21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 831 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 oktober 2020

Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele Energieraad die op 5 oktober 2020 plaatsvond onder Duits voorzitterschap in de vorm van een videoconferentie. Daarnaast reageer ik op enkele toezeggingen die ik u eerder heb gedaan, en verzoeken die ik heb ontvangen.

Informele Energieraad

In verband met de recente ontwikkelingen rond COVID-19 heeft het Duits voorzitterschap besloten de informele Energieraad digitaal te laten plaatsvinden. Wegens de digitale opzet van de Raad werd slechts één tafelronde gehouden. Deze tafelronde ging over het voorstel van de Europese Commissie om het Europese broeikasgasreductiedoel voor 2030 op te hogen naar 55% en hoe dit nieuwe doel te bereiken. Daarbij heeft het voorzitterschap aangegeven dat de EU-strategie waterstof, die eerder wel geagendeerd stond, besproken zal worden tijdens de Energieraad in december.

Joint Project Mechanism

Middels deze brief informeer ik uw Kamer tevens over de mogelijkheden om het Joint Project Mechanism (gericht op energie-investeringen in het buitenland) in de toekomst in te zetten, conform mijn toezegging tijdens de begrotingsbehandeling van 20 november 2019 om dit te onderzoeken.

De mogelijkheid bestaat om het Joint Project Mechanism in te zetten voor energie-investeringen in het buitenland. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door een aparte categorie voor deze gezamenlijke projecten open te stellen binnen de SDE++. De focus van het kabinet ligt op dit moment echter op de uitvoering van de nationale afspraken die gemaakt zijn in het Klimaatakkoord. Desalniettemin zoekt Nederland op veel thema’s internationale samenwerking met andere lidstaten op. Een mooi voorbeeld hiervan is de energiesamenwerking met Denemarken, waarover ik u heb geïnformeerd in mijn brief van 19 juni jl. (Kamerstuk 2020Z11652). Een ander voorbeeld is de samenwerking met Portugal, onlangs bestendigd met de ondertekening van een Memorandum of Understanding met als doel om samen te werken bij het opzetten van een import-exportketen van groene waterstof vanuit Portugal naar Nederland.

Analyse INEK’s

Op 17 september jl. heeft de Europese Commissie een brede analyse van de Integrale Nationale Energie en Klimaatplannen (INEK’s) gepubliceerd. Eind vorig jaar dienden lidstaten hun INEK’s in te dienen, conform de EU Governance Regulation.1 Hierin zetten lidstaten uiteen hoe zij aan de Europese 2030-doelen zullen bijdragen. Deze analyse is een samenvatting van de belangrijkste bevindingen uit de INEK’s van alle lidstaten, op EU-niveau, en bevat geen aankondiging van nieuw beleid. Omdat deze mededeling geen nieuw beleid bevat, wordt hier geen BNC-fiche voor opgesteld. Wel wordt er verwezen naar de mededeling over het ophogen van het EU 2030-broeikasgasreductiedoel en bijbehorend Impact Assessment, die op dezelfde datum zijn gepubliceerd en waarvoor de informatie uit de INEK’s ook is gebruikt. De Kamer zal middels een BNC-fiche worden geïnformeerd over de beoordeling van het kabinet ten aanzien van deze mededeling.

De Commissie concludeert dat lidstaten hun energie en klimaattransitie aan het versnellen zijn naar aanleiding van het EU-doel om in 2050 volledig klimaatneutraal te zijn. Bijna alle lidstaten hebben plannen om kolen uit te faseren, of hebben een uitfaseringsdatum vastgesteld. De analyse laat zien dat bij volledige implementatie van de plannen in de INEK’s, het huidige 2030 broeikasgasreductiedoel van 40% wordt behaald. De Commissie verwacht op basis van het aangekondigde beleid in de INEK’s een reductie van 41% ten opzichte van 1990, exclusief LULUCF2. Het EU-doel voor het aandeel hernieuwbaar wordt ook behaald. Verwacht wordt een bandbreedte van 33.1 tot 33.7%, ruim boven het huidige doel van 32% in 2030. Het EU-doel voor energie-efficiëntie is nog niet binnen bereik. Verwacht wordt een reductie in primair energieverbruik van 29,7% en een reductie van 29,4% voor finaal energieverbruik. Dit is wel meer dan uit de concept-INEK’s bleek, die eind 2018 moesten worden ingediend, maar komt nog te kort voor het algehele doel van 32.5%.

Nederland voldoet aan de verwachte nationale bijdrage aan de huidige Europese doelen voor 2030 voor hernieuwbaar en energie-efficiëntie. In oktober publiceert de Commissie een analyse van de individuele INEK’s ingediend door de lidstaten, samen met het rapport over de Staat van de Energie Unie.

EU-raadpleging Trans-European energy infrastructure – revision of Guidelines

Tot slot meld ik u in reactie op het verzoek van uw vaste Kamercommissie voor Economische Zaken en Klimaat (d.d. 17 juni 2020) dat ik heb besloten om niet op EU-raadpleging Trans-European energy infrastructure – revision of Guidelines te reageren. Deze consultatie was met name gericht op andere stakeholders, zoals bedrijven en projectpromotors.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes


X Noot
1

Regulation (EU) 2018/1999: Governance of the Energy Union and Climate Action

X Noot
2

Land use, land-use change, and forestry

Naar boven