Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 november 2025
Op vrijdag 3 oktober jl. heeft de Hoge Raad der Nederlanden uitspraak gedaan in de
cassatieprocedure van de Staat der Nederlanden tegen Oxfam Novib c.s. over de uit-
en doorvoer van F-35-onderdelen vanuit Nederland naar Israël. Over deze uitspraak
is uw Kamer op 6 oktober jl. per brief geïnformeerd (Kamerstuk 22 054, nr. 466). Conform toezegging aan uw Kamer informeren wij u met voorliggende brief over de
opvolging van de uitspraak.
Zoals toegelicht in voorgenoemde brief heeft de Hoge Raad de Staat bevolen om de uit-
en doorvoer van F-35-onderdelen naar Israël opnieuw te beoordelen. Die herbeoordeling
heeft plaatsgevonden aan de hand van de op dit moment geldende omstandigheden.
Op 10 oktober, een week na de uitspraak van de Hoge Raad, is onder bemiddeling van
de VS en landen uit de regio een staakt-het-vuren (SHV) tot stand gekomen tussen Israël
en Hamas. Het SHV is fragiel maar houdt voorlopig stand. Israël en Hamas hebben zich
daaraan gecommitteerd. Ook worden meerdere internationale structuren opgetuigd om
het SHV verder te bestendigen – zoals het door de Verenigde Staten geleide Civil-Military Coordination Center (CMCC) en de nog op te richten International Stabilization Force (ISF) voor Gaza, waarover op dit moment in de VN-Veiligheidsraad wordt onderhandeld.
Onderwijl worden de gesprekken over fase twee van het vredesplan voortgezet.
Gelet op deze zeer recente ontwikkelingen rondom het SHV en de verdere uitwerking
van het vredesplan, is er sinds de uitspraak van de Hoge Raad sprake van een nieuwe
situatie op de grond, die de basis dient te vormen voor de nieuwe toetsing. Het kabinet
acht evenwel een periode van één maand te beperkt om een sluitend oordeel te kunnen
vellen over de duurzaamheid van het bestand.
Het kabinet besluit daarom tot een volgende herbeoordeling binnen een uiterlijke termijn
van zes maanden. Het kabinet besluit tevens op grond van de gedane herbeoordeling
de uitsluiting van Israël als eindbestemming voor de algemene vergunning AV009 te
handhaven.
Het bevel van de Hoge Raad en in het verlengde daarvan de uitgevoerde herbeoordeling
ziet niet op de uit- en doorvoer van F-35 onderdelen vanuit Nederland naar andere
landen. Het kabinet wil hierbij nog benadrukken dat het F-35-toestel voor de veiligheid
van Nederland en bondgenoten van cruciaal belang is. Het kabinet zal zich daarom blijven
inzetten voor een duurzame Nederlandse deelname aan het F-35 programma en de Nederlandse
positionering binnen de trans-Atlantische en Europese defensie-industrie.
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, A. de Vries
De Minister van Buitenlandse Zaken, D.M. van Weel