22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1673 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 augustus 2013

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij negen fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Besluit en verordening eCall (Kamerstuk 22 112, nr. 1671)

Fiche 2: Wijziging richtlijn nucleaire veiligheid (Kamerstuk 22 112, nr. 1672)

Fiche 3: Richtlijn en mededeling elektronische facturering en aanbesteding overheidsopdrachten

Fiche 4: Verordening aanpassing comitologie post-Lissabon (PRAC – delegatie) (Kamerstuk 22 112, nr. 1674)

Fiche 5: Mededeling en aanbeveling Roma (Kamerstuk 22 112, nr. 1675)

Fiche 6: Mededeling maatregelen tegen lock-in bij opbouw van ICT-systemen (Kamerstuk 22 112, nr. 1676)

Fiche 7: Verordening langetermijninvesteringsfondsen (Kamerstuk 22 112, nr. 1677)

Fiche 8: Verordening vergoedingen geneesmiddelenbewaking (Kamerstuk 22 112, nr. 1678)

Fiche 9: Mededeling «naar een meer competitieve en efficiënte defensie- en veiligheidssector» (Kamerstuk 22 112, nr. 1679)

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Fiche: richtlijn en mededeling elektronische facturering en aanbesteding overheidsopdrachten

1. Algemene gegevens

Titel voorstel

  • Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake elektronische facturering bij aanbestedingen

  • Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal

Comité en het Comité van de Regio’s – Eind-tot-eind e-aanbesteding ter modernisering van het openbaar bestuur

Datum ontvangst Commissiedocument

26 juni 2013

Nr. Commissiedocument

Richtlijn: COM(2013)449

Mededeling: COM(2013)453

Mededeling:

Er is geen impact assessment voor de mededeling opgesteld

Behandelingstraject Raad

Raad voor Concurrentievermogen

Eerstverantwoordelijk Ministerie

Ministerie van Economische Zaken in samenwerking met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Rechtsbasis, besluitvormingsprocedure Raad, rol Europees Parlement, gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen

a) Rechtsbasis

Richtlijn: Artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU)

b) Besluitvormingsprocedure Raad en rol Europees Parlement

Richtlijn: Gewone wetgevingsprocedure conform artikel 294 VWEU. Gekwalificeerde meerderheid in de Raad en medebeslissing Europees Parlement (Commissie interne markt en consumentenbescherming, IMCO).

c) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen

Geen

2. Samenvatting BNC-fiche

De Commissie stelt een richtlijn inzake elektronische facturering (e-facturering) bij overheidsopdrachten voor en brengt een mededeling uit over de volledige digitalisering van de openbare-aanbestedingsprocedure, de zogenaamde «eind-tot-eind e-aanbesteding». De belangrijkste elementen zijn:

  • 1. In de richtlijn wordt een verplichte Europese norm voor e-facturering bij overheidsopdrachten voorgesteld.

  • 2. In de mededeling plaatst de Commissie de ontwerp-richtlijn inzake e-facturering bij overheidsopdrachten in een bredere context. De mededeling bevat ook het standpunt van de Commissie over de verdere digitalisering van de procedures voor overheidsopdrachten.

Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel:

Europese Unie is bevoegd op grond van artikel 114 VWEU. Het subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel is positief. Één Europese standaard voor elektronische facturatie draagt bij aan de grensoverschrijdende uitwisseling van facturen. Verschillen tussen nationale standaarden kunnen enkel op Europees niveau worden opgelost. De voorstellen van de Commissie sluiten aan bij het doel om het gebruik van elektronische middelen bij de aanbesteding van (overheids)opdrachten te stimuleren. De voorgestelde maatregelen staan in de juiste verhouding tot de beoogde doelen.

Implicaties/risico’s/kansen

Stimulering van het gebruik van elektronische facturatie kan tot grote kostenreductie leiden bij overheden en ondernemingen. Geschat wordt dat de besparingen bij volledige digitale afhandeling kunnen liggen op € 8 en € 25 per factuur aan de respectievelijke verzend- en ontvangstzijde1.

Nederlandse positie

Nederland staat positief tegenover het voorstel van de Europese Commissie om een richtlijn in te voeren inzake e-facturering bij aanbestedingen. Door overheden te verplichten om e-facturen te kunnen ontvangen wordt het voor bedrijven aantrekkelijker om ook te gaan e-factureren, niet alleen aan de overheid maar ook onderling. De richtlijn creëert hiermee grote besparingsmogelijkheden voor zowel overheid als bedrijfsleven.

Door de verplichting voor ontvangst bij de overheden neer te leggen ondervinden bedrijven geen (financiële)lasten van het voorstel. De doelstelling van de richtlijn is in lijn met de ambities van het kabinet om elektronisch zakendoen met de overheid te stimuleren.

Naast e-factureren is Nederland net als de Commissie groot voorstander van elektronisch «eind tot eind» aanbesteden vanwege lagere lasten voor aanbestedende diensten en ondernemingen en betere toegang tot overheidsopdrachten voor het midden- en kleinbedrijf. Het stimuleren van elektronisch aanbesteden is van groot belang voor het verbeteren van de werking van de digitale interne markt.

3. Samenvatting voorstel en mededeling

Het voorstel van de Europese Commissie omvat een richtlijn inzake elektronische facturering (e-facturering) bij overheidsopdrachten, en brengt een mededeling uit waarin zij haar standpunt uiteenzet inzake de volledige digitalisering van het aanbestedingsproces, de zogenaamde «eind-tot-eind e-aanbesteding».

E-facturering wordt gezien als een belangrijke stap in de richting van een papierloze overheidsadministratie in Europa – één van de prioriteiten van de Digitale Agenda voor Europa2 – en biedt potentieel aanzienlijke economische en milieuvoordelen. De Commissie schat dat de overstap naar e-facturering bij overheidsopdrachten in de hele EU kan leiden tot besparingen van maximaal € 2,3 miljard. Het omschakelen van papieren naar volledig geautomatiseerde facturering kan volgens de Commissie de kosten in Europa voor ontvangst van een factuur doen dalen van ongeveer € 30 tot € 50 tot slechts € 13. De Commissie stelt dat de overheidssector een leidende rol moet nemen bij het stimuleren van de invoering van e-facturering.

Richtlijn E-facturering

In de ontwerp-richtlijn inzake e-facturering bij overheidsopdrachten wordt het Europese normalisatie-instituut verzocht een Europese norm voor e-facturering op te stellen. Dit verzoek (normalisatiemandaat) wordt op basis van de Europese verordening voor normalisatie4 vastgesteld. De ontwerp-richtlijn verplicht de lidstaten om te zorgen dat aanbestedende diensten en instanties e-facturen die voldoen aan de Europese norm zullen accepteren. Hierdoor zal naar verwachting de interoperabiliteit (uitwisselbaarheid van gegevens op een eenduidige manier) tussen de verschillende e-factureringsystemen verbeteren. Het voorstel heeft als doel een einde te maken aan de rechtsonzekerheid, de grote complexiteit en de extra exploitatiekosten die marktdeelnemers momenteel ondervinden doordat zij in verschillende lidstaten verschillende systemen voor elektronische facturering moeten gebruiken. De verwachting is dat dit zal bijdragen aan het gebruik van elektronische facturatie in andere sectoren (bijvoorbeeld business to business). Op dit moment wordt e-facturatie nog maar bij 4% tot 15% van alle uitgewisselde facturen gebruikt.

Mededeling eind-tot-eind aanbestedingen

De Commissie pleit er in de mededeling «Eind-tot-eind e-aanbesteden om het openbaar bestuur te moderniseren» voor om de verdere digitalisering van het aanbestedingsproces aan te grijpen om de werkwijze van het openbaar bestuur te moderniseren. De efficiëntieslag wordt verder vergroot als naast het vervangen van papieren formulieren voor elektronische formats ook de achterliggende werkprocessen worden aangepast aan de mogelijkheden die het gebruik van digitale instrumenten biedt. Daarnaast wijst de Commissie op de positieve effecten van de invoering van e-aanbesteden op deelname van het midden- en klein bedrijf aan grensoverschrijdende overheidsaanbestedingen. De Commissie verruimt het gangbare begrip van de aanbestedingsprocedure (de pré-gunningsfase) met bestellen, factureren en archiveren (de post-gunningsfase).

Om de snelle tenuitvoerlegging van eind-tot-eind e-aanbesteden te faciliteren kondigt de Commissie wetgevende en flankerende maatregelen aan. De wetgevende maatregel is het richtlijnvoorstel e-factureren dat hierboven aan bod is gekomen.

Voor het flankerend beleid stelt de Commissie een tweetal maatregelen voor. De Commissie wil projecten financieren die het ontwikkelen van interoperabele e-factureringoplossingen bevorderen via het Electronic Simple European Networked Services project (eSENS). Ook wil de Commissie de ontwikkeling van de noodzakelijke infrastructuur door Europa ondersteunen en financieren via de Connecting Europe Facility (CEF).

Om de tijdige tenuitvoerlegging van de wetgevende maatregelen te verzekeren verzoekt de Commissie de lidstaten om nationale strategieën en actieplannen op te stellen. De Commissie focust daarbij op de mogelijkheid om de huidige opzet van eind-tot-eind e-aanbesteden te herzien, aanbestedingen van overheidsopdrachten verder te rationaliseren (door het gebruik van elektronische middelen kan het aanbestedingsproces zowel intern als extern inzichtelijker worden gemaakt), en het openbaar bestuur verder te moderniseren door de mogelijkheden van elektronische middelen zo optimaal mogelijk te gebruiken. De huidige opzet van eind-tot-eind e-aanbesteden wordt gekenmerkt door gefragmenteerde, soms gebruiksonvriendelijke en niet-interoperabele oplossingen. De Commissie zal een onderzoek laten uitvoeren naar de beste strategieën en best practices op het gebied van e-aanbesteden en e-factureren. De Commissie geeft de lidstaten in overweging waar mogelijk gebruik te maken van de structuurfondsen om opleidingen voor het midden- en kleinbedrijf te financieren en administratieve capaciteit en infrastructuur uit te breiden. De Commissie zal grondbeginselen bekendmaken waaraan elk e-aanbestedingssysteem in Europa moet voldoen om verenigbaar te zijn met de beginselen van de interne markt.

Ter coördinatie van Europese en nationale initiatieven en de uitwisseling van best practices en ter identificatie van benodigde standaardisatie zal de Commissie de werkzaamheden van het Europese multibelanghebbendenforum inzake e-facturering voortzetten. Daarnaast zal door de Commissie een vergelijkbaar forum voor de overige onderdelen van e-aanbesteden opgezet worden.

Impact assessment Commissie:

In het impact assessment geeft de Commissie aan dat het niet hebben van een interoperabele e-factuurstandaard binnen de EU de belangrijkste belemmering is voor het gebruik van e-facturen. Uit de effectbeoordeling van de verschillende opties blijkt dat het verplicht stellen van aanbestedende diensten/instanties om e-facturen te kunnen ontvangen (die aan een nieuwe gemeenschappelijke norm voldoen) de beste oplossing is om deze belemmering weg te nemen. De Commissie geeft aan dat de (economische)voordelen ruimschoots op zullen wegen tegen de implementatiekosten en voorziet een mogelijk besparing tot € 2,3 miljard voor de EU. Volgens de Commissie zullen de kosten in Europa voor de verwerking van een factuur van gemiddeld € 30 via papieren afhandeling dalen tot slechts € 1 bij elektronische verwerking.

Er is geen apart impact assessment opgesteld voor de mededeling.

4. Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

a) Bevoegdheid

De rechtsgrondslag van de richtlijn is artikel 114 VWEU. De interne markt is een gedeelde bevoegdheid van de Unie en de lidstaten (artikel 4, lid 2, sub a VWEU). De Unie is bevoegd om maatregelen vast te stellen op het gebied van de interne markt en de werking ervan te verzekeren (artikel 26 VWEU). Nederland acht dit de juiste rechtsgrondslag.

b) Subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel:

Het Nederlandse oordeel ten aanzien van de subsidiariteit van de richtlijn is positief. Met betrekking tot de mededeling is de Nederlandse grondhouding ten aanzien van subsidiariteit positief. Het voorstel bestaat uit beleid gericht op het verbeteren van de toegankelijkheid van de verschillende Europese elektronisch-aanbestedingssystemen voor ondernemingen. Het probleem van interoperabiliteit kan alleen op EU-niveau aangepakt worden. Lidstaten ontwikkelen op dit moment nationale standaarden die dit probleem juist verergeren.

Het Nederlandse oordeel ten aanzien van de proportionaliteit van de richtlijn is positief. Met betrekking tot de mededeling is de Nederlandse grondhouding ten aanzien van proportionaliteit positief. De voorstellen van de Commissie sluiten aan bij het doel om het gebruik van elektronische middelen bij de aanbesteding van (overheids)opdrachten te stimuleren. Door de verplichting bij overheden te leggen en niet bij bedrijven staan de voorgestelde maatregelen staan hiermee in de juiste verhouding tot de beoogde doelen.

c) Nederlands oordeel over de voorstellen op het gebied van gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen

Er worden geen gedelegeerde of uitvoeringshandelingen voorgesteld.

5. Financiële implicaties, gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

a) Consequenties EU-begroting

Zowel de richtlijn als de mededeling heeft geen directe financiële gevolgen. Nederland is van mening dat eventuele Europese middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Europese Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2014–2020 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.

b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale overheden

Volgens de Commissie heeft de richtlijn per saldo een positieve business case met groot besparingspotentieel. Voorzien is een conservatief geschatte netto besparing voor Business-to- Government (B2G) van tussen de € 1,5 en € 2,3 miljard per jaar (voor de ontvanger van facturen). De financiële baten worden gemaximaliseerd als organisaties hun interne processen op orde hebben en e-facturen na ontvangst tevens elektronisch verwerken. In Nederland worden ruim 11 miljoen B2G- facturen verzonden aan de rijks- en medeoverheden5. In Nederland is per B2G- factuur naar schatting een besparing van ongeveer € 8 en € 25 aan de verzend- respectievelijk ontvangstzijde mogelijk bij volledige elektronische afhandeling van facturen6.

In Nederland zijn alle rijksdiensten al sinds 1 januari 2011 verplicht om e-facturen te kunnen ontvangen, via een soort centrale elektronische brievenbus (Digipoort). De voorgestelde richtlijn zorgt voor beperkte extra kosten vanwege de ontwikkeling en de aanschaf van de Europese norm voor het semantisch gegevensmodel (een standaard voor elektronisch factureren) van de elektronische basisfactuur en het aanpassen van de Digipoort op ontvangst daarvan. Eventuele budgettaire gevolgen voor de Rijksoverheid zullen worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van de budgetdiscipline. Overige aanbestedende overheidsinstellingen en diensten (publiekrechtelijke instellingen) kunnen, indien nog niet zelfstandig gerealiseerd, naar verwachting vanaf 2014 aansluiten via e-factuurdienstverleners en zodoende e-facturen verzenden en ontvangen. De budgettaire gevolgen voor decentrale overheden zullen worden getoetst conform artikel 2, eerste lid, van de Financiële Verhoudingswet. In de recent uitgevoerde impact analyse onder Nederlandse gemeenten7 is gebleken dat zij positief staan tegenover e-factureren en ook een positieve business case zien. Naar verwachting zullen de besparingen van het voorstel de investeringen ruimschoots overtreffen.

c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger

De richtlijn heeft geen directe financiële gevolgen voor bedrijfsleven en burger, aangezien zij niet verplicht worden tot gebruik van e-facturen. Zij hebben het recht om e-facturen te versturen naar overheden en zullen op basis daarvan zelf de afweging maken om van (financiële)voordelen van e-facturen te profiteren. Het elektronisch versturen van een factuur aan de overheid kan naar schatting een financiële besparing van circa 8 euro per factuur opleveren. Jaarlijks versturen bedrijven ruim 11 miljoen facturen aan overheden.

d) Gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden, bedrijfsleven en burger

Naar verwachting zal het voorstel voor de richtlijn resulteren in een verlaging van de regeldruk voor overheden en bedrijfsleven. De Commissie geeft in het impact assessment van de richtlijn aan dat de administratieve lasten voor bedrijven en overheden verminderd kunnen worden, indien zij naar aanleiding van dit voorstel de facturatie verder automatiseren. De Commissie heeft deze besparingen nog niet gekwantificeerd. Per organisatie zullen administratieve besparingen ook afhangen van efficiëntie van de huidige werkwijze. Naar verwachting zullen onder andere accountants en de Belastingdienst door verdere automatisering sneller en eenvoudiger controles kunnen voorbereiden en uitvoeren. De Commissie ziet hierin vooral een voordeel voor het mkb. De richtlijn kan hiermee bijdragen aan het Nederlandse programma om regeldruk te verminderen.

Mededeling: Voor het bedrijfsleven levert het grotendeels digitaliseren van het aanbestedingsproces een (administratieve) lastenverlaging op. De omschakeling naar een volledig digitaal aanbestedingsproces veroorzaakt mogelijk in eerste instantie lasten voor aanbestedende diensten maar deze zullen daarna ook weer terugverdiend kunnen worden. De Europese Commissie schat dat een volledige overschakeling op elektronisch aanbesteden (waarbij alle fasen van de procedure, van de aankondiging tot en met de betaling, elektronisch kunnen worden afgewikkeld) voor de Europese Unie als geheel circa 50–75 miljard per jaar zou kunnen opleveren als gevolg van lagere transactiekosten en dalende prijzen door extra mededinging8. Een deel van de voordelen is in Nederland al gerealiseerd. De Aanbestedingswet 2012 bevat reeds de verplichting om (overheids)opdrachten elektronisch bekend te maken. In de voorstellen voor de nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijnen moeten ook de ter beschikkingstelling van documenten en de inschrijving elektronisch verlopen.

6. Implicaties juridisch

a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid (inclusief toepassing van de lex silencio positivo)

De rijksdiensten zijn conform het Besluit Digipoort voor e-facturen9 van 5 november 2010 al verplicht aangesloten op Digipoort voor de ontvangst van e-facturen en ontvangen daadwerkelijk e-facturen. Medeoverheden en publiekrechtelijke instellingen worden als gevolg van de richtlijn nu ook verplicht om e-facturen te kunnen ontvangen (artikel 4). Op dit moment heeft het kabinet wetgeving in voorbereiding, waarmee regels worden gesteld ten aanzien van het volledig digitaliseren van informatiestromen tussen overheid en ondernemers10. Facturen zijn onderdeel van deze informatiestromen.

b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid

De implementatie moet binnen 48 maanden na inwerkingtreding van de richtlijn gerealiseerd zijn. Deze termijn van 48 maanden acht Nederland haalbaar.

c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling

In het voorstel is aangekondigd dat de Commissie uiterlijk 30 juni 2023 een verslag zal presenteren over de werking van de richtlijn. Nederland steunt deze aanpak, maar is voorstander van een vroegere deadline voor het verslag.

7. Implicaties voor uitvoering en handhaving

a) Uitvoerbaarheid

Het voorstel heeft voor alle overheidsinstanties en publiekrechtelijke instellingen gevolgen. Alle uitvoerende en handhavende diensten en instanties zullen in staat moeten zijn om e-facturen te ontvangen conform de Europese norm.

b) Handhaafbaarheid

Handhaving is niet geformuleerd in de richtlijn. Nederland voorziet hiervoor geen problemen met betrekking tot handhaving. Decentrale overheden en andere publiekrechtelijke entiteiten hebben hun eigen autonome verantwoordelijkheid voor de naleving en implementatie van Europese voorschriften. Mocht een publiekrechtelijke entiteit onvoldoende gehoor geven aan de op haar rustende verplichting op grond van een Europese richtlijn, bijvoorbeeld een verplichting tot het ontvangen van facturen conform een Europese standaard, biedt artikel 2, eerste lid, van de Wet Naleving Europese regelgeving publieke entiteiten (Wet NErpe)11 een wettelijke grondslag om de publiekrechtelijke entiteit een aanwijzing te geven om, binnen een in die aanwijzing te vermelden termijn, alsnog te voldoen aan een voor haar geldende rechtsplicht.

8. Implicaties voor ontwikkelingslanden

Het voorstel heeft geen gevolgen voor ontwikkelingslanden.

9. Nederlandse positie

Richtlijn: Nederland staat positief tegenover het voorstel van de Europese Commissie om een richtlijn in te voeren inzake e-facturering bij aanbestedingen. Door overheden te verplichten om e-facturen te kunnen ontvangen, wordt het voor bedrijven aantrekkelijker om ook te gaan e-factureren, niet alleen aan de overheid maar ook onderling (niet via overheidsvoorzieningen). De richtlijn creëert hiermee in potentie grote besparingsmogelijkheden voor zowel overheid als bedrijfsleven. In de huidige economische crisis is het belangrijk dat Europa zich inspant om nieuwe economische groei en werkgelegenheid te creëren. Het voorstel voor deze richtlijn draagt daartoe bij, en is daardoor voor Nederland een belangrijk onderdeel van de Single Market Act II12.

Het is belangrijk dat de Commissie voorstelt om een gemeenschappelijke Europese norm voor het semantische gegevensmodel van de elektronische basisfactuur te laten ontwikkelen (door CEN), om de interoperabiliteit te bevorderen. Het kabinet zal overleggen met het Nederlandse Normalisatie Instituut (NEN) over de beste wijze om vanuit Nederland actief bij te dragen aan de ontwikkeling van de Europese norm op grond van de in Nederland aanwezige kennis, ervaring en behoefte. Een semantisch model voor de e-factuur is recent opgenomen op de pas-toe-of-leg-uit-lijst van de open standaarden van het College Standaardisatie. Nederland zou graag zien dat dit model wordt benut voor het ontwikkelen van de gemeenschappelijke norm. Daarnaast wil Nederland dat de EU-norm tijdig beschikbaar komt, zodat alle betrokken organisaties voldoende tijd hebben om over te gaan tot implementatie.

Door de verplichting voor ontvangst bij de overheden neer te leggen ondervinden bedrijven geen (financiële)lasten van het voorstel. Het voorstel past dan ook qua initiatief goed bij een in Nederland in voorbereiding zijnde wet waarmee regels worden gesteld ten aanzien van het digitaliseren van informatiestromen tussen overheid en ondernemers. Facturen zijn onderdeel van die informatiestromen. De doelstelling van de richtlijn is dan ook in lijn met de ambities van het kabinet. Ook Nederlandse studies tonen forse efficiëntiewinsten aan bij de overstap op elektronische facturatie, maar gaan daarbij uit van lagere besparingen.

Mededeling: Zoals ook is aangegeven in het BNC-fiche over de mededeling «Een strategie voor elektronisch aanbesteden»13 is Nederland net als de Commissie een groot voorstander van elektronisch aanbesteden vanwege lagere lasten voor aanbestedende diensten en ondernemingen en betere toegang tot overheidsopdrachten voor het midden- en kleinbedrijf. Nederland heeft om die reden TenderNed ontwikkeld, een online marktplein voor aanbestedingen van de Nederlandse overheid. Het basissysteem TenderNed ondersteunt het aanbestedingsproces van aankondiging tot gunning. Bovendien bevat TenderNed een digitaal bedrijfsdossier waarin bedrijven hun gegevens kunnen opslaan zodat deze bij aanbestedingen kunnen worden hergebruikt. In lijn met het Europese aanbestedingspakket is TenderNed zodanig ingericht dat het als het basissysteem voor elektronisch aanbesteden van de overheid kan functioneren. Het stimuleren van elektronisch aanbesteden is voorts van belang voor het verbeteren van de werking van de digitale interne markt. De verplichting om (overheids)opdrachten elektronisch bekend te maken is een belangrijke maatregel uit de Aanbestedingswet 2012. Door de verplichting alle aankondigingen op een centrale plaats te publiceren, hoeven ondernemers niet langer op verschillende plaatsen te zoeken. Hierdoor besparen zij tijd en dus lasten.

Nederland heeft naast TenderNed DigiInkoop voor de ondersteuning van de post-gunningsfase ontwikkeld. DigiInkoop is een elektronische marktplaats voor alle rijksdiensten ter ondersteuning van de verwerving van producten en diensten. Het inkoopproces vanaf contractvastlegging, offerteaanvrage, inkooporder tot en met prestatieverklaring en factuur wordt door middel van elektronische berichtgeving tussen rijksdiensten en leveranciers ondersteund. Alle rijksdiensten maken een koppeling tussen DigiInkoop en hun financiële systeem om inkopen op een juiste wijze in de financiële boekhouding te kunnen verantwoorden. Bij nieuwe aanbestedingen worden leveranciers verplicht om DigiInkoop voor het leveringsproces in te zetten. Door deze verplichting wordt een impuls gegeven om de workflow van inkopen en leveren volledig digitaal af te wikkelen.

Het voordeel voor het bedrijfsleven is dat zij slechts één keer op de infrastructuur van DigiInkoop behoeven aan te sluiten.

Nederland is het met de Commissie eens dat de verdere ontwikkeling van elektronisch aanbesteden kansen biedt om ook de achterliggende werkprocessen zo in te richten dat optimaal gebruik kan worden gemaakt van de mogelijkheden die de digitale instrumenten bieden.

Nederland steunt de inzet van de Commissie om de pré-gunningsfase (bekendmaken, toegang tot aanbestedingsstukken, inschrijven) en de post-gunningsfase (bestellen, factureren, archiveren) beter op elkaar aan te laten sluiten. Het zijn allebei fasen van het inkoopproces. Synergie tussen deze twee fasen levert extra efficiëntievoordelen op. Voor Nederland ligt de focus daarbij op het interoperabel maken van de verschillende elektronische systemen.

Onlangs hebben de Raad, het Europese Parlement en de Commissie een akkoord bereikt in de informele triloog over de voorstellen binnen het aanbestedingspakket. Hierin wordt reeds het elektronisch bekendmaken, elektronisch beschikbaar stellen van documenten en elektronisch inschrijven tijdens de aanbestedingsprocedure verplicht gesteld. Nederland is voorstander van deze verplichting14. Het akkoord moet nog formeel worden vastgesteld.

Nederland steunt de door de Commissie in de mededeling voorgestelde flankerende maatregelen. Naast het verzoek aan CEN tot ontwikkeling van het semantisch gegevensmodel (zoals aangegeven bij het standpunt voor de richtlijn), gaat het hierbij om het financieren van projecten zoals e-SENS (Nederland is hierbij actief betrokken) en de financiering van de ontwikkeling van infrastructuur voor eind-tot-eind e-aanbesteding via de Connecting Europe Faciliteit (CEF).

In het kader van de implementatie van het aanbestedingspakket zal het kabinet bezien of flankerend beleid noodzakelijk is om de synergie tussen de verschillende elektronische instrumenten voor de pré- en postgunningsfase te vergroten. Nederland kijkt met belangstelling uit naar de resultaten van de door de Commissie aangekondigde best practices, onderzoeken en overzichten.

Voor wat betreft het opzetten van een apart Europees multibelanghebbendenforum voor de pré-gunningsfase van elektronisch aanbesteden vraagt Nederland zich af of het niet efficiënter is het bestaande Europees multibelanghebbendenforum voor e-factureren uit te breiden naar de pré-gunningsfase in plaats van een apart forum op te richten.

De Commissie geeft in deze mededeling geen overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de hoofdacties uit de vorig jaar verschenen mededeling «Een strategie voor e-aanbesteden». Nederland zal bij de Commissie hierop aandringen.


X Noot
1

Forum standaardisatie, verkenning elektronisch factureren, 2007

X Noot
2

Zie Kamerstuk 22 112, nr. 1560

X Noot
4

EU Verordening nr. 1025/2012

X Noot
5

EIM, B2G 2-meting, 2013

X Noot
6

Forum standaardisatie, verkenning elektronisch factureren, 2007

X Noot
8

Mededeling Een strategie voor e-aanbesteding COM(2012) 179

X Noot
10

Bijlage bij Kamerstuk 26 643, nr. 217, Bijlage bij Kamerstuk 29 515, nr. 331)

X Noot
11

Kamerstuk 32 157 nr. 3

X Noot
12

Kamerstuk 22 112, nr. 1507

X Noot
13

Kamerstuk 22 112, nr. 1422

X Noot
14

Kamerstuk 22 112, nr. 1344 en Kamerstuk 22 112, nr. 1345.

Naar boven