21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 744 BRIEF VAN STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 september 2013

Met deze brief informeer ik u, in aanvulling op de reeds verzonden geannoteerde agenda (Kamerstuk 21 501-32, nr. 731), over de onderwerpen die op de agenda staan van de Landbouw- en Visserijraad van 23 september a.s. in Brussel, alsmede over mijn inzet tijdens die bijeenkomst. Op 10 september jl. heeft het voorzitterschap haar voorlopige agenda van de Raad gepresenteerd.

Daarnaast informeer ik u over de onderhandelingsmandaten inzake visserijprotocollen met Sao Tomé en Principe en Kaapverdië.

Tijdens de lunch van de Raad zal naar verwachting gesproken worden over de formele afronding van de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) in relatie tot de nieuwe uitdagingen die zich voor de agrarische sector presenteren.

Hervorming Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)

Stand van zaken

Het voorzitterschap zal de stand van zaken presenteren met betrekking tot de verwerking van het principeakkoord van 26 juni tussen de Raad, het Europees Parlement (EP) en de Europese Commissie over de hervorming van het GLB in wetgevingsteksten voor de vier hoofdverordeningen (Markt- en prijsbeleid, Directe betalingen, Plattelandsbeleid en Horizontale aangelegenheden), waarna het voorzitterschap de Raad mogelijk gelegenheid zal geven tot reacties.

De onderhandelaars van het EP hebben hun oordeel onthouden op een aantal onderwerpen die gerelateerd zijn aan het Meerjarig Financieel Kader 2014–2020 (MFK).

Op 6 september jl. heeft de Europese Commissie geconsolideerde wetgevingsteksten verspreid waarin de uitkomsten van het bereikte akkoord van 26 juni zijn verwerkt. De onderdelen waarover nog geen finale overeenstemming bestaat met het EP zijn tussen vierkante haken geplaatst. De onderhandelaars van Raad, Europese Commissie en het EP hebben de intentie uitgesproken snel tot finale afronding van deze resterende punten te komen, zodat zo snel mogelijk kan worden overgegaan tot de formele goedkeuring in Raad en EP.

Ik ben van mening dat het GLB-akkoord van 26 juni volledig in lijn is met het akkoord dat de regeringsleiders op 8 februari 2013 hebben gesloten over het Meerjarig Financieel Kader 2014–2020. Om die reden zet Nederland in de Raad van 23 september 2013 erop in dat het bereikte GLB-akkoord van 26 juni 2013 gehandhaafd blijft.

Diversen – Commissiepresentatie Europese bossenstrategie

Verzoek van de Europese Commissie

De Europese Commissie zal tijdens de Raad haar Europese bossenstrategie presenteren. Twee jaar geleden constateerde de Europese Commissie dat de huidige strategie aan belang inboette en niet meer inspeelt op nieuwe uitdagingen vanuit onder meer het klimaat- en energiebeleid.

De nieuwe strategie is nog niet verspreid. De nieuwe strategie zal zich, naast de nieuwe uitdagingen op het gebied van klimaat- en energiebeleid, vermoedelijk eveneens richten op het verbeteren van de coördinatie tussen de Europese Commissie, lidstaten en relevante stakeholders. Op deze wijze kan de bossector een goede bijdrage leveren aan de EU 2020-strategie en andere 2020-doelstellingen.

Ik sta positief tegenover het voorstel van de Europese Commissie om een nieuwe bossenstrategie uit te brengen om meer in te kunnen spelen op nieuwe uitdagingen op het gebied van klimaat- en energiebeleid en ik onderschrijf het belang van een coherente aanpak voor de bossector. Dit is mede van belang gelet op de vele relaties die de sector heeft met andere beleidsterreinen.

Diversen – Stand van zaken agrarische handelspolitiek

Verzoek van de Europese Commissie

Voor mijn inzet ten aanzien van dit agendapunt verwijs ik naar mijn brief aan uw Kamer van 6 september jl. (Kamerstuk 21 501-32, nr. 731).

Diversen – Informatie congres «Shaping Europe’s organic future together» (Vilnius, 2–4 juli 2013)

Verzoek van het voorzitterschap

Het voorzitterschap zal informatie verstrekken over het op 2–4 juli 2013 gehouden congres in Vilnius over de evaluatie en herziening van de Europese regelgeving inzakede biologische productie en de etikettering van biologische producten. Het congres werd georganiseerd door de voorzitter van de Raad en de International Foundation for Organic Agriculture EU group (de Europese koepel van biologische bedrijven). De Europese Commissie schetste drie scenario’s voor nieuwe regelgeving: behoud van de status quo met lichte verbeteringen, een markgericht scenario, en een scenario dat teruggrijpt op de oorspronkelijke biologische principes.

Diversen – Informatie 33e conferentie van betaalorganen (Dublin, 25–26 april 2013)

Verzoek van de Ierse delegatie

Ierland informeert de Raad over het verloop en de uitkomsten van de 33ste Conferentie van de directeuren van Europese betaalorganen. Deze heeft onder Iers voorzitterschap plaatsgevonden op 25–26 april 2013. De conferentie vindt elk jaar plaats onder wisselend voorzitterschap. Tijdens de conferentie werd in het bijzonder aandacht besteed aan onderwerpen welke van belang zijn voor de Europese betaalorganen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het GLB. Destijds is op Nederlands verzoek afgesproken de bevindingen en conclusies van de conferentie elk half jaar te agenderen voor de Landbouw- en Visserijraad.

In de conferentie van 25–26 april jl. is in het bijzonder stilgestaan bij de voorstellen in de onderhandelingsfase van het GLB voor 2014–2020 ten aanzien van:

  • de mogelijke betekenis van de voorgestelde nieuwe eisen voor de controle op de rechtmatigheid en juistheid van betalingen aan begunstigden;

  • de invulling en uitvoering van vergroening van de directe betalingen in het GLB, en

  • de mogelijkheden om het foutenpercentage in het plattelandsbeleid te verlagen.

Ik ben van mening dat de besproken thema’s belangrijk zijn in de aanloop naar de nieuwe programmaperiode 2014–2020 van het GLB, ook met het oog op de vertaling van het principeakkoord GLB in uitvoeringsbepalingen. Het streven is te komen tot een verlaging van de administratieve lastendruk voor begunstigden en uitvoeringskosten voor de nationale overheden. Vereenvoudiging is daarbij een leidend beginsel. Vereenvoudiging kan ook bijdragen aan een transparanter begrotingsbeheer, een betere verantwoording en minder fouten. Daardoor kan het risico op financiële correcties worden verkleind. Om de mogelijkheden optimaal te benutten is een blijvende betrokkenheid van de Europese betaalorganen bij de opstelling van de nadere uitvoeringsbepalingen voor de komende periode van groot belang. Dit zal ook mijn inzet in de Raad zijn.

Diversen – Afrikaanse varkenspest (African swine fever)

Verzoek van de Poolse delegatie

Polen zal tijdens de Raad de Europese Commissie verzoeken om extra inspanningen te leveren om de insleep van Afrikaanse varkenspest in de Europese Unie te voorkomen. Verder zal Polen, vooruitlopend op een eventuele uitbraak, verzoeken om financiële compensatie voor de bestrijding van een uitbraak, de herbevolking en voor de gevolgschade ten gevolge van marktverstoringen.

Ik deel de zorg over een insleep van Afrikaanse varkenspest naar Europa en waardeer de preventieve maatregelen die getroffen zijn door Polen en de Baltische lidstaten. Nederland is dan ook voorstander van het toekennen van cofinanciering voor preventieve maatregelen tegen de insleep van Afrikaanse varkenspest.

Extra financiële steun en compensatie van marktschade bij een uitbraak van Afrikaanse varkenspest ligt echter vooralsnog niet voor de hand. In geval van een uitbraak kan de betreffende lidstaat voor de directe schade financieel gecompenseerd worden volgens de geldende Europese regels. Het is niet gebruikelijk om indirecte schade ten gevolge van een dierziektecrisis te vergoeden. Bovendien zou dit kunnen leiden tot onwenselijke precedentwerking. Ik zal een verzoek om bij voorbaat financiële compensatie voor indirecte schade toe te zeggen daarom niet steunen.

Diversen – Transparantie van TRACES

Verzoek van de Nederlandse delegatie

Voor mijn inzet ten aanzien van dit agendapunt verwijs ik naar mijn brief aan uw Kamer van 6 september jl. (Kamerstuk 21 501-32, nr. 731).

Diversen – Verslag van conferentie inzake genetisch gemodificeerde organismen (GGO)-vrije teelt (Moravske Toplice, 23 augustus 2013)

Verzoek van de Sloveense delegatie

Slovenië zal de Raad informeren over de uitkomsten van een ministeriële bijeenkomst tijdens de jaarlijkse landbouwbeurs in Slovenië (AGRA Fair, 23 augustus 2013) over de versterking van de teelt van eiwitgewassen in de Centraal Europese regio. De bijeenkomst vloeide voort uit en sloot aan op eerdere Oostenrijkse initiatieven (besproken in de Landbouwraad februari 2013). Doel is de teelt van eiwithoudende gewassen (voornamelijk soja) in de Donau regio te bevorderen.

In een gemeenschappelijke verklaring gaven diverse lidstaten aan zich te willen richten op de ontwikkeling van een regionaal keurmerk voor GGO-vrije producten, de teelt van GGO-vrije soja te stimuleren en actieve kennisuitwisseling te bevorderen via onderzoek (soortverbetering) en via onder meer uitwisseling van best practices. Goede informatie over productsamenstelling is belangrijk voor de consument, bijvoorbeeld middels een keurmerk. Ik vind dat het bedrijfsleven daar primair verantwoordelijk voor is.

Overig

Onderhandelingsmandaat visserijprotocol met Sao Tomé en Principe

De Europese Commissie heeft een mandaat voorgelegd voor de onderhandelingen over een nieuw protocol. Het huidige protocol in het kader van de visserijpartnerschapovereenkomst tussen de Europese Unie en Sao Tomé en Principe loopt op 12 mei 2014 af.

Volgens de conclusies in de ex post evaluatie biedt het huidige protocol voor de Europese Unie weinig toegevoegde waarde door met name de lage vangsthoeveelheden in de afgelopen periode. Tevens profiteert Sao Tomé niet van de economische activiteiten van de Europese vaartuigen onder meer omdat er geen vis wordt aangeland in Sao Tomé en Principe en er geen werkmogelijkheden voor de lokale zeemannen aan boord van de Europese vaartuigen zijn. De ex-postevaluatie constateert daarom dat de implementatie van de sectorale steun in Sao Tomé moeizaam verloopt. Enige voorzichtigheid bij deze conclusies is wel nodig, omdat de ex-postevaluatie enkel een periode van een jaar en zeven maanden bestrijkt.

De Europese vaartuigen richten zich met name op tropische tonijnsoorten zoals geelvin-, grootoog- en skipjacktonijn. Volgens het wetenschappelijk comité van de Internationale Commissie voor het beheer van Atlantische Tonijn (ICCAT) worden geelvin- en grootoogtonijn als bestand volledig geëxploiteerd. In 2011 is de Kamer geïnformeerd (Kamerstuk 21 501-32, nr. 561) over de door ICCAT genomen maatregelen ter bescherming van deze twee tonijnsoorten. Voor de skipjacktonijn is geen beheermaatregel opgenomen omdat volgens ICCAT de vangsten net onder het biologisch duurzaam niveau zijn. De laatste bestandsbeoordeling dateert uit 2008. De ex-postevaluatie constateert dat het gebrek aan regelmatige bestand beoordelingen het lastig maakt de bestandsituatie te evalueren. Zorgpunt in de evaluatie is de ontwikkeling in de stijgende vangsten van haaien en in het bijzonder de blauwe haai.

Het concept-mandaat zet in op duurzaamheid en economische aantrekkelijkheid. Tevens zal de Europese Commissie zich baseren op de best beschikbare wetenschappelijke adviezen en de beheermaatregelen van de regionale visserij organisaties zoals ICCAT. De gebruikelijke mensenrechtenclausule is ook opgenomen.

In tegenstelling tot bijvoorbeeld het visserijprotocol met Kaapverdië is de rentabiliteit voor de Europese Unie beperkt en de sectorsteunaanpak in Sao Tomé en Principe loopt vrij moeizaam. In het licht van deze bevindingen van de ex-postevaluatie ben ik voornemens niet in te stemmen met het protocol. Ik zal mijn zorgen uiten over de problematiek van de haaienvangsten in Sao Tomé en de Europese Commissie vragen bij de afspraken over het nieuwe protocol daar voldoende rekening mee te houden.

Mandaat visserijprotocol met Kaapverdië

Op 31 augustus 2014 loopt het huidige protocol in het kader van de visserijpartnerschapovereenkomst tussen de Europese Unie en Kaapverdië af. De Europese Commissie heeft een mandaat voorgelegd voor de onderhandelingen voor een nieuw protocol die naar verwachting in november van start gaan.

Hoewel de bijdrage aan de ontwikkeling van de lokale visserijsector gering is, wordt de steun voor de sector volgens de ex post evaluatie goed benut en als positief ervaren. De middelen worden vooral ingezet voor de verbetering van de controle en monitoring. De door Europese vaartuigen gevangen vis wordt niet in Kaapverdië aangeland en een klein deel van de door Kaapverdië ontvangen vergoeding – voor de bemanning en de overlading – draagt bij aan de locale economie. Het protocol biedt een goede toegevoegde waarde voor de Europese Unie, namelijk iedere euro geeft een toegevoegde waarde van 4,30 euro.

De vangstmogelijkheden onder het huidige protocol zijn goed benut volgens de ex-postevaluatie en ook in lijn met de tonijnbeheerplannen van de ICCAT. In de wateren van West Afrika wordt skipjack-, grootoog-, en geelvintonijn gevist. Geelvintonijn en grootoogtonijn worden volgens het wetenschappelijk comité van ICCAT volledig geëxploiteerd. Ter bescherming van deze twee tonijnsoorten heeft ICCAT voor 2012 tot en met 2015 een geïntegreerd beheerplan aangenomen. Het bestand van de skipjacktonijn wordt volgens de ex-postevaluatie onder het biologisch duurzaam niveau geschat. Verder wordt geconstateerd dat het gebrek aan regelmatige bestand assessments het lastig maakt de bestandsituatie te evalueren. Evenals bij Sao Tomé maak ik mij zorgen over de ontwikkeling ten aanzien van de (stijgende) haaienvangsten en in het bijzonder de blauwe haai.

Het concept mandaat zet in op duurzaamheid en economische aantrekkelijkheid. Daarbij zal de Europese Commissie zich baseren op de best beschikbare wetenschappelijke adviezen en de beheermaatregelen van de Regionale Visserij Organisaties zoals ICCAT. De gebruikelijke mensenrechtenclausule is ook opgenomen.

Alle conclusies van de ex-postevaluatie afwegende en gelet op de inzet van het mandaat, ben ik in tegenstelling tot Sao Tomé en Principe voornemens in te stemmen met het onderhandelingsmandaat. Ik zal daarbij wel mijn zorgen uiten over de problematiek van de haaienvangsten en de Europese Commissie vragen bij de afspraken over het nieuwe protocol daar voldoende rekening mee te houden. Ik zal uiteraard het ontwerp protocol dat te zijner tijd wordt voorgelegd aan de Raad aan een kritisch oordeel onderwerpen, en de Kamer tijdig infomeren over mijn uiteindelijke oordeel.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven