21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 926 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 mei 2022

Tijdens het Railforum congres «The future of Rail» heeft Wim van de Camp, de Nederlandse ambassadeur van het Europees jaar van het spoor1, zijn eindverslag aan mij aangeboden. Het Europees jaar van het spoor heeft in 2021 de spoorsector in de volle breedte gemotiveerd om de waarde en mogelijkheden van het spoorvervoer op Europees en nationaal niveau onder de aandacht te brengen. De speciale trein de «Connecting Europe Express»2 die in september en oktober 2021 door Europa reed heeft vele stakeholders samengebracht en heeft verbindingen gelegd tussen de lidstaten en de EU agenda op het gebied van spoor. Met de trein «Rail to the Cop»3 van Amsterdam naar Glasgow was er veel aandacht voor het spoor als klimaatvriendelijke wijze van vervoer. De raadsconclusies uit juni 2021 over het bevorderen van spoorvervoer4 benadrukten het belang van modal shift van CO2-intensieve transportmodaliteiten naar spoor bij het behalen van de klimaatdoelen.

Wim van de Camp wil ik van harte bedanken voor zijn inzet en resultaten als ambassadeur van het Europees jaar van het spoor. Voor de vele bijeenkomsten die er tijdens het Europees jaar van het spoor zijn georganiseerd was hij een belangrijk aanspreekpunt en gezicht voor de spoorsector. In het eindverslag heeft hij knelpunten voor het ontwikkelen van internationaal spoor, zowel voor wat betreft personenvervoer als goederenvervoer, geadresseerd. Op hoofdlijnen herken ik de conclusies van het eindverslag die ik als bijlage5 meestuur bij deze brief.

Mede naar aanleiding van deze conclusies zet ik mij de komende periode in voor:

  • Een voortgangsbericht per juni 2022 aan de EU transportministers van het platform International Rail Passengers waarin de samenwerking van de 27 lidstaten die ondertekenaar waren van de ministersverklaring 2020, wordt gepresenteerd. Hierbij gaat het onder andere om rail ticketing, verbeteren van internationale dienstregelingen en bevorderen van nieuwe internationale treindiensten;

  • De deelname van Nederland en / of Nederlandse bedrijven aan de te verwachten uitvraag van de Europese Commissie voor pilot projecten ten aanzien van nieuwe en innovatieve internationale diensten voor personenvervoer per spoor;

  • Een betere beschikbaarheid van treinkaartjes voor de internationale treinreiziger. Onder andere zal ik NS vragen mij te informeren over de impact van de implementatie van «CER roadmap rail ticketing»6 inclusief de verwachte realisatiedata. In dit strategiedocument van Europese spoorvervoerders verenigd in CER worden de acties voor de gewenste verbetering van verkrijgbaarheid van internationale treintickets geschetst;

  • Een bijdrage van Nederland aan de EU impact assesment voor grensoverschrijdend spoorvervoer7. Het gaat hierbij o.a. om een beoordeling van het Europese raamwerk voor capaciteitsmanagement. Dit is van belang voor het kunnen realiseren van internationaal spoorvervoer, zowel personenvervoer als goederenvervoer. Deze impact assesment is een vervolg op de evaluatie van de verordening van de spoorgoederencorridors 913/2010/EC. Komende winter zal ik uw Kamer informeren over de voortgang van mijn inzet.

De conclusies en aanbevelingen van het verslag zijn gericht aan vele publieke en private actoren. Ik zal de aanbevelingen verder bestuderen en in toekomstige brieven aan uw Kamer over met name internationaal personenvervoer en spoorgoederenvervoer terug komen op die punten waar ik meerwaarde zie voor additionele actie.

Het eindverslag markeert het slot van de Nederlandse inzet voor het Europese jaar van het spoor in 2021. In 2022 is het Europese jaar van de jongeren gestart8. Ook voor de spoorsector is het belangrijk om daaraan invulling te geven. Het is namelijk van groot belang dat de spoorwegsector aantrekkelijk is voor jongeren als klant (reiziger, verlader) maar ook als mogelijke werknemer en ondernemer. Ik moedig de Nederlandse spoorsector dan ook aan om ook aan dit themajaar invulling te geven.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat V.L.W.A. Heijnen

Naar boven