Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 augustus 2013
Conform het op 10 juni 2011 per brief gemelde aangescherpte wapenexportbeleid (Kamerstuk
22 054, nr. 165) en de motie van het lid El Fassed c.s.
van 22 december 2011 over verlaging van de drempelwaarde voor de versnelde parlementaire
controle bij specifieke wapenexportaanvragen naar € 2.000.000,- (Kamerstuk 22 054, nr. 181) ontvangt uw Kamer onderstaande informatie over een door Nederland afgegeven vergunning
ter waarde van € 21.200.000,00 voor uitvoer van militair materieel naar Algerije.
Een Nederlands bedrijf heeft onlangs een exportvergunning verkregen voor de uitvoer
van radar- en C3 (command, control and communication) systemen naar Algerije via China, alwaar de Algerijnse marine 3 korvetten heeft
besteld. Eindgebruiker van deze goederen is de marine van Algerije, ten behoeve van
terrorismebestrijding en landsverdediging. De radar- en C3 systemen zullen in China
door personeel van het Nederlandse bedrijf gedeeltelijk ingebouwd worden in 3 korvetten
(enkel de niet gevoelige hard- en software), waarna de gevoelige hard- en software
in Algerije definitief zullen worden geïnstalleerd. Dit is onderdeel van de maatregelen
die zijn genomen om ongewenste kennisneming van informatie door Chinese bedrijven
of overheidsinstanties te voorkomen.
De aanvraag is getoetst aan de acht criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt
inzake wapenexport1. Deze toetsing, waarvan hier de essentie ten aanzien van de meest relevante criteria
wordt weergegeven, leidde tot het afgeven van de vergunning op basis van de volgende
argumenten:
Criterium 2 (mensenrechten): Bij de Algerijnse overheid bestaat enerzijds de politieke wil te voldoen aan de internationale
mensenrechtenstandaarden, anderzijds komen mensenrechtenschendingen nog steeds voor.
Er is sprake van spanningen tussen seculiere en islamitische stromingen waar de overheid
grip op wil houden. Zo is er een strakke overheidscontrole op religie. Op het gebied
van persvrijheid steekt Algerije positief af in de gehele Arabische regio. Gelet op
de aard van de goederen (radar- en C3 systemen) en de eindgebruiker (de marine van
Algerije) is niet te verwachten dat deze zullen bijdragen aan schendingen van mensenrechten.
Criterium 3 (interne conflicten): De onrust in andere landen in de regio is niet overgeslagen naar Algerije. Naar aanleiding
van een aantal demonstraties in de periode van 6 februari tot 12 februari 2011, gericht
op verbetering van de sociaaleconomische omstandigheden, heeft president Bouteflika
op 14 april 2011 hervormingen aangekondigd. De verkiezingswet in het land werd herzien
om de parlementaire democratie te verbeteren en de noodtoestand (van kracht sinds
9 februari 1992) werd opgeheven. Opheffing van de noodtoestand was een van de belangrijkste
eisen van de oppositie. Op dit moment is de situatie rustig.
Algerije heeft een legitieme veiligheidsbehoefte om zich te beschermen tegen terreuracties
zoals van islamitisch-fundamentalistische organisaties als de Al-Qaida au Maghreb
Islamique. Deze organisatie heeft met aanslagen vele tientallen doden op zijn naam
staan. Algerije heeft aangegeven belangstelling te hebben voor concrete samenwerking
met de EU inzake terrorismebestrijding, en ook Nederland werkt met Algerije samen
op dit gebied. Betreffende goederen kunnen bijdragen aan terrorismebestrijding op
zee.
Criterium 4 (regionale stabiliteit): De relatie van Algerije met buurland Marokko ligt nog altijd gevoelig. Algerije steunt
sinds 1976 de onafhankelijkheidsbeweging Polisario in zijn strijd tegen Marokko in
de Westelijke Sahara. Onder auspiciën van de VN trachten beide partijen al geruime
tijd tot overeenstemming te komen over dit conflict. De grenzen met Marokko zijn sinds
1994 gesloten na beschuldigingen van Algerijnse betrokkenheid bij een terroristische
aanslag op een hotel in Marrakech. De spanningen zijn echter van politieke aard en
een escalatie in militaire zin is vrijwel uitgesloten.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.M.J. Ploumen
De Minister van Buitenlandse Zaken,
F.C.G.M. Timmermans