21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 462 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 januari 2014

In mijn brief van 23 augustus jl. (Kamerstuk 21 501-33, nr. 431) heb ik u toegezegd begin 2014 een brief te sturen, waarin ik in zou gaan op de problematiek rond handhaving van cabotage en tevens een reactie zou geven op het rapport «De vrachtwagenchauffeur aan het woord» van de SP.

Cabotage

Op 1 juli 2013 is de gewijzigde WWG in werking getreden. Daarmee werd het voor de ILT mogelijk handhavend op te treden tegen overtreding van de cabotageregels. De ILT is in dit kader op 1 juli jl. gestart met objectinspecties (controle van voertuigen langs de weg) en administratiecontroles bij bedrijven. Bij deze inspecties is bewust gekozen voor selectieve controles, gericht op een zo groot mogelijke pakkans. De hieruit voortkomende informatie geeft mij een eerste beeld van de problematiek, maar dit beeld is niet representatief voor Nederland. Ik wil daarom de inspectieresultaten eerst ook in een breder kader plaatsen. Ik heb een extern bureau hiertoe opdracht gegeven. Dit onderzoek vergt echter meer tijd dan voorzien. Zodra dit onderzoek afgerond is, zal ik het u doen toekomen.

Het rapport «De vrachtwagenchauffeur aan het woord»

Tijdens ons mondeling overleg van 2 juli jl. heb ik u toegezegd te reageren op het rapport «De vrachtwagenchauffeur aan het woord» van de SP (Handelingen II 2012/13, nr. 102, items 5, blz. 1–2). In dit rapport wordt op basis van interviews met 3.000 chauffeurs een beeld gegeven van misstanden in het wegvervoer.

Voordat ik inga op de aan mij gerichte aanbevelingen wil ik eerst in algemene zin wijzen op het Actieplan schijnconstructies, dat medio 2013 door de Minister van Sociale zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer is aangeboden (Kamerstuk 17 050, nr. 428). Ik ben bij dit traject nauw betrokken. In het kader van dit traject is een afzonderlijke werkgroep Transport ingesteld, die zich buigt over de gesignaleerde problematiek in de transportsector. Veel van de in het rapport gesignaleerde problematiek komt hier aan de orde. U bent over de voortgang van de uitvoering van het Actieplan geïnformeerd bij brief van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 26 november jl.1

Het rapport bevat zes aan mij gerichte aanbevelingen.

  • Het vastleggen van de cabotageregels in de wet: zoals hierboven aangegeven is dit inmiddels gebeurd. De gewijzigde Wet wegvervoer goederen is op 1 juli 2013 in werking getreden.

  • Uitbreiding van het aantal inspecteurs om effectief te kunnen handhaven: ik kom hierop terug, zodra het onderzoek naar overtreding van de cabotageregels is afgerond.

  • Open apart meldpunt transport: de ILT heeft al een Meld- en Informatiecentrum (MIC). Het MIC behandelt vragen en meldingen van zowel burgers en bedrijven als collega-instanties. Het MIC bestrijkt het totale werkterrein van de ILT, dus betrokkenen kunnen hier ook terecht voor meldingen met betrekking tot wegtransport. Het MIC registreert de meldingen, beoordeelt de urgentie en zet meldingen indien nodig naar het betreffende inspectiedomein. Dit kan vervolgens resulteren in (eventueel directe) toezichtacties, incidentafhandeling of een nadere analyse. De ILT zal de meldingen bij het MIC met betrekking tot het wegtransport monitoren.

  • Pak brievenbusmaatschappijen aan: dit onderwerp heeft de aandacht in het kader van het Actieplan schijnconstructies. Er zijn signalen dat het hierbij met name zou gaan om Duitse postbusondernemingen. In de voortgangsrapportage, die mijn collega van SZW u op 26 november jl. heeft gestuurd, is aangegeven dat het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, de inspectiediensten en de Belastingdienst zullen bezien welke signalen er precies zijn en of het opportuun is om hierover met Duitse partners informatie uit te wisselen.

  • Registreer buitenlandse chauffeurs: over de wenselijkheid van het invoeren van een meldingssysteem voor buitenlandse werknemers heeft de Minister van SZW u bij brief van 17 maart 2013 geïnformeerd2. Conclusie was dat de Belastingdienst, de Inspectie SZW, UWV en SVB onvoldoende meerwaarde zagen voor de handhaving om de extra administratieve lasten voor werkgevers van een dergelijk meldingssysteem te rechtvaardigen. Verder heeft het Europese Hof van Justitie geoordeeld dat de Belgische meldingsplicht in strijd is met het vrije dienstenverkeer, voor zover het gaat om de registratie van zelfstandigen. Hierdoor kunnen schijnzelfstandigen niet door middel van een meldingsplicht worden getraceerd. Op grond hiervan werd geconcludeerd dat een meldingssysteem geen toegevoegde waarde heeft.

    Het voorgaande geldt ook voor de handhaving van cabotagevoorschriften. Registratie van buitenlandse chauffeurs die mogelijk binnen Nederland op de weg rijden, geeft daarnaast ook geen inzicht in het door deze chauffeurs eventueel uitgevoerde (illegale) cabotagevervoer.

  • Vergunning koppelen aan het kenteken van het voertuig: daar het bij cabotage niet om Nederlandse kentekens gaat, maar juist om buitenlandse, zal het koppelen van de vergunning aan het kenteken van een voertuig niet bijdragen aan de aanpak van illegale cabotage. Ik verwacht echter dat een dergelijke koppeling wel een positieve bijdrage zou kunnen leveren aan de handhaving op andere aspecten. De mogelijkheden en de voorwaarden waaronder een koppeling succesvol kan zijn worden daarom in de komende tijd onderzocht.

Het rapport bevat ook een aantal aan Europa gerichte aanbevelingen. Bij de aanbevelingen wordt in algemene zin aangegeven, dat het sleutelwoord bij de verbetervoorstellen is het beter controleren van de huidige regels. Ik verwijs hierbij naar mijn brief van 27 februari 20133, waarin ook ik aangeef in Europees verband vooral in te willen zetten op een eenduidige interpretatie en handhaving van de huidige cabotage- en aanverwante voorschriften in alle lidstaten en niet op een verruiming van de bestaande Europese voorschriften.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Kamerstuk 17 050, nr. 447

X Noot
2

Kamerstuk 17 050, nr. 427

X Noot
3

Kamerstuk 21 501-33, nr. 408

Naar boven