansspelen (Kamerstuk 22 112, nr. 1916)

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Fiche: Mededeling «Naar een geïntegreerde aanpak van cultureel erfgoed voor Europa»

1. Algemene gegevens

  • a) Titel voorstel

    Mededeling van de Commissie aan het Europees parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s

    «Naar een geïntegreerde aanpak van cultureel erfgoed voor Europa»

  • b) Datum ontvangst Commissiedocument

    22 juli 2014

  • c) Nr. Commissie document

    COM(2014) 477

  • e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

    Niet opgesteld

  • f) Behandelingstraject Raad

    Naar verwachting OJCS-Raad.

  • g) Eerstverantwoordelijk ministerie

    Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2. Essentie voorstel

Het hoofddoel van de mededeling is om de EU, lidstaten en belanghebbenden gezamenlijk te laten komen tot een meer geïntegreerde aanpak voor een duurzaam erfgoedgebruik en -behoud in Europa. Dit doel wordt uitgewerkt in een zogeheten mapping 1, die tegelijkertijd met de nu voorliggende mededeling is verschenen maar er geen onderdeel van uitmaakt. In de mededeling wordt geen wet- of regelgeving aangekondigd.

De mededeling is de uitkomst van een dialoog tussen lidstaten en de Commissie over cultureel erfgoed in Europa. Die dialoog ging onder meer over de erfgoedsector als een sector in verandering, over kansen en bedreigingen en over erfgoed als bron voor innovatie voor een slimme, duurzame en inclusieve groei. Ook is de mededeling een antwoord op het verzoek van de Raad om «voort te gaan met de analyse van het economische en sociale effect van het culturele erfgoed in Europa en bij te dragen aan de ontwikkeling van een strategische aanpak voor cultureel erfgoed».2

De mededeling geeft een overzicht van de beschikbare kennis over de economische en sociale impact van cultureel erfgoed. Toegelicht wordt hoe beter cijfermateriaal wordt ontwikkeld om deze impact verder te kunnen staven. De uitdagingen en kansen voor de erfgoedsector worden onderzocht, zowel in de Europese agenda voor cultuur als op andere Europese beleidsterreinen.

De mededeling geeft voorts een overzicht van de beschikbare hulpmiddelen op EU-niveau die, als aanvulling op nationale en regionale programma’s, bijdragen aan het beschermen en vergroten van de intrinsieke en sociale waarde van erfgoed. Daarbij benadrukt de Commissie dat investeringen in deze sector bijdragen aan economisch groei en werkgelegenheid. Ook biedt de erfgoedsector mogelijkheden voor publieksdiplomatie in de externe betrekkingen van de EU b.v. door aandacht voor de bestrijding van de illegale handel in cultuurgoederen in de samenwerking met Afrika. De mededeling beschrijft verder de bestaande maatregelen om beleidssamenwerking op verschillende niveaus te versterken, en de projecten die worden ontwikkeld ter ondersteuning van nieuwe modellen van erfgoedbeheer. Ten slotte roept de mededeling, als gezegd, op tot een meer geïntegreerde, gezamenlijke aanpak van erfgoed in Europa.

De hiervoor genoemde mapping van beleid, programma’s en activiteiten van de EU dient als ondersteuning bij het ontwikkelen van deze strategische aanpak. De mapping beslaat zowel de bestaande mogelijkheden voor erfgoed in het EU-beleid in het cultuur- en onderwijs domein, als in domeinen daarbuiten, zoals digitalisering, onderzoek en innovatie, toerisme, de omgeving, landbouw, het maritieme- en het externe beleid.

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

  • a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

    Nederland maakt zich sterk voor beheer, toegang en gebruik van cultureel erfgoed. Het erfgoedbeleid – dat onder meer monumenten, archeologie, cultuurlandschap, immaterieel erfgoed en musea betreft – richt zich op vier doelen:

    • het cultureel erfgoed beschermen;

    • de diversiteit van aanbod en gebruik bewaken en zo nodig bevorderen;

    • de kwaliteit op peil houden en toegankelijkheid voor alle burgers bewerkstelligen;

    • de onafhankelijkheid beschermen tegen onevenredige druk van de markt.

    Deze doelstellingen en de uitvoering hiervan zijn in verschillende wetten en in regelgeving vastgelegd. De wetten worden op dit moment geactualiseerd, geharmoniseerd en vereenvoudigd, hetgeen moet leiden tot een Erfgoedwet en een Omgevingswet.3

    De nationale wetgeving voor cultureel erfgoed wordt mede bepaald door verdragen van de Raad van Europa die een Europees perspectief op het erfgoed hebben: de Overeenkomst inzake het behoud van het architectonische erfgoed van Europa (Verdrag van Granada, 1985), het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (Verdrag van Valletta, 1992) en het Europees Landschapsverdrag (Florence, 2000).

    Het Nederlandse erfgoedveld maakt al gebruik van Europese programma’s binnen het cultuurdomein. Voorbeelden daarvan zijn Creative Europe, het Europees Erfgoedlabel, de culturele hoofdsteden en, op het terrein van onderzoek en innovatie, het gezamenlijk onderzoeksprogramma «Cultureel erfgoed en global change» en het Horizon 2020 programma. De Minister van OCW ondersteunde de eerder genoemde raadsconclusies, omdat het EU-beleid kan raken aan het erfgoedbelang en het kansen kan bieden voor behoud, gebruik en het zichtbaar maken van het cultureel erfgoed.4

  • b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

    Het kabinet deelt de analyse die ten grondslag ligt aan deze mededeling. Zij sluit op veel punten aan bij de visiebrief «Cultuur beweegt»5 die de Minister van OCW medio 2013 aan de Tweede Kamer heeft gezonden. Daarin wordt ook ingegaan op de veranderende cultuursector die voor grote maatschappelijke opgaven staat, terwijl er minder financiële middelen zijn van de zijde van de overheid. Ook wordt in deze brief aandacht besteed aan de economische waarden van het cultureel erfgoed, zoals de relatie van monumenten met de bouw en de toeristische sector. In deze visiebrief en de vervolgbrief «Cultuur verbindt: een ruime blik op cultuurbeleid» gaat de regering uitgebreid in op de waarde van cultuur voor de samenleving, in relatie tot maatschappelijke veranderingen.6 De aandacht voor oude en nieuwe vaardigheden in de mededeling sluit aan op de Nederlandse inzet voor verdwijnende (restauratie) ambachten en creatieve vaardigheden.

    Tot de prioriteiten van het Nederlandse beleid hoort het beter toegankelijk maken van erfgoed door digitalisering, waar ook aandacht voor is in de mededeling. Een voorbeeld daarvan is het vanuit Nederland opererende Europeana, de digitale bibliotheek van het Europees erfgoed. De uitdagingen die de mededeling noemt – beheer en onderhoud van de digitale inhoud, online (auteurs)rechten en standaardisering – zijn ook voor Nederland actueel. Door de goed ontwikkelde kennisinfrastructuur op dit gebied en de actieve deelname in Europese projecten, kunnen Nederlandse instellingen en bedrijven profiteren van Europese initiatieven en stimulansen voor duurzaam behoud en gebruik van digitaal erfgoed.

    Nederland staat positief tegenover de voorlichtende functie van de mededeling voor de erfgoedsector, zowel voor overheden en niet-gouvernementele organisaties als voor het mkb. De mededeling biedt een welkom overzicht van de Europese mogelijkheden op het erfgoedgebied en op terreinen waar «crossovers» met erfgoed te realiseren zijn.

    Het oordeel van de regering over het te bereiken hoofddoel van deze mededeling is in beginsel positief: Nederland verwelkomt het initiatief om te komen tot een gezamenlijke, meer geïntegreerde aanpak van cultureel erfgoed. Wel is de regering van oordeel dat er meerwaarde te behalen zou zijn wanneer het belang van cultureel erfgoed beter betrokken wordt bij een verdere geïntegreerde aanpak in de lokale en regionale omgeving in het stedelijk en landelijk gebied en in het maritiem beleid – voor zover de EU daartoe bevoegd is. Nederland loopt op dit punt voorop met de ontwikkeling van een omgevingswet die versnippering en complexiteit moet tegengaan en samenhang moet bevorderen tussen verschillende opgaven, ook die van bescherming en duurzame ontwikkeling van de kwaliteit van de leefomgeving. Naar het oordeel van de Nederlandse regering kunnen lidstaten en Commissie deze elementen nog beter bij elkaar brengen dan nu gebeurt en dan waartoe de mededeling oproept.

  • c) Eerste inschatting van krachtenveld

    De oproep om beleid, initiatieven en activiteiten op het gebied van cultureel erfgoed bij elkaar te brengen en af te stemmen binnen de EU wordt door de lidstaten breed gedeeld. Naar verwachting zal de mededeling kunnen rekenen op brede steun van de lidstaten.

4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten

  • a) Bevoegdheid

    De mededeling ziet op het beleidsterrein cultuur. Op grond van artikel 6, onder c VWEU heeft de EU een aanvullende bevoegdheid op dit gebied. Het optreden van de EU richt zich op het aanmoedigen van samenwerking tussen de lidstaten en op de ondersteuning of aanvulling van de activiteiten van de lidstaten (zoals bepaald in artikel 167 VWEU).

  • b) Subsidiariteit

    De mededeling neemt als uitgangspunt dat de zorg voor het Europese erfgoed een verantwoordelijkheid is van nationale, regionale en lokale overheden, en dat de EU daarbij een aanmoedigende en ondersteunende rol heeft op basis van verdragen waarbij het subsidiariteitsbeginsel leidend is. In de mededeling worden bestaande maatregelen op een rij gezet en bij het streven naar meer samenhang wordt het subsidiariteitsprincipe geëerbiedigd. Om die reden heeft Nederland een positieve grondhouding ten aanzien van de subsidiariteit.

  • c) Proportionaliteit

    Nederland oordeelt positief over de proportionaliteit. In de mededeling worden geen concrete of uitgewerkte nieuwe acties aangekondigd en de mededeling zal naar verwachting niet resulteren in nieuwe regelgeving. Zij gaat op een proportionele wijze om met het beleidsterrein waarvoor de EU beperkte bevoegdheden heeft, door op te roepen tot integratie en samenwerking.

  • d) Financiële gevolgen

    Er zijn geen financiële gevolgen voor de EU-begroting, noch voor de Nederlandse begroting.

  • e) Gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

    De mededeling zal voor zover nu bekend geen verzwaring van de administratieve lastendruk tot gevolg hebben.


X Noot
1

http://ec.europa.eu/culture/library/reports/2014-heritage-mapping_en.pdf. In de mapping wordt een overzicht gegeven van informatie over beleid, wetgeving, programma’s en financieringsmogelijkheden van de EU die relevant zijn voor cultureel erfgoed.

X Noot
2

Raadsconclusies van 20 mei 2014, Cultureel erfgoed als strategische bron voor Europa, par 26, http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/educ/142705.pdf.

X Noot
3

De nieuwe Erfgoedwet is medio juni aangeboden voor publieke consultatie op www.internetconsultatie.nl en zal naar verwachting eind september worden aangeboden aan de Raad van State. Het voorstel van wet van de Omgevingswet en de memorie van toelichting van de omgevingswet zijn aangeboden aan de Tweede Kamer op 14 juni 2014 (Kamerstuk 33 962, nrs. 2 en 3)

X Noot
4

Brief van de Minister van OCW, Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport, 20 juni 2014, Kamerstuk 21 501-34, nr. 231, https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-34-231.html

X Noot
5

Cultuur beweegt. De betekenis van Cultuur in een veranderende samenleving, 10 juni 2013, Kamerstuk 32 820, nr. 76

X Noot
6

Cultuur verbindt: een ruime blik op cultuurbeleid, kamerbrief 8 juli 2014, Kamerstuk 32 820, nr. 110 (http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2014/07/08/kamerbrief-over-het-cultuurbeleid.html).

Naar boven