22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1118 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 december 2010

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij vier fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC):

  • Fiche: Mededeling implementatie artikel 260 VWEU (nakomen arresten EU Hof) (kamerstuk 22 112, nr. 1115)

  • Fiche: Mededeling bescherming persoonsgegevens (kamerstuk 22 112, nr. 1116)

  • Fiche: Mededeling gehandicaptenstrategie (kamerstuk 22 112, nr. 1117)

  • Fiche: Mededeling handelsbeleid

Graag vraag ik uw bijzondere aandacht voor fiche: Mededeling implementatie artikel 260 VWEU.

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,

H. P. M. Knapen

Fiche: Mededeling handel, groei en wereldvraagstukken

1. Algemene gegevens

Titel voorstel: Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over handel, groei en wereldvraagstukken; handelsbeleid als kernelement van de Europa 2020-strategie

Datum Commissiedocument: 9 november 2010

Nr. Commissiedocument: COM(2010) 612

Behandelingstraject Raad: Raadsconclusies voorzien begin 2011 (RBZ); aangekondigde voorstellen en mededelingen in 2011

Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

2. Essentie voorstel

De huidige handelspolitiek van de EU is gebaseerd op de mededeling «Europa als wereldspeler» van 2006. De nieuwe mededeling is bedoeld ter actualisering hiervan in het licht van de recente Europa 2020-strategie. Deze stelt het tempo van economische groei – die «slim, inclusief en duurzaam» moet zijn – centraal. De mededeling bepleit: open handel en investeringen (goed voor groei, banen en consumenten); onderhandelingen over marktopening, multilateraal in WTO-verband (afronding van de lopende onderhandelingsronde) en bilateraal met o.a. naburige en ASEAN-landen; en meer aandacht voor bestrijding van – oneerlijke – handelsbelemmeringen van andere landen en op wederkerigheid, vooral bij overheidsopdrachten. Daarnaast wordt duurzaamheid benadrukt en wordt bezinning aangekondigd op verbetering van betrekkingen met de VS, China, Japan en de Russische Federatie en op betere afstemming van Europese en internationale regelgeving ten aanzien van goederen en diensten.

3. Acties, maatregelen of concrete wet- en regelgeving

De Commissie kondigt aparte mededelingen aan over handel en ontwikkeling en mogelijke steunmaatregelen voor het MKB dat wil internationaliseren. Over exportcontrole voor strategische goederen wordt een groenboek aangekondigd. Over investeringen verscheen reeds een mededeling1.

Twee voorstellen tot wetgeving worden in het vooruitzicht gesteld, één over het Algemeen Preferentieel Stelsel voor ontwikkelingslanden; en één dat gericht is op meer reciprociteit bij toegang tot markten voor overheidsopdrachten van rijke en opkomende landen.

Bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit en financiële gevolgen

Beide onderwerpen waarover voorstellen tot wetgeving worden aangekondigd liggen binnen het bereik van exclusieve bevoegdheid van de EU ex artikel 207 Werkingsverdrag EU. Zij vallen hiermee buiten toetsing op subsidiariteit.

De proportionaliteit van de toekomstige voorstellen is niet op voorhand in te schatten. Hetzelfde geldt mogelijke financiële gevolgen. Voor de aangekondigde voorstellen en andere stukken geldt dat eventuele financiële gevolgen voor de nationale overheid dienen te worden opgevangen op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement. Eventuele financiële gevolgen voor de EU-begroting dienen te worden ingepast binnen de huidige Financiële Perspectieven en opgevangen te worden door middel van herschikking.

4. Nederlandse positie over de mededeling

Nederland onderschrijft de notie dat open handel en investeringen van groot belang zijn voor de Europese economie. Dit geldt voor Nederland, als handelsland, nog meer dan voor de meeste andere lidstaten. Daarom is Nederland ook voorstander van intensivering van onderhandelingen in de lopende WTO-ronde, zodat die in 2011 tot een succesvol einde kunnen worden gebracht. De G20 gaven hiertoe onlangs de aanzet, vooral op aandrang van Europese leden daarvan.

Tegelijk streeft de EU met een vrij groot aantal landen naar vrijhandelsakkoorden gericht op wederzijds economisch voordeel. Met Zuid-Korea, Midden-Amerika, Peru en Colombia werden onderhandelingen al afgerond. Daarnaast onderhandelt de Europese Commissie nu met India en ASEAN-landen, de Samenwerkingsraad van Golfstaten, Canada en Zuid-Amerikaanse landen van de Mercosur (Brazilië, Argentinië, Uruguay en Paraguay). Voorts wordt verder gewerkt aan veelomvattende handelsakkoorden met buurlanden van de EU. Nederland steunt het streven van de Europese Commissie om de resterende onderhandelingen binnen afzienbare termijn tot een goed einde te brengen. Deze akkoorden zijn geen alternatief voor multilaterale handelsvrijmaking, maar een aanvulling daarop en mogelijk een stimulans daartoe.

De door de Commissie beoogde grotere assertiviteit in het optreden tegen handelsbelemmeringen elders en – vermeend – oneerlijke handelspraktijken ligt in lijn met het in het regeerakkoord opgenomen streven naar een «level playing field» voor Nederlandse (en Europese) bedrijven. Het aangekondigde jaarlijkse rapport over handels- en investeringsbarrières kan nuttige aanknopingspunten opleveren. Hierbij dient wel enige voorzichtigheid in acht te worden genomen, bijvoorbeeld waar het gaat om exportbelastingen van de armste ontwikkelingslanden. Nederland onderschrijft dat goede bescherming van intellectuele eigendomsrechten in derde landen en handhaving daarvan belangrijk zijn voor het innovatief vermogen van onze ondernemingen. Tegelijk dient echter spanning te worden voorkomen met internationaal erkende regelingen zoals op het gebied van noodzakelijke medicijnen voor ontwikkelingslanden. Bij het opleggen van heffingen n.a.v. mogelijke dumping – verkoop in Europa onder de prijs die in het land van herkomst gangbaar is – zal Nederland blijven toezien op een verstandige afweging van belangen van enerzijds Europese producenten en anderzijds consumenten, industriële verbruikers en de handel in Europa.

Het voornemen van de Commissie om te komen met een voorstel voor een juridisch instrument om reciprociteit bij toegang tot buitenlandse overheidsopdrachten te forceren, zal zorgvuldig moeten worden bestudeerd. Eventuele uitsluiting van buitenlandse aanbieders kan immers de prijs opdrijven die Europese aanbestedende diensten moeten betalen. Dit is in een tijd van budgettaire krapte niet aantrekkelijk. Landen die onder druk worden gezet, kunnen ook reageren met uitsluiting van Europese aanbieders. Nederland is geen voorstander van sluiting van de eigen markt voor overheidsopdrachten om andere landen onder druk te zetten.

De Commissiemededeling besteedt terecht aandacht aan duurzaamheidsaspecten. Nederland steunt de opvatting van de Commissie dat een wereldwijd akkoord prioriteit blijft voor de aanpak van klimaatverandering en dat aan grensmaatregelen in dit verband (heel) veel haken en ogen zitten. Bevordering van groene groei ziet ook Nederland als belangrijk onderdeel van de handelspolitiek. De hoofdstukken in handelsakkoorden over duurzame ontwikkeling, multilaterale onderhandelingen over vrijmaking van de handel in milieugoederen en -diensten, efficiënte allocatie van grondstoffen en energiedragers en uitbreiding van gebruik van rapportages over gevolgen voor duurzaamheid («sustainability impact assessments» over sociale, ecologische, milieu- en economische aspecten) passen in dit streven. Aandacht voor maatschappelijke vraagstukken in de context van handel is immers van belang ter verzekering van maatschappelijk draagvlak. In dit verband juicht Nederland ook de toenemende samenwerking toe tussen OESO, WTO en ILO op het snijvlak van arbeid en handel. Verder speelt handel een rol van belang in het Europese kerninitiatief «resource efficiënt Europe». De huidige economische situatie moet als een kans voor vergroening aangegrepen worden en Nederland zal er daarop scherp op toezien dat de groene agenda van Europa op handelsterrein de komende jaren handen en voeten krijgt.

De opmerkingen in de mededeling over de VS, China, Japan en de Russische Federatie kan Nederland onderschrijven. Wat Rusland betreft is toetreding tot de WTO belangrijk, met de VS dient vooral in overleg te worden voorkomen dat toekomstige regelgeving leidt tot nieuwe belemmeringen of conflicten, in de handel met Japan zijn vooral non-tarifaire maatregelen een obstakel en in het overleg met China staan de oorzaken van onevenwichtigheden en staatsbemoeienis met economische activiteit centraal.

Voor internationalisering van het MKB dient op EU-niveau met name te worden ingezet op het vervolmaken van de interne markt en openen van wereldmarkten. Daarnaast is het van belang de verschillende nationale netwerken in de Europese Unie te verbinden zodat ervaringen kunnen worden uitgewisseld en ondernemers via die netwerken in contact kunnen komen met partners in andere lidstaten.

De Commissie stelt terecht dat de EU niet kan verwachten dat de rest van de wereld automatisch aansluit bij Europese normen en standaarden voor goederen en diensten. Om afstemming daarvan mogelijk te maken zal de EU rekening moeten houden met internationale ontwikkelingen. Om een hoog beschermingsniveau te verenigen met toegankelijkheid van markten, ook voor ontwikkelingslanden.

Ten slotte wordt in de mededeling in algemene termen melding gemaakt van de noodzaak tot synergie tussen handelsbeleid en het – door het verdrag van Lissabon versterkte – bredere buitenlands beleid van de EU. De komende mededeling over handel en ontwikkeling is hiervan een voorbeeld. Nederland hecht zeer aan beleidscoherentie tussen handelspolitiek en ontwikkelingsbeleid en streeft naar systematische afstemming daarvan in EU-verband. De exportcontrole voor goederen van tweeërlei gebruik ligt op het snijvlak van interne markt, handelspolitiek en algemeen buitenlands beleid. Over deze exportcontrole zal de Commissie een (consultatief) groenboek opstellen.


XNoot
1

COM(2010)343, zie ook het BNC-fiche hierover.

Naar boven