nr. 46
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 20 november 1995
Tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer van 3 oktober 19951 is mij door het Kamerlid Van Heemst van de PvdA een vraag
gesteld naar aanleiding van de verkeersongevallencijfers over het eerste halfjaar
van 1995. De vraag van de PvdA betrof het beschikbaar stellen aan de Kamer
van een opgave per provincie van de op dit moment vijf gevaarlijkste wegvakken.
Zoals de Kamer bekend, is met het akkoord regionale verkeersveiligheid
de verantwoordelijkheid voor de coördinatie van het regionale verkeersveiligheidsbeleid
bij de provincies komen te liggen. In het bestuurlijk overleg van 7 september
1995 heb ik samen met het IPO en de VNG afspraken gemaakt over een verdere
aanscherping van de inzet van provincies en gemeenten en de daarbij behorende
verantwoordelijkheden. Binnen het kader van die verscherpte inzet is het belangrijk
de coördinerende rol op het provinciale niveau ook bij de beantwoording
van de vraag naar de gevaarlijkste wegvakken aan te spreken.
In de geest van het akkoord heb ik het IPO daarom gevraagd een voortrekkende
rol bij het bijeenbrengen en bundelen van de benodigde gegevens te vervullen.
Een afschrift van de brief aan het IPO terzake is bijgevoegd2 .
Ik verwacht uiterlijk binnen twee maanden over de resultaten van de inventarisatie
van de vijf gevaarlijkste wegvakken per provincie te kunnen beschikken. Zodra
de gegevens bekend zijn zal ik de Kamer nader informeren.
Overigens is er een duidelijke relatie met de door de Tweede kamer bij
de behandeling van de infrafondsbegroting 1994 aangenomen motie Van Gijzel
(23 400 A, nr. 19) van 14 december 1993 over verkeersonveilige weggedeelten.
Deze motie heeft betrekking op verkeersonveilige weggedeelten op het hoofdwegennet.
De reikwijdte van de vraag van het Kamerlid Van Heemst gaat verder.
Ze geldt zowel voor wegen in beheer bij Rijk, provincie, gemeenten en waterschappen.
Over de uitvoering van de motie Van Gijzel zal ik de Kamer apart informeren.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink