nr. 14
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Zoetermeer, 5 december 1997
Op 6 november 1996 hebben de minister van Binnenlandse Zaken en ondergetekende
in het overleg met de vaste commissies voor Binnenlandse Zaken en voor Onderwijs,
Cultuur en Wetenschappen over verwijdering en vernietiging van dossiers
van de Binnenlandse Veiligheidsdienst toezending van nadere informatie
toegezegd (Vergaderjaar 1995–1996, 22 036, nr. 13). Het betrof
het rapport van de Rijksarchiefdienst uit 1995 over diens onderzoek naar vernietiging
bij de BVD in het verleden en de door de BVD in het verleden gehanteerde vernietigingslijsten
en de processen-verbaal van vernietiging.
De toegezegde bescheiden zend ik u bij deze, mede namens de minister van
Binnenlandse Zaken.1 Over de toezending is enige
tijd heengegaan, omdat over de openbaarmaking van de vernietigingslijsten
en processen-verbaal, die oorspronkelijk vertrouwelijk waren gerubriceerd,
met enkele betrokkenen overleg moest worden gevoerd.
Tevens maak ik gebruik van de mogelijkheid de Kamer nader te informeren
over de stand van zaken met betrekking tot de selectielijst voor de BVD. De
selectielijst is inmiddels door de minister van Binnenlandse Zaken en ondergetekende
vastgesteld. De lijst wordt binnenkort openbaar gemaakt. In de selectielijst
zijn alle in de loop der tijd aan de Tweede Kamer toegezegde bijstellingen
verwerkt.
De vaststelling van de selectielijst betekent niet dat er thans BVD-archiefbescheiden
worden vernietigd. Zoals besproken tijdens het overleg van 6 november 1996
voert de Centrale Archief Selectiedienst (CAS) eerst een proefbewerking uit.
Daarbij wordt rekening gehouden met de wens van de Kamer om te bezien of de
selectielijst wel voldoende recht doet aan de analyses die aan de lijst ten
grondslag liggen. Over de resultaten van de proefbewerking – die inmiddels
in een vergevorderd stadium verkeert – wordt advies gevraagd aan de
Raad voor Cultuur.
Met de Raad voor Cultuur heeft inmiddels overleg plaatsgevonden over de
wijze waarop de Raad zijn advisering wil vormgeven. Nadat de Raad advies
heeft uitgebracht zal de Kamer nader bericht ontvangen. Pas daarna kan sprake
zijn van de daadwerkelijke vernietiging van archiefbescheiden.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, mede
namens de Minister van Binnenlandse Zaken,
A. Nuis