22 026 Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam-Brussel-Parijs en Utrecht-Arnhem-Duitse grens

Nr. 434 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 oktober 2013

Op vrijdag 27 september 2013 heeft het kabinet zijn steun uitgesproken voor het voorstel van NS en NMBS voor een alternatieve invulling van hun verplichtingen voor het rijden over de HSL-Zuid. Het vervoeraanbod en de toetsing hiervan worden beschreven in mijn begeleidende brief van 27 september 2013 (Kamerstuk 22 026, nr. 430). In deze brief beschrijf ik de stand van zaken met betrekking tot het geluid op de HSL-Zuid, tegen de achtergrond van het voorstel van NS en NMBS.

Naar aanleiding van het voorstel van NS en NMBS heb ik controleberekeningen laten uitvoeren door ProRail en TNO om inzicht te krijgen in mogelijke consequenties voor de geluidbelasting voor omwonenden langs het spoor. Zie hiervoor het bijgevoegd memo1. De normen en grenswaarden voor geluid langs de HSL-Zuid veranderen niet als gevolg van het voorstel van NS en NMBS. Er is voor de eindsituatie (Thalys + IC200 + Eurostar) en de situatie voor de middellange termijn (Thalys + HST-Prio + Eurostar) onderzoek gedaan naar zowel de wettelijke kaders (geluidproductie-plafonds conform de wet SWUNG) als de grenswaarden uit het Tracébesluit. De conclusie van deze berekeningen luidt dat de voorgestelde dienstregeling voor beide situaties zal passen binnen de wettelijke kaders (zijnde de geluidproductie-plafonds). Dit betekent dat de normen niet worden overschreden. Hier zie ik op toe.

Het besluit van NS en NMBS om niet door te gaan met het V250-materieel en zich in plaats hiervan te richten op de verlengde inzet van HST-Prio materieel en de inzet van het IC200 materieel, kan gevolgen hebben voor de hoogte van de geluidsimmissie ten opzichte van de grenswaarden uit het Tracébesluit. De geluidmetingen langs de HSL-Zuid hebben immers uitgewezen dat de effectiviteit van de reeds getroffen geluidmaatregelen (geluidscherm en/of halfverdiepte ligging) minder groot is dan de rekenmodellen destijds voorspeld hebben voor de eindsituatie.

Berekeningen gericht op het HST-Prio materieel uit het verleden hebben uitgewezen dat deze treinen minder geluid produceren en zorgen voor een lagere geluidbelasting dan de voorziene situatie met het V250-materieel. Dit volgt vooral uit de lagere rijsnelheid van het HST-Prio materieel. TNO heeft ook een berekening uitgevoerd naar de gevolgen voor de eindsituatie met het toekomstig IC200 materieel.

Deze berekeningen betreffen een combinatie van wat materieel op de HSL-Zuid aan geluid mag produceren, toepassing van het Reken- en Meetvoorschrift en de resultaten uit eerder uitgevoerde geluidmetingen (aangepast model).

Uit deze berekeningen blijkt dat de totale geluidbelasting waarschijnlijk lager zal zijn dan de voorziene situatie met het V250-materieel, maar nog steeds boven de grenswaarden uit het Tracébesluit uitkomt.

In mijn brief van 25 april 2103 (Kamerstuk 22 026, nr. 399) heb ik uw Kamer op basis van de toen uitgevoerde geluidimmissiemetingen gemeld dat ik de keuze van mijn ambtsvoorganger, om in de gemeente Lansingerland een geluidmaatregelen-pilot op te starten, voortzet. De reden daarvoor was dat TNO begin dit jaar concludeerde dat de berekende geluidbelasting, bij vijf van de acht woningen waar het geluid was gemeten, in de eindsituatie hoger zal zijn dan de grenswaarden uit het Tracébesluit. Uit de laatste berekeningen met de nieuw voorgestelde dienstregeling blijkt dat dit, hoewel iets minder, nog steeds het geval is.

Dit leidt tot de conclusie dat de geluidmaatregelen-pilot te Lansingerland onverkort wordt voortgezet. Deze pilot zal uitwijzen welke geluidmaatregelen kunnen worden getroffen langs de HSL-Zuid. Het effect van het voorstel van NS en NMBS zal hierin worden meegenomen. Indien de berekeningen wijzen op een overschrijding van de normen en grenswaarden die zijn afgesproken, zal ik doelmatige maatregelen laten treffen.

Ik heb over dit onderwerp brieven ontvangen van een aantal gemeenten langs de HSL-Zuid. Ik zal zoals gebruikelijk in gesprek treden met deze gemeenten over de inhoud van deze brieven.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven