22 100
Meerjarenplan Verkeersveiligheid

nr. 25
MOTIE VAN HET LID VAN HEEMST C.S.

Voorgesteld in het nota-overleg van 13 maart 1995

De Kamer,

gehoord de beraadslaging;

overwegende, dat voor min of meer vergelijkbare vormen van roekeloos rijgedrag een eenduidige en overtuigende maximumstraf dient te gelden;

overwegende, dat het Openbaar Ministerie als uitgangspunt voor het vervolgingsbeleid het Wetboek van Strafrecht kan nemen in plaats van de Wegenverkeerswet;

verzoekt de regering te komen met voorstellen om de maximumstraf in bestaande regelgeving aan te scherpen dan wel te verhogen en te bevorderen dat het Openbaar Ministerie het vervolgingsbeleid aanpast,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Heemst

H. G. J. Kamp

Dankers

Naar boven