22 054 Wapenexportbeleid

Nr. 218 BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING EN VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 maart 2013

Tijdens het Algemeen Overleg over het wapenexportbeleid op 14 februari jl. (Kamerstuk 22 054, nr. 216) hebben wij toegezegd uw Kamer conform de versnelde procedure per brief te informeren over het kabinetsbesluit om al dan niet een exportvergunning te verlenen voor de levering van overtollig landmachtmaterieel aan Jordanië.

Met deze brief willen wij u laten weten dat de exportvergunning voor deze verkoop nog niet is aangevraagd. De aanvraag van deze vergunning wordt pas eind 2013 verwacht. Tegen die tijd zullen wij u, conform de versnelde parlementaire rapportage bij de afgifte van een exportvergunning van € 2 miljoen of meer, na de vergunningafgifte per brief informeren over de toetsing aan de acht criteria van het EU Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexport.

Voor verdere uitleg over de procedure bij verkoop van overtollig defensiematerieel verwijzen wij naar de zojuist verzonden kamerbrief over de procedure bij de vergunningverlening voor export van militaire en dual use goederen dd. 27 maart jl. (Kamerstuk 22 054, nr. 217).

De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Naar boven