Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 oktober 2013
Op vrijdag 27 september 2013 heeft het kabinet zijn steun uitgesproken voor het voorstel
van NS en NMBS voor een alternatieve invulling van hun verplichtingen voor het rijden
over de HSL-Zuid. Het vervoeraanbod en de toetsing hiervan worden beschreven in mijn
begeleidende brief van 27 september 2013 (Kamerstuk 22 026, nr. 430). In deze brief beschrijf ik de stand van zaken met betrekking tot het geluid op
de HSL-Zuid, tegen de achtergrond van het voorstel van NS en NMBS.
Naar aanleiding van het voorstel van NS en NMBS heb ik controleberekeningen laten
uitvoeren door ProRail en TNO om inzicht te krijgen in mogelijke consequenties voor
de geluidbelasting voor omwonenden langs het spoor. Zie hiervoor het bijgevoegd memo1. De normen en grenswaarden voor geluid langs de HSL-Zuid veranderen niet als gevolg
van het voorstel van NS en NMBS. Er is voor de eindsituatie (Thalys + IC200 + Eurostar)
en de situatie voor de middellange termijn (Thalys + HST-Prio + Eurostar) onderzoek
gedaan naar zowel de wettelijke kaders (geluidproductie-plafonds conform de wet SWUNG)
als de grenswaarden uit het Tracébesluit. De conclusie van deze berekeningen luidt
dat de voorgestelde dienstregeling voor beide situaties zal passen binnen de wettelijke
kaders (zijnde de geluidproductie-plafonds). Dit betekent dat de normen niet worden
overschreden. Hier zie ik op toe.
Het besluit van NS en NMBS om niet door te gaan met het V250-materieel en zich in
plaats hiervan te richten op de verlengde inzet van HST-Prio materieel en de inzet
van het IC200 materieel, kan gevolgen hebben voor de hoogte van de geluidsimmissie
ten opzichte van de grenswaarden uit het Tracébesluit. De geluidmetingen langs de
HSL-Zuid hebben immers uitgewezen dat de effectiviteit van de reeds getroffen geluidmaatregelen
(geluidscherm en/of halfverdiepte ligging) minder groot is dan de rekenmodellen destijds
voorspeld hebben voor de eindsituatie.
Berekeningen gericht op het HST-Prio materieel uit het verleden hebben uitgewezen
dat deze treinen minder geluid produceren en zorgen voor een lagere geluidbelasting
dan de voorziene situatie met het V250-materieel. Dit volgt vooral uit de lagere rijsnelheid
van het HST-Prio materieel. TNO heeft ook een berekening uitgevoerd naar de gevolgen
voor de eindsituatie met het toekomstig IC200 materieel.
Deze berekeningen betreffen een combinatie van wat materieel op de HSL-Zuid aan geluid
mag produceren, toepassing van het Reken- en Meetvoorschrift en de resultaten uit
eerder uitgevoerde geluidmetingen (aangepast model).
Uit deze berekeningen blijkt dat de totale geluidbelasting waarschijnlijk lager zal
zijn dan de voorziene situatie met het V250-materieel, maar nog steeds boven de grenswaarden
uit het Tracébesluit uitkomt.
In mijn brief van 25 april 2103 (Kamerstuk 22 026, nr. 399) heb ik uw Kamer op basis van de toen uitgevoerde geluidimmissiemetingen gemeld dat
ik de keuze van mijn ambtsvoorganger, om in de gemeente Lansingerland een geluidmaatregelen-pilot
op te starten, voortzet. De reden daarvoor was dat TNO begin dit jaar concludeerde
dat de berekende geluidbelasting, bij vijf van de acht woningen waar het geluid was
gemeten, in de eindsituatie hoger zal zijn dan de grenswaarden uit het Tracébesluit.
Uit de laatste berekeningen met de nieuw voorgestelde dienstregeling blijkt dat dit,
hoewel iets minder, nog steeds het geval is.
Dit leidt tot de conclusie dat de geluidmaatregelen-pilot te Lansingerland onverkort
wordt voortgezet. Deze pilot zal uitwijzen welke geluidmaatregelen kunnen worden getroffen
langs de HSL-Zuid. Het effect van het voorstel van NS en NMBS zal hierin worden meegenomen.
Indien de berekeningen wijzen op een overschrijding van de normen en grenswaarden
die zijn afgesproken, zal ik doelmatige maatregelen laten treffen.
Ik heb over dit onderwerp brieven ontvangen van een aantal gemeenten langs de HSL-Zuid.
Ik zal zoals gebruikelijk in gesprek treden met deze gemeenten over de inhoud van
deze brieven.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld