22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1711 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 oktober 2013

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij drie fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Verordening vangstmogelijkheden visbestanden Oostzee 2014

Fiche 2: Aanbeveling gezondheidsbevorderende lichaamsbeweging (Kamerstuk 22 112, nr. 1712)

Fiche 3: Mededeling schaduwbankactiviteiten (Kamerstuk 22 112, nr. 1713)

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Fiche: verordening vangstmogelijkheden visbestanden Oostzee 2014

1. Algemene gegevens

Titel voorstel:

Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling, voor 2014, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de Oostzee van toepassing zijn.

Datum ontvangst Commissiedocument:

21 augustus 2013

Nr. Commissiedocument:

COM (2013) 598

Nr. Impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board:

Niet opgesteld.

Behandelingstraject Raad:

Landbouw- en Visserijraad

Eerstverantwoordelijk Ministerie:

Ministerie van Economische Zaken

Rechtsbasis, besluitvormingsprocedure Raad, rol Europees Parlement, gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen

a) Rechtsbasis:

Artikel 43, lid 3, van Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

b) Besluitvormingsprocedure Raad en rol Europees Parlement:

Gekwalificeerde meerderheid van de Raad, het Europees Parlement is niet betrokken.

c) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen:

n.v.t.

2. Samenvatting BNC-fiche

Het voorstel behelst de vangstmogelijkheden (quota en Total Allowable Catches, TACs) en zeedagen voor visserij op bestanden in de Oostzee voor het jaar 2014. Over het algemeen gaat het goed met de bestanden in de Oostzee. Bij de voorstellen worden de volgende benaderingen gevolgd: de bestaande meerjarenplannen voor kabeljauw, de Maximaal Duurzame Opbrengst-benadering voor haring, sprot en zalm en de voorzorgsbenadering voor gegevensarme soorten voor schol. Toepassing van het kabeljauwherstelplan houdt ook een reductie van de zeedagen in. Met dit voorstel wil de Europese Commissie de Maximaal Duurzame Opbrengst (Maximum Sustainable Yield, MSY)1 in 2014 behalen.

Bevoegdheid: Artikel 43, lid 3, van Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Subsidiariteit: Niet van toepassing.

Proportionaliteit: Het proportionaliteitsoordeel is positief.

Implicaties/risico’s/kansen: Geen.

Nederlandse positie

Nederland is positief over de voorstellen van de Commissie, welke bijdragen aan lange termijn duurzaamheid en een economisch perspectief bieden voor de visserij. Nederland heeft geen visserijbelangen in de Oostzee. Desondanks is een aantal horizontale aspecten interessant voor de situatie in de Noordzee, zoals de omgang met gegevensarme bestanden en het zeedagenbeleid.

3. Samenvatting voorstel:

a. Inhoud voorstel:

De EU stelt jaarlijks de vangstmogelijkheden vast in het kader van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid. Het onderhavige voorstel behelst de vangstmogelijkheden (TACs) en zeedagen voor visserij op bestanden in de Oostzee. Over het algemeen gaat het goed met de bestanden in de Oostzee. De TACs voor de kabeljauwbestanden moeten in overeenstemming met het meerjarenplan met 15% (westelijk), respectievelijk 7% (oostelijk bestand) naar beneden. Van de 5 pelagische haring- en sprot-bestanden2 hoeft alleen het westelijke haringbestand gereduceerd te worden, waardoor al in 2014 MSY behaald wordt. Voor de TAC van de schol volgt de Commissie de nieuwe richtsnoeren van de Internationale Raad voor het Onderzoek van de Zee (International Council for the Exploration of the Sea, ICES) over de handelwijze betreffende gegevensarme soorten (data poor stocks). Dit komt neer op een reductie van 10%. Rekening houdend met de herziening van de beoordeling van de bestanden door ICES, moet het aantal zeedagen voor beide kabeljauwbestanden worden verminderd met 10% voor het westelijke bestand en met 8,5% voor het oostelijke bestand. De Europese Commissie wil de TAC voor zalm verlagen, omdat de quota in het voorgaande jaar niet volledig benut zijn.

b) Impact-assessment Commissie:

Geen.

4. Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

a) Bevoegdheid:

Rechtsgrondslag is artikel 43 lid 3 VWEU. Het kabinet kan instemmen met deze rechtsbasis. Het Gemeenschappelijke Visserijbeleid is een exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie.

b) Subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel:

Subsidiariteit: Niet van toepassing. Het voorstel valt onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder d), van het VWEU.

Proportionaliteit: Het kabinet beoordeelt de proportionaliteit als positief. De maatregelen dragen bij aan het doel van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid om te zorgen voor een vanuit economisch, ecologisch en sociaal oogpunt duurzame exploitatie van de visbestanden.

c) Nederlands oordeel over de voorstellen op het gebied van gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen:

Geen.

5. Financiële implicaties, gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

a) Consequenties EU-begroting:

Geen.

b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale overheden:

Geen.

c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger:

De financiële consequenties van deze verordening zijn positief voor de visserij in de Oostzee. Uitgaande van de gemiddelde prijzen van de aangevoerde vis die in 2011 in acht Oostzeelanden werden opgetekend, zal de waarde van de vangstmogelijkheden voor 2014 met € 12 miljoen stijgen, op een totale waarde van € 412 miljoen.

d) Gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden, bedrijfsleven en burger:

Geen.

6. Implicaties juridisch

a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid (inclusief toepassing van de lex silencio positivo):

Geen.

b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid:

1 januari 2014.

c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling:

Nee.

7. Implicaties voor uitvoering en handhaving

Dit voorstel leidt niet tot additionele lasten in uitvoering of handhaving.

8. Implicaties voor ontwikkelingslanden

Er zijn geen consequenties voor ontwikkelingslanden.

9. Nederlandse positie

Nederland heeft geen visserijbelangen in de Oostzee, maar het kabinet hecht er wel aan dat duurzaamheid in het beheer van visserijbestanden in alle Europese wateren wordt gerealiseerd. Het kabinet staat positief tegenover dit voorstel, aangezien het op korte termijn moet leiden tot duurzame visbestanden overeenkomstig de voorgenomen doelstelling van het nieuwe Gemeenschappelijk Visserijbeleid. In het voorstel van de Commissie is rekening gehouden met wetenschappelijke adviezen en is de regionale adviesraad voor de Oostzee (Baltic Sea Regional Advisory Council, BSRAC) geraadpleegd. Het kabinet kan instemmen het voorstel van de Europese Commissie, gebaseerd op het meerjarenplan voor kabeljauw, de MSY benadering en gegevensarme bestanden. Het is van belang dat bij behandeling van de voorstellen rekening wordt gehouden met doelstellingen van het nieuwe Gemeenschappelijk Visserijbeleid, wat onder meer inhoudt dat – waar mogelijk – het MSY in 2015 bereikt moet zijn.

Nederland is kritisch over de reden van het verlagen van de TAC voor zalm, namelijk dat de quota niet volledig benut zijn. Het kabinet vindt dat er ruimte moet zijn voor ondernemers om zelf te bepalen of zij gebruik willen maken van de vangstmogelijkheden, mits deze overeenkomstig wetenschappelijk advies voor duurzame niveaus zijn. Naar verwachting zullen ook andere lidstaten bezwaren hebben op dit punt.


X Noot
1

Maximale Duurzame Opbrengst is de hoogste theoretische oogst die continu uit een visbestand kan worden behaald onder de bestaande gemiddelde milieu-omstandigheden, zonder significant effect te hebben op het reproductieproces van dat bestand.

X Noot
2

vissoorten die in de hele waterkolom zwemmen, van bodem tot dichtbij het oppervlak. Deze soorten zwemmen veelal in scholen. Een voorbeeld hiervan is haring.

Naar boven