nr. 187
BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 november 2003
Onder verwijzing naar de Procedureregeling Grote Projecten verzoekt de
vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat u haar voorstel tot beëindiging
van de status van groot project van de projecten HSL-Oost en Rekening Rijden
ter besluitvorming aan Kamer voor te leggen.
Het advies van de commissie voor de Rijksuitgaven is als bijlage bij deze
brief opgenomen.
De voorzitter van de commissie,
Ten Hoopen
De griffier van de commissie,
Roovers
Aan de voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven
Den Haag, 16 april 2003
De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat heeft in haar procedurevergadering
van 16 april 2003 besloten de Kamer voor te stellen om de grootprojectstatus
van de projecten HSL-Oost en Rekening Rijden te beëindigen. De commissie
ziet daarbij af van de mogelijkheid om de minister van Verkeer en Waterstaat
te vragen om een eindevaluatie van deze projecten. Conform artikel 7, lid
3 van de Procedureregeling grote projecten verzoek ik hierbij de commissie
voor de Rijksuitgaven advies uit te brengen over dit besluit.
De voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat,
De Pater-van der Meer
Aan de voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat
's-Gravenhage, 20 mei 2003
Aanleiding
In uw brief van 16 april jl. (RU003-005) heeft u de commissie voor de
Rijksuitgaven verzocht advies uit te brengen over het besluit van uw commissie
om de Kamer voor te stellen de projecten «HSL-Oost» en «Rekening
rijden» te beëindigen als groot project, zoals bedoeld in artikel
7 van de procedureregeling grote projecten (kamerstuk 28 247 nr. 1).
Advies
De commissie voor de Rijksuitgaven heeft besloten positief te adviseren
op uw verzoek.
De formele beëindiging van de status «groot project»
ligt in de rede omdat beide projecten, zij het om uiteenlopende redenen, al
enkele jaren als groot project een «slapend bestaan» hebben. Om
die reden kan de commissie voor de Rijksuitgaven uw besluit ondersteunen om
in deze bijzondere gevallen af te zien van de gebruikelijke eindevaluatie.
Onderstaand wordt voor beide projecten afzonderlijk ingegaan op de afwegingen
die aan dit advies ten grondslag liggen.
HSL-Oost
Op 14 december 1999 besloot de Kamer om HSL-Oost aan te wijzen als groot
project. Sindsdien is de Kamer weliswaar regelmatig op de hoogte gehouden
van relevante ontwikkelingen rond de HSL-Oost, maar van een systematisch rapportage
conform de procedureregeling grote projecten (vergelijkbaar met HSL-Zuid en
Betuweroute) is het nooit gekomen. Dit heeft wellicht te maken met het feit
dat ten tijde van het bestempelen van HSL-Oost als groot project de verwachting
was dat dit een nieuw aan te leggen spoorlijn zou worden. Gekozen is evenwel
voor opwaardering en aanpassing van het bestaande spoor.
Aangezien HSL-Oost als groot project nimmer van start is gegaan (er is
nooit een basisrapportage of voortgangsrapportage verschenen), is de vaste
commissie voor Verkeer en Waterstaat van mening dat de informatievoorziening
aan de Kamer ook op reguliere wijze kan geschieden (i.c. via begroting/MIT,
het jaarverslag, door brieven, etc.).
Beëindiging van de grootprojectstatus ligt naar het oordeel van de
commissie voor de Rijksuitgaven derhalve in de rede. Een eindevaluatie is
niet aan de orde aangezien het project (als «gewoon project»)
gewoon nog doorloopt en pas over enkele jaren zal zijn afgerond.
Rekening Rijden
Het groot project Rekening Rijden heeft een bijzondere geschiedenis. Op
28 april 1988 besloot de Kamer het «Bereikbaarheidsplan voor de Randstad»
aan te merken als groot project. Een belangrijk element van dit bereikbaarheidsplan
vormde de ideeën voor introductie van rekening rijden. In maart 1989
en in januari 1990 verschenen de 1e en 2e voortgangsrapportage van dit groot
project. Daarna volgden enkele jaren van stilte. In 1998 volgde een wetsvoorstel
«Wet op het Rekening Rijden» (25 816 nrs. 1–3). De
vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat besloot toen expliciet de status
van groot project te handhaven (zie kamerstuk 20 389, nr. 34/bijlage
2). Sindsdien wordt het project gemakshalve als «rekening rijden»
aangeduid. Voortgangsrapportages zijn er evenwel nooit meer gekomen,
omdat de wet niet is aangenomen. In de jaren daarna volgden diverse beleidswijzigingen
(zo werd «rekening rijden» vervangen door het concept van kilometerheffing)
en raakte «rekening rijden» als groot project en zelfs als term
achterhaald.
Hoewel «rekening rijden» c.q. het «Bereikbaarheidplan
voor de Randstad», formeel nog een groot project is, kan gezien het
voorgaande betoogd worden dat het materieel deze status niet meer heeft. Formele
beëindiging ligt naar het oordeel van de commissie voor de Rijksuitgaven
derhalve in de rede en een eindevaluatie acht zij niet meer zinvol.
De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven,
B. M. de Vries