Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 november 2016
Conform het op 10 juni 2011 per brief gemelde aangescherpte wapenexportbeleid (Kamerstuk
22 054, nr. 165) en de motie van het lid El Fassed c.s. van 22 december 2011 over verlaging van de
drempelwaarde voor de versnelde parlementaire controle bij specifieke wapenexportaanvragen
naar € 2.000.000,– (Kamerstuk 22 054, nr. 181), ontvangt uw Kamer onderstaande informatie over een door Nederland afgegeven vergunning
ter waarde van USD$26.400.000,– voor uitvoer van militair materieel naar Jamaica.
Een Nederlands bedrijf heeft onlangs een exportvergunning verkregen voor de uitvoer
van twee patrouillevaartuigen naar Jamaica. De schepen worden zonder wapens geleverd
en op de schepen zijn funderingen aanwezig waarop alleen wapens met een klein kaliber
gemonteerd kunnen worden.
Eindgebruiker van de patrouillevaartuigen is de Jamaicaanse kustwacht. De kustwacht
zal de schepen gebruiken t.b.v. maritieme surveillance in de kustgebieden van Jamaica.
Dit omvat onder andere operaties om drugshandel, piraterij, en mensenhandel te bestrijden
en zoek- en red-operaties.
De aanvraag is getoetst aan de acht criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt
inzake wapenexport1. Deze toetsing, waarvan de essentie ten aanzien van de meest relevante criteria hieronder
wordt weergegeven, leidde tot het afgeven van de vergunning op basis van de volgende
argumenten:
-
• Mensenrechten (criterium 2:)
De Jamaicaanse regering respecteert over het algemeen de mensenrechten, maar er zijn
wel enkele zorgen. Met name de veiligheidssituatie van burgers is zorgwekkend door
o.a. de hoge mate van straffeloosheid, corruptie, discriminatie, beperkte en onvoldoende
rechtsgang en de slechte behandeling van gedetineerden. Aan de andere kant zijn rechten
als vrijheid van meningsuiting en een vrije pers wel gegarandeerd.
Gezien de aard, het eindgebruik en de eindgebruiker van onderhavige goederen (patrouillevaartuigen
voor maritieme surveillance door de kustwacht) is het zeer onwaarschijnlijk dat deze
transactie een negatieve invloed zal hebben op de hierboven geschetste mensenrechtensituatie.
-
• Regionale stabiliteit (criterium 4)
Regionaal gezien is Jamaica niet betrokken bij interstatelijke spanningen. Het land
heeft echter wel te kampen met grensoverschrijdende criminaliteit en drugshandel.
De afgelopen jaren is veel ingezet op het bestrijden van onder meer de cocaïnehandel,
wat ervoor gezorgd heeft dat Jamaica minder vaak als doorvoerland wordt gebruikt.
Gezien het eindgebruik van onderhavige goederen (patrouillevaartuigen t.b.v. onder
andere anti-drugshandel operaties) zouden de goederen positief kunnen bijdragen aan
de regionale stabiliteit.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.M.J. Ploumen
De Minister van Buitenlandse Zaken,
A.G. Koenders