21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 797 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juli 2014

Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de Landbouw- en Visserijraad die plaatsvond op 14 juli jl. in Brussel.

Het Italiaanse voorzitterschap heeft aan de Raad zijn werkprogramma op het terrein van landbouw en visserij gepresenteerd. Tevens is een debat gevoerd over de toekomst van de zuivelsector. Dit debat heeft ondanks mijn inzet niet tot aanname van Raadsconclusies over de toekomst van de zuivelsector geleid. Ook heeft een gedachtewisseling plaatsgevonden over het voorstel voor een verordening inzake biologische productie en etikettering van biologische producten.

Op het gebied van visserij presenteerde de Europese Commissie de Mededeling over de vangstmogelijkheden visserij 2015. Hierover vond een gedachtewisseling plaats.

Onder het punt diversen heb ik aandacht gevraagd voor het artikel in het blad Nature inzake de effecten van het gewasbeschermingsmiddel imidacloprid op vogels. Verder heeft de Europese Commissie een toelichting gegeven over de toewijzing van ICANN-domeinen en heeft de Europese Commissie de stand van zaken weergegeven over de onderhandelingen over de visserijprotocollen tussen de EU enerzijds en Mauritanië en Marokko anderzijds. Op verzoek van Zweden is gesproken over voedselfraude en de controle hierop.

Werkprogramma Italiaans voorzitterschap

(Presentatie voorzitterschap)

Het Italiaanse voorzitterschap heeft zijn werkprogramma voor juli-december 2014 gepresenteerd op het gebied van landbouw en visserij. Ik heb de presentatie aangehoord.

Het voorzitterschap gaf aan voedselzekerheid van belang te vinden. Zowel de informele landbouwraad in september als de Expo 2015 in Milaan zullen op dit thema gericht zijn. Het voorzitterschap zal ook inbreng willen leveren voor de mid-term review van de EU-2020 strategie inzake duurzame en inclusieve groei. Het debat zal vooral gericht zijn op het stimuleren van werkgelegenheid voor jongeren in de agrarische sector. Het voorzitterschap zal zich verder richten op de voortgang van de onderhandelingen over het voorstel voor een verordening voor biologische productie en etikettering, de voorstellen inzake schoolfruit en schoolmelk en de voortgang van het plant- en diergezondheidspakket. Verder zal het Italiaanse voorzitterschap zich richten op de implementatie van de EU-wetgevingsvoorstellen inzake het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB); het betreft hierbij vooral de gedelegeerde handelingen inzake directe betalingen. Daarnaast zal het Italiaanse voorzitterschap zich richten op de onderhandelingen over de handelsakkoorden tussen de EU en derde landen, ook in mondiaal verband (Mercosur).

Op visserijgebied zal het Italiaanse voorzitterschap zich richten op de implementatie van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) en de inwerkingtreding van het Europees Maritiem en Visserijfonds. Verder zal het voorzitterschap zich richten op de versterking van de aquacultuur. Tevens zal het voorzitterschap een voorstel doen in regionaal verband voor een meerjarenbeheersplan voor de Middellandse Zee. Tenslotte zal het voorzitterschap zich richten op de vaststelling van de TAC (Total Allowable Catch) en quota in 2015.

Toekomst zuivelsector

(Aanname raadsconclusies)

In de Landbouw- en Visserijraad op 16 en 17 juni jl. was afgesproken dat onder Italiaans voorzitterschap de toekomst van de zuivelsector verder besproken zal worden, in een poging Raadsconclusies over aanpassing van de vetcorrectiefactor en de toekomst van de zuivelsector vast te stellen (Kamerstuk 21 501-32, nr. 792).

Helaas is, na maanden intensief onderhandelen, in deze Raad geen akkoord bereikt. Tot het laatst toe heb ik mij op politiek niveau ingezet om tot een akkoord te komen. Daartoe heb ik intensief contact gehad met verschillende collega’s uit onder meer Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk, Italië en Portugal. Samen met een aantal lidstaten die voorstander zijn van aanpassing van de vetcorrectiefactor heb ik tekstvoorstellen gedaan om tot een compromis te komen waar eenieder zich in kon vinden. Deze voorstellen konden bij veel lidstaten steun ontmoeten. Helaas weigerde een groep lidstaten zich coöperatief op te stellen ten aanzien van een «zachte landing» in alle lidstaten. De Europese Commissie onthield zich tijdens de bespreking van enig commentaar. Het Italiaanse voorzitterschap concludeerde dat er geen gekwalificeerde meerderheid in deze Raad aanwezig was. Met een aantal lidstaten bezie ik nog welke stappen genomen kunnen worden. Onderdeel daarvan is het verzoek aan de Europese Commissie om met een voorstel te komen.

Biologische productie en etikettering

(gedachtewisseling)

In de Raad heeft een beleidsdebat plaatsgevonden over het voorstel van de herziening van de verordening (EG) nr. 834/2007 inzake biologische productie en etikettering van biologische producten.

De Europese Commissie beoogt met dit voorstel de wetgeving over de biologische productie te verbeteren door het wegnemen van belemmeringen die een duurzame ontwikkeling van de biologische productie in de EU in de weg staan, het garanderen van een billijke concurrentie voor landbouwers en marktdeelnemers, een efficiëntere ontwikkeling van de interne markt en het op peil houden of vergroten van het vertrouwen van de consument in biologische producten. Het initiatief betreft een vereenvoudiging en het strenger maken van de wet- en regelgeving en is in overeenstemming met het algemene kader van de Europa 2020-strategie (duurzame groei, groenere en competitievere economie) en met de hervorming van het GLB 2014–2020, waarbij de nieuwe bepalingen moeten uitmonden in een duurzaam concurrentiekader en duurzaam beheer van natuurlijk grondgebonden hulpbronnen van de EU.

Ik heb in de Raad aangegeven dat ik mogelijkheden zie om de bestaande verordening te verbeteren en bestaande belemmeringen weg te nemen. Tevens heb ik aangeven dat ik de regels inzake biologische productie ondersteun en de noodzaak om daarbij een goede balans te vinden tussen de harmonisatie van de regels en de ontwikkeling van de sector. Ook ondersteun ik de vermindering van de administratieve lasten zoals dat wordt beoogd in het voorstel. Daarbij heb ik wel benadrukt dat dit niet mag leiden tot een te abrupte beëindiging van de derogaties. Dit zal namelijk negatieve gevolgen hebben voor de huidige productie en de verdere ontwikkeling van de markt voor biologische producten. Ik heb aangegeven dat het wenselijk is om per derogatie te bezien of deze geschrapt moet worden en als dit het geval mocht zijn, daaraan ook een termijn te verbinden. Dit werd door een groot aantal lidstaten onderschreven.

Ik heb aangegeven dat ik mij inzet voor het in stand houden van de diversiteit van de biologische landbouw. Daarbij gaat het zowel om het voortbestaan van de gemengde bedrijven (gangbare landbouw naast biologische landbouw) als om de beschikbaarheid van biologisch uitgangsmateriaal. De Europese Commissie streeft naar 100% biologisch vermeerderd uitgangsmateriaal. Om dit te kunnen laten slagen is wel een juiste fasering van belang. Daarbij vind ik de betaalbaarheid in relatie tot de beschikbaarheid van het zaad belangrijk.

Wat betreft de controlesystemen voor biologische productie heb ik aangegeven een voorstander te zijn van risico-georiënteerde controles, zoals ook voorgesteld door de Europese Commissie, waardoor de verplichte jaarlijkse controles kunnen worden afgeschaft. Een aantal lidstaten sprak zich daarentegen uit voor het handhaven van jaarlijkse controles. Ook vond een aantal lidstaten dat de kleine producenten, handelaren en de kleine detailhandel bij de controles ontzien moeten worden.

Net als vele andere lidstaten heb ik mijn steun uitgesproken voor het voorstel van de Europese Commissie over groepscertificering van kleine biologische producenten.

Ik heb verder aangegeven dat ik het grote aantal gedetailleerde regels dat via gedelegeerde handelingen door de Europese Commissie wordt vastgesteld, disproportioneel vind. Een groot aantal lidstaten deelde deze mening en vond dat elementaire zaken zoals productievoorschriften niet in de gedelegeerde handelingen maar in de basistekst van de verordening thuishoren.

Ik heb de Europese Commissie gevraagd wat het voorstel voor ontwikkelingslanden gaat betekenen, conform mijn toezegging aan uw Kamer. Ik heb hier gedurende de Raad geen antwoord op gekregen en zal hier in een later stadium op terugkomen.

Het Europees Parlement zal naar verwachting in het najaar dit voorstel gaan behandelen; rapporteurs zijn tot nu toe niet bekend. Het streven van het Italiaanse voorzitterschap is om eind dit jaar een algemene benadering vast te kunnen stellen.

Mededeling vangstmogelijkheden visserij 2015

(Presentatie Europese Commissie en gedachtewisseling)

De Europese Commissie heeft de Raad met de Mededeling consultatie vangstmogelijkheden 2015 geïnformeerd over de status van de bestanden in de EU-wateren en de economische prestatie van de sectoren, en wil van gedachten wisselen over de globale aanpak om te komen tot de vangstmogelijkheden (TAC en quota 2015. Na de zomer zullen op basis van deze Mededeling de TAC’s voor 2015 gepresenteerd worden, waarover in december 2014 door de Raad besloten zal worden.

Ik heb samen met andere lidstaten aangegeven dat ik verheugd ben over de constatering van de Europese Commissie dat het beter gaat met de visbestanden in de Europese wateren, hoewel ik met enkele andere lidstaten de zorgen van de Europese Commissie deel over de overbevissing van de bestanden in de Middellandse Zee.

Om de Maximale Duurzame Opbrengst (MSY) in 2015 te bereiken zal wel de TAC van een aantal bestanden omlaag moeten. Ik heb Commissaris Damanaki gevraagd welke criteria zij gaat hanteren om te bepalen wat een redelijke termijn is voor het behalen van MSY, wanneer 2015 niet mogelijk is. Ook heb ik haar om opheldering gevraagd hoe zij in de vangstmogelijkheden voor 2015 rekening wil houden met de teruggooi, zonder de relatieve stabiliteit met derde landen in gevaar te brengen.

Verder heb ik bij de Europe Commissie aangedrongen op een nieuw meerjarenplan van tong en schol in de Noordzee, zoals dat door de Europese Commissie in de Raad van december 2013 was toegezegd. Beide bestanden zijn namelijk al jaren binnen biologisch veilige grenzen.

Veel lidstaten onderstreepten verder de afspraak om te werken aan het bereiken van MSY in 2015. Meerdere lidstaten vragen vanwege de sociaaleconomische effecten voor de sector echter om flexibiliteit in het te bereiken MSY; uiterlijk 2020.

Diversen

Imidacloprid

(verzoek Nederland)

Op 9 juli jl. is in het tijdschrift Nature een artikel verschenen over de impact van het gewasbeschermingsmiddel imidacloprid op vogelpopulaties. Het gaat om een statistische analyse van reeds bestaande gegevens, verkregen voor 2010. In het artikel wordt een correlatie gemeld tussen de aanwezigheid van het middel imidacloprid in het oppervlaktewater en de achteruitgang van insectenetende vogelpopulaties. De uitkomsten van dit onderzoek baren mij grote zorgen. Al eerder zijn op nationaal en Europees niveau maatregelen genomen voor de groep van neonicotinoïden (Kamerstuk 21 501-32, nr. 707).

In de Raad heb ik aangegeven dat het belangrijk is om het onderzoek goed te bestuderen en op relevantie te bezien, dat het onderzoek op Europese schaal wordt bekeken en dat EFSA nader onderzoek zal moeten doen. Naar mijn oordeel verdient de bescherming van de vogelstand eenzelfde aandacht als de bescherming van bijen. Ik heb het College van Toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) al gevraagd om te reageren op het onderzoek en te bezien of er consequenties zijn voor de toelating van imidacloprid. Ik verwacht dit oordeel in augustus.

Ik heb tijdens de Raad de Europese Commissie verzocht om de European Food Safety Authority (EFSA) om een oordeel te vragen, zodat bekeken kan worden of op Europees niveau maatregelen in de toelating nodig zijn.

De Europese Commissie heeft aangegeven dat zij de recente gegevens, de gegevens na de onderzoeksperiode, over het middel imidacloprid zal gaan bestuderen. Afhankelijk van de uitkomsten hiervan zal zij een opinie aan de EFSA vragen. Overigens gaf de Europese Commissie aan dat het middel sinds 2009 slechts onder beperkte omstandigheden en voor beperkte gewassen gebruikt mag worden.

Visserijpartnerschapsovereenkomsten Mauritanië en Marokko

(Presentatie Europese Commissie)

Op verzoek van Litouwen heeft de Europese Commissie een stand van zaken gegeven over de visserijpartnerschapsovereenkomsten tussen de EU enerzijds en Mauritanië en Marokko anderzijds. Enkele andere lidstaten waren verheugd met het verzoek van Litouwen.

Commissaris Damanaki heeft aangegeven dat het protocol met Marokko vertraging heeft opgelopen vanwege een dispuut over de toegang van Marokkaanse tomaten tot de EU. De Commissaris heeft aangegeven dat hierover momenteel op hoog niveau overleg plaatsvindt en dat naar verwachting het protocol snel in werking kan treden.

Met betrekking het visserijprotocol met Mauritanië was de Commissaris minder optimistisch. De onderhandelingen over een nieuw visserijprotocol tussen de EU en Mauritanië verlopen zeer moeizaam. De EU wil de technische voorwaarden verbeteren, zodat het gebruik verbetert en de visserij in Mauritanië duurzamer wordt. Daarbij speelt ook nog eens een dispuut over de datum van inwerkingtreding van het huidige protocol, waardoor Mauritanië de EU-schepen bovendien al per 31 juli a.s. uit haar wateren dreigt te zetten. Naar de mening van Mauritanië is het protocol eind juli 2012 in werking getreden, op het moment dat het protocol werd geparafeerd. Naar mening van de Europese Commissie is dat 16 december 2012, nadat de Raad het in voorlopige werking had gesteld en ook Mauritanië de formaliteiten hiertoe had afgerond. Momenteel vindt hierover op hoog EU-niveau overleg plaats om tot een vergelijk te komen.

Voedselfraude en voedselcontrole

(verzoek Zweden)

Op verzoek van de Zweden was het onderwerp voedselfraude en voedselcontrole geagendeerd. Zweden benadrukte de urgentie van de aanpak van oneerlijke praktijken in de voedselproductieketen. Dit is belangrijk voor zowel consumenten als voor ondernemers in de keten wiens markten eroderen door deze oneerlijke praktijken. Voedselfraude kent vele gezichten, en is grensoverschrijdend. Zweden acht het daarom belangrijk dat er door de Europese Commissie op EU-niveau maatregelen worden genomen en vroeg zich af wat de Europese Commissie voor maatregelen dit komende half jaar gaat nemen. Het verzoek van Zweden werd door meerdere lidstaten ondersteund.

De Europese Commissie gaf aan dat er in 2013 een actieplan is verschenen om voedselfraude tegen te gaan. Onderdelen daarvan zijn een EU-netwerk ter bestrijding van voedselfraude, de ontwikkeling van een ICT-waarschuwingssysteem en het organiseren van specifieke opleidingen voor opsporingsonderzoek en controle inzake het tegengaan van voedselfraude. In oktober zal de Europese Commissie tezamen met het Italiaanse voorzitterschap een conferentie in Rome organiseren over het tegengaan van voedselfraude. Daarnaast gaf de Europese Commissie aan op korte termijn met een voorstel voor controle op voedsel te komen, waarbij bij overtredingen ook sancties voorgesteld worden.

ICANN/internetdomeinnamen «.wine» en «.vin»

(Toelichting Europese Commissie)

De Europese Commissie heeft de Raad geïnformeerd over problemen rond de toekenning van internetdomeinnamen met de extensie «.wine» en «.vin».

De Internet Corporation for Assigned Names & Numbers, ICANN, zijnde de technische toezichthouder op internetdomeinnamen, heeft het voornemen om een procedure te starten waarbij geïnteresseerde partijen de internetdomeinnamen «.wine» en «.vin» kunnen laten registreren. Daarop heeft een firma een aanvraag voor registratie gedaan. Gevreesd wordt dat deze firma de extensie beschikbaar gaat stellen aan partijen die de indruk wekken met een beschermde geografische benaming verbonden te zijn terwijl dit niet zo is. Enkele lidstaten hebben tijdens de Raad de Europese Commissie dan ook gevraagd om de bescherming van wijnen met een geografische benaming ook van toepassing te laten zijn op het Internet.

De Europese Commissie gaf aan dat ICANN bereid is over deze problematiek in overleg te treden. Mocht dit gesprek niet het gewenste resultaat hebben, dan zal de Europese Commissie overgaan tot juridische stappen, daar geografische benamingen een juridische basis hebben. De lidstaten steunden deze aanpak van de Europese Commissie.

Blue week in Portugal

Portugal kondigde aan dat ze van 5 t/m 12 juni 2015 een blue week zal organiseren. Op 5 juni 2015 zal een ministeriële conferentie worden gehouden. Daarnaast zal een beurs worden georganiseerd over maritieme activiteiten. Tijdens de week zal ook een Ocean Summit worden gehouden. Het is belangrijk om aandacht te hebben voor de oceanen. Het thema zal worden bekeken vanuit het oogpunt van klimaat en duurzaamheid in relatie tot blue economy. In september verwacht Portugal een eerste document te kunnen presenteren.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven