21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 781 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 april 2014

Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de Landbouw- en Visserijraad die plaatsvond op 14 april jl. in Brussel. Daarnaast informeer ik u over het onderhandelingsmandaat voor een nieuw visserijprotocol tussen de Europese Unie, Sao Tomé en Principe en de financiële discipline voor de directe betalingen in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) voor het jaar 2014/2015. Ook informeer ik u over de import van citrusfruit uit Zuid-Afrika en de openstelling van de Russische grens voor pootaardappelen. Ten slotte informeer ik u over de contracten voor agrarisch natuurbeheer en het startpunt voor de geleidelijke overgang naar de gelijke hectarepremie.

Landbouw- en Visserijraad

De Landbouw- en Visserijraad heeft van gedachten gewisseld over het verslag van de Europese Commissie over de tenuitvoerlegging van de bepalingen betreffende producentenorganisaties, actiefondsen en operationele programma's in de sector groenten en fruit sinds de hervorming van 2007 (Europese regeling voor de groenten- en fruitsector). Ook is, op verzoek van Oostenrijk, gesproken over de juridische basis van de uitvoeringsregelgeving van het zuivelquotumsysteem.

Onder diversen is de Raad geïnformeerd over de droogte op Cyprus (door Cyprus) en de conferentieweek van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) in Boekarest (door Roemenië). Letland vroeg aandacht voor de schade aan wintergewassen in Letland. Roemenië gaf toelichting op een door de Russische Federatie ingesteld invoerverbod op varkens(vlees) afkomstig uit Moldavië.

De Raad heeft besloten geen bezwaar aan te tekenen tegen de vaststelling van de gedelegeerde handelingen binnen het GLB. Indien het Europees Parlement eveneens besluit geen gebruik te maken van haar mogelijkheid tot het instellen van bezwaar binnen de daarvoor gestelde termijn van twee maanden, zijn de gedelegeerde handelingen definitief vastgesteld. De bezwaartermijn voor het Europees Parlement verloopt op 12 mei 2014.

Verslag van de Europese Commissie over de Europese regeling voor de groenten- en fruitsector sinds 2007

(gedachtewisseling)

De Europese Commissie heeft een rapport opgesteld over de Europese regeling voor de groenten- en fruitsector sinds 2007. Dit rapport is door de Europese Commissie gepresenteerd in de Landbouw- en Visserijraad van 24 maart jl. In de Raad van 14 april heeft de Raad van gedachten gewisseld over dit rapport. Het Griekse voorzitterschap heeft de lidstaten een aantal vragen gesteld. Gevraagd werd hoe de organisatiegraad van de groenten- en fruitsector in de Europese Unie beter kon worden gestimuleerd en de huidige instrumenten verbeterd kon worden om het hoofd te bieden aan de uitdagingen die de Europese Commissie heeft geïdentificeerd. Ook werd lidstaten gevraagd hoe, bij behoud van begrotingsneutraliteit, de financiële middelen het best kunnen worden verdeeld, en of er een noodzaak is voor verbetering van het gebruik van de crisispreventie- en beheersmaatregelen.

Vrijwel alle lidstaten drongen aan op vereenvoudiging en verduidelijking van de huidige regelgeving en vermindering van de administratieve lasten voor zowel de teler als de overheid. Dit zal, zo gaven lidstaten aan, bijdragen aan meer rechtszekerheid en leiden tot een verbetering van de organisatiegraad in de sector. Een aantal lidstaten gaf aan dat uitwisseling van goede praktijken eveneens kan bijdragen aan een verhoging van de organisatiegraad. Verder werd opgemerkt dat de regelgeving beter zou moeten aansluiten op de specifieke marktsituaties in de diverse lidstaten. De operationele programma’s van de producentenorganisaties zouden hierin een belangrijke rol kunnen spelen.

De lidstaten waren verdeeld over de verdeling van de financiële middelen. Een groep van lidstaten wees op handhaving van de begrotingsneutraliteit binnen de eerste pijler, een andere groep gaf aan dat de steun beter verdeeld moest worden over de diverse lidstaten en besteed aan andere doelen. Ook over de vraag of er een noodzaak is voor verbetering van het gebruik van de crisispreventie- en beheersmaatregelen liepen de meningen uiteen. Enerzijds waren er voorstanders van een versterking van het crisismechanisme, anderzijds wezen lidstaten op de verantwoordelijkheid van de sector om zelf te kunnen reageren op een crisis.

Ik heb aangegeven dat de groenten- en fruitsector heel belangrijk is voor Nederland. De organisatiegraad in de Europese Unie kan mogelijk verbeterd worden door samenwerking en uitwisseling van kennis tussen producentenorganisaties in lidstaten met een hogere organisatiegraad met producentenorganisaties in lidstaten met een lagere organisatiegraad. Ik heb aangegeven bereid te zijn om kennis te delen en een helpende hand te bieden aan de lidstaten met een lagere organisatiegraad, maar daar moet dan wel wat tegenover staan. De afgelopen jaren zijn telers en lidstaten geconfronteerd met regelgeving die onduidelijk en erg moeilijk uitvoerbaar is. Producenten en lidstaten lopen als gevolg hiervan financiële risico’s. Ik heb aangegeven dit onaanvaardbaar te vinden. Deze situatie ondermijnt effectief gebruik van de instrumenten, het draagvlak voor de regeling en belemmert de samenwerking in producentenorganisaties. Er wordt al met de Europese Commissie gewerkt aan verduidelijking en vereenvoudiging van de regeling, maar er moet nog veel gebeuren. Met betrekking tot versterking van de concurrentiekracht heb ik aangegeven dat de regeling beter moet worden toegesneden op de diversiteit in het functioneren van de markt in de lidstaten. Zo moet de regeling beter aansluiten bij de Noord-Europese markt voor wat betreft innovatie, internationale samenwerking en marketing van producten. Met betrekking tot de beste verdeling van de middelen heb ik het beeld weerlegd dat een lidstaat met een hoge organisatiegraad als Nederland de Europese steun niet nodig heeft. Het doel van de regeling is om de positie van primaire producenten in de keten te versterken. De Nederlandse groenten- en fruitproducent opereert op een markt met een sterke concentratie van de vraag en een zeer kritische consument. Met het oog op deze marktrealiteit is het ook voor onze sector van belang de krachten te bundelen op het terrein van afzetbevordering, innovatie en duurzame productie als marktstrategieën. De Europese steun is daarbij van belang. Ten slotte heb ik aangegeven geen noodzaak te zien voor aanpassing van de huidige crisispreventie- en beheersmaatregelen. De nieuwe interventiemogelijkheid in de gemeenschappelijke marktordening voor landbouwproducten lijkt mij voldoende.

De Europese Commissie neemt de uitkomst van de discussie mee in de beoordeling of nieuwe wetgevingsvoorstellen voor herziening van de regeling nodig is.

Juridische basis van de uitvoeringsregelgeving van het zuivelquotumsysteem (superheffing)

(gedachtewisseling)

Oostenrijk heeft aan de Juridische Dienst van de Raad de vraag voorgelegd of er nog een afdoende wetgevingsbasis is voor het heffen van de superheffing over het marktjaar 2014/2015 na het aflopen van de zuivelquotering op 31 maart 2015. De Juridische Dienst van de Raad gaf aan dat het in de bedoeling heeft gelegen van de Raad en het Europees Parlement om de heffing op te kunnen leggen en te innen na afloop van zuivelquotering. Aan de zuivelquotering zou voor het laatste marktjaar immers geheel het effect ontnomen worden als de superheffing niet opgelegd en geïnd zou kunnen worden. Ook vroeg Oostenrijk of in het laatste marktjaar de superheffing mogelijk omgezet kon worden in een renteloze lening die terugbetaald zou moeten worden over een periode van 5 jaar. De Juridische Dienst van de Raad gaf daar op aan dat de huidige uitvoeringsregelgeving niet voorziet in deze mogelijkheid, maar dat het aan de Europese Commissie is om uit hoofde van de integrale marktordening voor landbouwproducten nieuwe regels vast te stellen indien zij dit nodig acht. Belangrijk is wel dat de legitieme verwachtingen van de landbouwers daarin gerespecteerd moeten worden.

Commissaris Cioloş gaf aan geen twijfels te hebben over de juridische grondslag voor het opleggen en innen van de superheffing. Ik heb opgemerkt dat in ieder geval duidelijk moet zijn of de desbetreffende regelgeving na afschaffing van de quotering nog van kracht is.

Oostenrijk heeft opnieuw een verzoek gedaan om een zachte landing in de zuivelsector. Dit heb ik, samen met de gebruikelijke voorstanders, opnieuw van harte ondersteund en ik heb aangegeven dat er juist nu een kans ligt voor Europese zuivelproducenten om een slag te slaan op de wereldmarkt. De Europese Commissie zal in juni met een verslag komen over het zuivelpakket en de situatie in de zuivelsector. Commissaris Cioloş wil dan het gesprek met de lidstaten aan gaan over de situatie in de sector.

Diversen

Droogte op Cyprus

(door Cyprus)

Cyprus heeft de Raad geïnformeerd over de gevolgen van de zeer geringe neerslag in de afgelopen winterperiode. Door de geringe neerslag zijn de waterbassins slechts voor 50% gevuld. Gewassen en vee hebben hier onder te lijden. Cyprus heeft, met ondersteuning van drie andere lidstaten, de Europese Commissie verzocht om geld uit het Europees crisisfonds beschikbaar te stellen dan wel instrumenten uit de integrale marktordening voor landbouwproducten te benutten om specifieke maatregelen voor Cyprus te treffen.

De Europese Commissie heeft aangegeven dat het Europees crisisfonds niet is ingesteld voor een individuele situatie in één lidstaat, maar van toepassing is op Europese crisissituaties waarbij meer lidstaten betrokken zijn. Wel wees de Europese Commissie op mogelijkheden binnen het Plattelandsontwikkelingsprogramma voor de periode 2014–2020 zoals investeringsprogramma’s en landbouwmilieumaatregelen. Ook zijn er binnen de eerste pijler van het GLB mogelijkheden voor crisisbeheersmaatregelen, bijvoorbeeld een oogstverzekering. Daarnaast kan tot een maximum van 15.000 euro over een periode van 3 jaar staatssteun verleend worden aan individuele ondernemingen.

Schade aan wintergewassen in Letland

(door Letland)

Vanwege slechte weersomstandigheden (extreme kou) is naar verwachting 50% – 80% van de teelt van wintergewassen in Letland mislukt. Letland verzocht de Europese Commissie om instrumenten uit de integrale marktordening voor landbouwproducten te benutten om specifieke maatregelen voor Letland te treffen. Ook hier gaf de Europese Commissie aan dat dit geen grootschalige Europese crisis betreft, maar een individuele situatie in één lidstaat. Net als in haar antwoord op vragen van Cyprus, wees de Europese Commissie op mogelijkheden binnen het Plattelandsontwikkelingsprogramma voor de periode 2014–2020 en het instrument staatssteun.

Conferentieweek van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) in Boekarest (29 maart–4 april 2014)

(door Roemenië)

De FAO houdt iedere twee jaar conferenties in een specifieke regio waar de organisatie werkzaam is. Dit keer vonden de conferenties plaats in Roemenië. In de verschillende conferenties gehouden door onder meer non gouvernementele organisaties, de Europese Commissie voor Landbouw (ECA) en de Regionale Conferentie voor Europa (ERC), is onder andere gesproken over voedselverspilling, de prioriteiten van de FAO in de betrokken regio en het internationale jaar van de gezinslandbouw in Europa en Centraal-Azië.

Russisch invoerverbod op varkens(vlees) afkomstig uit Moldavië

(door Roemenië)

Roemenië informeerde de Raad over een door de Russische Federatie ingesteld invoerverbod op varkens(vlees) afkomstig uit Moldavië. Rusland heeft op 8 april jl. de grenzen gesloten voor de Moldavische varkens(vlees)sector na controle van een lading verwerkt varkensvlees geëxporteerd door één bedrijf. Roemenië vroeg de Europese Commissie om steun te verlenen aan de Moldavische republiek.

Commissaris Cioloş gaf aan pas recentelijk kennis te hebben genomen van het invoerverbod en nog niet over informatie daarover te beschikken. De Commissaris gaf wel aan dat het associatieakkoord met Oekraïne en Moldavië zo spoedig mogelijk wordt afgerond. Naar verwachting wordt dit akkoord eind juni ondertekend.

Vastgesteld A-punt

Gedelegeerde handelingen binnen het GLB

Ik heb, omwille van de voortgang van de uitvoering van het GLB, ingestemd met het besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen de gedelegeerde handelingen binnen het GLB, maar wel ik heb daarbij wel een verklaring afgegeven waarin ik mijn zorgen heb geuit over de vergroening in ecologische aandachtsgebieden en de jonge landbouwers.

In mijn verklaring stel ik dat in het licht van de verplichting tot het inrichten van ecologische aandachtsgebieden het gebruik van gewasbestrijdingsmiddelen, mest en meststoffen op de desbetreffende arealen zo veel mogelijk zou moeten worden beperkt. Aangezien er tussen de lidstaten een gelijk speelveld moet bestaan, zou het vaststellen van die beperkingen niet aan de lidstaten mogen worden overgelaten, maar op het niveau van de Europese Unie moeten plaatsvinden. Ik heb aangegeven dat dit een belangrijk aspect is dat moet worden meegenomen in de evaluatie van de ecologische aandachtsgebieden die volgens de Europese Commissie voor 2016 is gepland.

Over de jonge landbouwers heb ik in mijn verklaring aangegeven dat de bepaling in de gedelegeerde handeling over de directe betalingen, waarin is opgenomen dat de betaling voor jonge landbouwers ook aan rechtspersonen moet plaatsvinden waarin meerdere natuurlijke personen deelnemen, met inbegrip van personen die geen jonge landbouwer zijn, niet geheel overeenstemmen met het beoogde doel. De (extra) jaarlijkse betaling voor jonge landbouwers zou moeten worden toegekend aan jonge landbouwers die als enige de zeggenschap over het bedrijf uitoefenen. Deze bepaling zou ten spoedigste moeten worden herzien.

Overig

Onderhandelingsmandaat voor een nieuw visserijprotocol tussen de Europese Unie, Sao Tomé en Principe

In mijn brief van 18 september jl. (Kamerstuk 21 504-32, nr. 744) heb ik u op de hoogte gebracht van mijn standpunt met betrekking tot het onderhandelingsmandaat voor een nieuw visserijprotocol tussen de Europese Unie, Sao Tomé en Principe. Ik heb daarbij aangegeven dat het huidige protocol, dat op 12 mei 2014 afloopt, een beperkte rentabiliteit heeft voor de Europese Unie en dat de sectorsteunaanpak in Sao Tomé erg moeizaam loopt. In het licht van deze constateringen heb ik in het najaar tegen het onderhandelingsmandaat gestemd en daarbij in een verklaring tezamen met het Verenigd Koninkrijk mijn zorgen kenbaar gemaakt over de haaienvangsten in Sao Tomé. Het mandaat is echter wel aangenomen met een gekwalificeerde meerderheid van lidstaten.

De Europese Commissie heeft op basis hiervan de onderhandelingen met Sao Tomé en Principe hervat. Het resultaat is een voorstel voor een nieuw protocol. De Europese Commissie heeft haar voorstel voor een besluit tot sluiting van een nieuw protocol voorgelegd aan de Raad. Dit voorstel is in overeenstemming met het door de Raad goedgekeurde mandaat. In het voorgestelde nieuwe protocol is het economisch rendement verbeterd doordat bij gelijkblijvende vangstmogelijkheden de financiële bijdrage van Europese Unie is afgenomen. De sectorale steun is aanzienlijk gestegen en de capaciteit op het gebied van controle en administratief beheer wordt versterkt. De Europese Commissie is van mening dat de beheermaatregelen voor het haaienbestand binnen de regionale visserijbeheerorganisatie (International Commission for the Conservation of Atlantic Tunas – ICCAT) moeten worden genomen en niet in afzonderlijke visserijakkoorden. Ik zal me in ICCAT-verband blijven inzetten voor beheermaatregelen voor haaienbescherming in West-Afrika.

Gelet op de verbeteringen in het nieuwe protocol ben ik voornemens niet, zoals destijds bij het onderhandelingsmandaat, tegen het vernieuwde protocol te stemmen, maar mij bij de stemming te onthouden. Daarbij zal ik in een unilaterale verklaring het belang en de noodzaak van beheermaatregelen voor haaien onderstrepen. Naar verwachting zal het voorzitterschap erop inzetten de goedkeuring van het protocol als hamerpunt tijdens de ECOFIN-Raad van 6 mei a.s. te laten passeren.

Financiële discipline directe betalingen GLB 2014/2015

Op 21 maart heeft de Europese Commissie een voorstel gepresenteerd voor toepassing van het mechanisme voor «financiële discipline». Het betreft de in 2014 aangevraagde steun die zal worden uitbetaald in de periode 1 december 2014 tot en met 30 juni 2015.

De Europese Commissie stelt voor de directe betalingen met 1,3% te verlagen. Deze verlaging is nodig voor de vorming van de crisisreserve voor de landbouw voor het jaar 2015 ten bedrage van 433 miljoen euro. De korting wordt alleen toegepast op het gedeelte van het aan individuele boeren uit te betalen bedrag dat hoger is dan 2.000 euro. Tenslotte stelt de Europese Commissie voor om de financiële discipline niet van toepassing te laten zijn op de directe betalingen voor de lidstaten Bulgarije, Roemenië en Kroatië. De niet gebruikte middelen uit de crisisreserve voor de landbouw 2015 vloeien weer terug in de directe betalingen van 2016.

Het mechanisme van financiële discipline is ingevoerd bij de hervorming van het GLB in 2003 en moet voorkomen dat de vastgestelde betalingsmaxima voor de directe betalingen worden overschreden. De Europese Commissie moet, op basis van artikel 8 van Verordening 1307/2013 (directe betalingen), uiterlijk 31 maart in het jaar van steunaanvraag een voorstel presenteren. Het voorstel dient in beginsel uiterlijk 30 juni door de Raad en het Europees Parlement te zijn goedgekeurd. Bij de opstelling in oktober 2014 van de nota van wijzigingen bij de ontwerpbegroting voor 2015 zal de Europese Commissie haar ramingen voor de marktuitgaven en rechtstreekse betalingen aan een evaluatie onderwerpen en eventueel uiterlijk op 1 december 2014 de herziening van het aanpassingspercentage vaststellen.

Citrusfruit uit Zuid-Afrika

Op 15 april 2014 heeft hoog ambtelijk overleg plaatsgevonden met de Europese Commissie over de import van citrusfruit uit Zuid-Afrika. Vanwege aanhoudende onderscheppingen van de plantenziekte Citrus Black Spot (CBS) op zendingen citrusfruit in de afgelopen jaren en de risico’s daarvan voor citrusfruit binnen de Europese Unie, heeft de Europese Commissie een non paper opgesteld over strengere maatregelen tegen Zuid-Afrika. Het voorstel houdt onder meer in dat de import van citrusfruit uit Zuid-Afrika na zes onderscheppingen van CBS substantieel wordt ingeperkt. Nederland heeft begrip getoond voor strengere maatregelen, maar heeft tegelijkertijd haar zorgen geuit over de grote handelsgevolgen van het voorstel voor zowel Nederland als Zuid-Afrika. De importwaarde van citrusfruit uit Zuid-Afrika bedraagt voor Nederland, als grootste importeur in de Europese Unie, ongeveer 325 miljoen euro per jaar.

Russische grens voor Nederlandse pootaardappelen weer open

Fytosanitaire experts van de Russische autoriteiten (Rosselkhoznadzor) voerden in de periode 26 februari – 1 maart 2014 een monitoringsinspectie in Nederland uit en namen in de drie belangrijkste productieregio’s van pootgoed steekproefsgewijs aardappel- en grondmonsters voor verdere analyse op schadelijke organismen. De uitkomst van de analyseresulaten was gunstig en Rosselkhoznadzor besloot op 25 maart jl. officieel de Russische grens voor Nederlandse pootaardappelen weer te openen. De export van pootaardappelen naar de Russische Federatie is inmiddels op gang gekomen en wordt voor dit seizoen geschat op circa 15.000 ton overeenkomstig een exportwaarde van ongeveer 10 miljoen euro.

Agrarisch natuurbeheer

Tijdens het Algemeen Overleg met uw Kamer van 18 december 2013 (Kamerstuk 28 625, nr. 188) over de implementatie van het nieuwe GLB is de vraag gesteld of landbouwers hun contracten voor Agrarisch Natuurbeheer (ANB) kunnen openbreken vanwege de invoering van de vergroeningsverplichting om op bouwland ecologische aandachtsgebieden (ecological focus area, EFA) in te richten. Ik heb u toegezegd hierop terug te komen. Uit navraag bij de Europese Commissie blijkt dat ANB-contracten door de boer opengebroken kunnen worden voor zover de ANB-vergoedingen door de vergroening moeten worden aangepast aan het voor de nieuwe programmeringsperiode geldende rechtskader. Bij weidevogelbeheer zal daar geen sprake van zijn, omdat op blijvend grasland geen EFA-verplichting geldt. Bij akkerrandenbeheer wel, wanneer die randen als EFA kunnen gelden.

Hectarepremie

Een ander punt van mogelijke onduidelijkheid is het startpunt voor de geleidelijke overgang naar de gelijke hectarepremie. Dat startpunt wordt gevormd door de waarde van de toeslagrechten die de landbouwer dit jaar (2014) in bezit heeft. Eventuele verhuurde rechten worden daar niet van afgetrokken.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Bijlage: lijst van A-punten

Wetgevingswerkzaamheden

  • Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake toegang tot genetische rijkdommen en de eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit het gebruik ervan in de Unie; (eerste lezing), aanneming van de wetgevingshandeling

  • Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen; (eerste lezing), aanneming van de wetgevingshandeling

  • Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de invoer van rijst van oorsprong uit Bangladesh; (eerste lezing), aanneming van de wetgevingshandeling

Niet-wetgevingswerkzaamheden

  • Gedelegeerde verordening (EU) nr. .../. van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake bijstand voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) en tot invoering van overgangsbepalingen; voornemen geen bezwaar te maken tegen een gedelegeerde handeling

  • Gedelegeerde verordening (EU) nr. .../. van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden; voornemen geen bezwaar te maken tegen een gedelegeerde handeling

  • Gedelegeerde verordening (EU) nr. .../. van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad, wat uitgaven voor openbare interventie betreft; voornemen geen bezwaar te maken tegen een gedelegeerde handeling

  • Gedelegeerde verordening (EU) nr. .../. van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de betaalorganen en andere instanties, het financieel beheer, de goedkeuring van de rekeningen, de zekerheden en het gebruik van de euro; voornemen geen bezwaar te maken tegen een gedelegeerde handeling

  • Gedelegeerde verordening (EU) nr. .../. van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steun-regelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot wijziging van bijlage X bij die verordening; voornemen geen bezwaar te maken tegen een gedelegeerde handeling

  • Gedelegeerde verordening (EU) nr. .../. van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de berekeningsgrondslag voor de verlagingen die de lidstaten vanwege de lineaire verlaging van de betalingen in 2014 en vanwege de financiële discipline voor kalenderjaar 2014 op de landbouwers moeten toepassen; voornemen geen bezwaar te maken tegen een gedelegeerde handeling

  • Gedelegeerde verordening (EU) nr. .../. van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad middels een wijziging van Verordening (EG) nr. 555/2008 van de Commissie wat nieuwe maatregelen in het kader van de nationale steunprogramma's in de wijnsector betreft; voornemen geen bezwaar te maken tegen een gedelegeerde handeling

  • Gedelegeerde verordening (EU) nr. .../. van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad door wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie met betrekking tot de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit; voornemen geen bezwaar te maken tegen een gedelegeerde handeling

  • Gedelegeerde verordening (EU) nr. .../. van de Commissie van 11 maart 2014 ter aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de programma's ter ondersteuning van de sector olijfolie en tafelolijven; voornemen geen bezwaar te maken tegen een gedelegeerde handeling

  • Gedelegeerde verordening (EU) nr. .../. van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad middels wijziging van Verordening (EG) nr. 826/2008 van de Commissie wat betreft bepaalde vereisten met betrekking tot landbouwproducten waarvoor particuliere-opslagsteun wordt verleend; voornemen geen bezwaar te maken tegen een gedelegeerde handeling

  • Gedelegeerde verordening (EU) nr. .../. van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad middels een wijziging van Verordening (EG) nr. 288/2009 van de Commissie wat de verstrekking van steun voor begeleidende maatregelen in het kader van een schoolfruit- en -groentenregeling betreft; voornemen geen bezwaar te maken tegen een gedelegeerde handeling

  • Besluit van de Raad inzake de sluiting van de vrijwillige partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Indonesië inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw met betrekking tot de invoer van houtproducten in de Europese Unie; aanneming

  • Verordening (EU) nr. .../. van de Commissie van XXX tot wijziging van Verordening (EG) nr. 152/2009 wat de bepaling van het gehalte aan dioxinen en polychloorbifenylen betreft; besluit geen bezwaar te maken tegen de aanneming

  • Verordening (EU) nr. .../. van de Commissie van XXX tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het gebruik van karamelkleurstoffen (E 150a-d) in bier en moutdranken; besluit geen bezwaar te maken tegen de aanneming

  • Verordening (EU) nr. .../. van de Commissie van XXX tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad en van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 231/2012 van de Commissie wat het gebruik van advantaam als zoetstof betreft; besluit geen bezwaar te maken tegen de aanneming

  • Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van het tussen de Europese Unie en de Republiek Gabon overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangst-mogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen; aanneming

  • Aanbeveling voor een besluit van de Raad houdende machtiging van de Commissie om namens de Europese Unie onderhandelingen te openen voor de vernieuwing van het protocol bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij met Madagaskar; aanneming

  • Besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek der Seychellen inzake de toegang voor vissersvaartuigen die de vlag van de Seychellen voeren tot de onder de jurisdictie van de Europese Unie vallende wateren en mariene biologische rijkdommen van Mayotte; aanneming

  • Besluit van de Raad betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek der Seychellen inzake de toegang voor vissersvaartuigen die de vlag van de Seychellen voeren tot de onder de jurisdictie van de Europese Unie vallende wateren en mariene biologische rijkdommen van Mayotte; verzoek van de Raad om goedkeuring door het Europees Parlement

  • Gedelegeerde verordening(EU) nr..../... van 3.3.2014 van de Commissie tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij; voornemen geen bezwaar te maken tegen een gedelegeerde handeling

  • Voorstel voor een besluit van de Raad tot sluiting namens de Europese Unie van het Protocol van Nagoya inzake toegang tot genetische hulpbronnen en de eerlijke en billijke verdeling van de baten die voortvloeien uit het gebruik ervan bij het Verdrag inzake biodiversiteit; aanneming

Naar boven