22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1424 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juni 2012

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij twee fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Mededeling «Naar een banenrijk herstel» (Kamerstuk 22 112, nr. 1423)

Fiche 2: Verordening aanpassing bepaalde vangstmogelijkheden van vis alsmede de bescherming van de reuzenmanta

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

Fiche: Verordening aanpassing bepaalde vangstmogelijkheden van vis alsmede de bescherming van de reuzenmanta

1. Algemene gegevens

Titel voorstel:

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 43/2012 en (EU) nr. 44/2012 wat betreft de bescherming van de soort «reuzenmanta» en bepaalde vangstmogelijkheden.

Datum Commissiedocument:

24 april 2012

Nr. Commissiedocument:

COM(2012) 182

Prelex: http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl&DosId=201529

Nr. Impact Assessment Commissie en Opinie Impact Assessment Board :

n.v.t.

Behandelingstraject Raad:

Landbouw en Visserij Raad

Eerstverantwoordelijk ministerie:

Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

Rechtsbasis, besluitvormingsprocedure Raad, rol Europees Parlement, gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen

  • a) Rechtsbasis : Artikel 43, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

  • b) Besluitvormingsprocedure Raad en rol Europees Parlement: gekwalificeerde meerderheid van de Raad, het Europees Parlement is niet betrokken.

  • c) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen: n.v.t.

2. Samenvatting BNC-fiche

Korte inhoud voorstel:

Dit voorstel bevat aanpassingen van bepaalde vangstmogelijkheden voor 2012 en bepalingen inzake de bescherming van de reuzenmanta.

  • Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

    Bevoegdheid: artikel 3, lid 1, onder d) van de VWEU, exclusieve bevoegdheid

    Subsidiariteit: n.v.t.

    Proportionaliteit: positief

    Implicaties/risico’s/kansen: geen

  • Nederlandse positie en eventuele acties: Doorgaans wordt de total allowable catch (TAC) en quotum verordening twee tot drie maal doorheen het lopende jaar gewijzigd. Dergelijke wijzigingen zijn nodig vanwege akkoorden die vroeg in het jaar gesloten worden of biologische adviezen die nopen tot aanpassing van de vangstmogelijkheden. Nederland kan hiermee instemmen. Nederland heeft nog wel een aantal verhelderende vragen, onder andere met betrekking tot de verdeling van de makreelquota over de lidstaten. Tevens heeft Nederland de wens dat de EU het aanbod van schol door Noorwegen accepteert voor het doen van proeven om de teruggooi te verminderen.

3. Samenvatting voorstel

Jaarlijks worden in december de vangstmogelijkheden (TAC en quota) vastgesteld voor het daaropvolgende visserij jaar. Voor sommige onderdelen was het in december nog niet mogelijk om juiste cijfers vast te stellen. Zoals elk jaar, wordt dit op een later moment alsnog ingevuld op basis van nieuwe beschikbare gegevens. Daarmee is het ook noodzakelijk de verordening formeel aan te passen. Dit voorliggende voorstel bevat de invulling van aanpassingen van de vangstmogelijkheden voor 2012 voor makreel (vanwege het uitblijven van een akkoord met de Kuststaten voor de Noordoost Atlantische Oceaan), zandspiering (vanwege het beschikbaar komen van het biologische advies voor 2012 voor de Noordzee), haring ten westen van Schotland, blauwe wijting, sprot, horsmakreel en andere bestanden (vanwege het uitblijven van een akkoord met de Faeröer eilanden), kabeljauw in het Kattegat (vanwege een tekstuele fout), bepaalde bestanden uit het Noordwest Atlantische Oceaan (vanwege de ruil tussen partijen binnen de NAFO1 visserijbeheersorganisatie) en de Chileense horsmakreel in de zuidelijke Grote Oceaan (SPRFMO2). Tevens wordt de bescherming van de reuzenmanta, zoals overeengekomen tijdens de Conferentie van de Partijen (COP10) bij het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten, hierin opgenomen. Met deze verordening zal schepen uit EU-lidstaten verboden worden de reuzenmanta aan boord te hebben of aan te landen.

• Impact assessment Commissie

n.v.t.

4. Bevoegdheidsvaststelling en subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel

  • a) Bevoegdheid:

    Rechtsgrondslag is artikel 43 lid 3 VWEU. Het kabinet kan instemmen met deze rechtsbasis. Het Gemeenschappelijke Visserijbeleid is een exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie.

  • b) Subsidiariteits- en proportionaliteitsoordeel:

    Subsidiariteit: Niet van toepassing. Het voorstel valt onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder d), van het Verdrag.

    proportionaliteit: positief, omdat deze maatregelen (ter beperking van bepaalde visvangsten en bescherming van de reuzenmanta) bijdragen aan het doel van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid om te zorgen voor een vanuit economisch, ecologisch en sociaal oogpunt duurzame exploitatie van de visbestanden.

  • c) Nederlands oordeel over de voorstellen op het gebied van gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen: n.v.t

5. Financiële implicaties, gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

  • a) Consequenties EU-begroting: geen

  • b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale overheden: geen

  • c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger: positief, de voor een eventueel akkoord met de Kuststaten over makreel gereserveerde vangstmogelijkheden en de gereserveerde mogelijkheden voor een eventueel akkoord met de Faeröer, worden nu teruggegeven aan de EU vanwege het uitblijven van akkoorden.

  • d) Gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden, bedrijfsleven en burger: geen

6. Implicaties juridisch

  • a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid (inclusieftoepassing van de lex silencio positivo): geen

  • b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid:

    1 januari 2012

  • c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling: neen

7. Implicaties voor uitvoering en handhaving

  • a) Uitvoerbaarheid: dit voorstel leidt niet tot additionele lasten

  • b) Handhaafbaarheid: idem

8. Implicaties voor ontwikkelingslanden

Er zijn geen consequenties voor ontwikkelingslanden.

9. Nederlandse positie

Zoals gebruikelijk wordt de TAC en quotum verordening twee tot drie maal door het lopende jaar heen gewijzigd. Dergelijke wijzigingen zijn nodig vanwege akkoorden die vroeg in het jaar gesloten worden of biologische adviezen die nopen tot aanpassing van de vangstmogelijkheden. Nederland steunt het voorstel maar heeft een aantal vragen ter verheldering.

  • Voor wat betreft de makreel, zou Nederland graag opheldering krijgen over de verdeling van de quota over de lidstaten, omdat die afwijkt van de methode in voorgaande jaren.

  • Naar aanleiding van de ruilen van vangstmogelijkheden in het NAFO gebied (Noordwest Atlantische Oceaan), zal Nederland aangeven voorstander te zijn van de mogelijkheid dat individuele EU-lidstaten kunnen ruilen met derde landen, mits dit transparant en goed gedocumenteerd wordt. Voor Nederland is bijvoorbeeld de ruil met Noorwegen van belang.

  • Tot slot wil Nederland dat de EU het Noorse aanbod van scholquota voor het doen van proeven om de teruggooi van schol te verminderen, accepteert. Het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Duitsland zouden aan een dergelijke proef mee willen doen.

    Nederland is voorstander van het verbod om de reuzenmanta aan boord te hebben of aan te landen.


X Noot
1

NAFO: Northwest Atlantic Fisheries Organisation.

X Noot
2

SPRMO: South Pacific Regional Fisheries Management Organisation.

Naar boven