21 501-32
Landbouw- en Visserijraad

nr. 359
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 oktober 2009

Per brief van 30 september jl. heeft de Voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mij gevraagd om een reactie en toelichting op de berichten op nu.nl en op de nieuwssite van het Agrarisch Dagblad over terugvordering van EU-landbouwgelden (2009Z17589/2009D46524). Mede namens de staatsecretaris van Financiën antwoord ik als volgt.

Beide berichten hebben betrekking op de beschikking van de Commissie van dinsdag 24 september 2009 met nr. 2009/721/EG, welke is gepubliceerd in het publicatieblad van 29 september jl. Met deze beschikking vordert de Europese Commissie voor in totaal een bedrag van 214,6 miljoen euro aan landbouwgelden terug van de lidstaten. Voor Nederland betreft het in totaal een correctie van 28,2 miljoen euro.

Deze correctie betreft drie dossiers waarover langere tijd met de Commissie is gesproken, te weten:

• een correctie van 16,6 miljoen euro in verband met audit oppervlaktesteun over de jaren 2005–2007.

• een correctie van 9,7 miljoen euro in verband met tekortkomingen substitutiecontroles douane in de periode 2001 en 2002.

• een correctie van 1,9 miljoen euro in verband met overschrijding plafond plattelandsprogramma 2000–2006 (POP1).

De Europese Commissie controleert alle lidstaten regelmatig op de EU-conformiteit van de uitvoering. Bij het opleggen van een correctie houdt de Commissie rekening met de mate waarin voorschriften niet zijn uitgevoerd, met de aard en de ernst van de inbreuk en met de voor de begroting van de Europese Unie ontstane financiële schade.

Oppervlaktesteun

De korting van 16,6 miljoen euro voor oppervlaktesteun heeft vooral te maken met tekortkomingen in het zogenoemde perceelsregister dat voor de uitvoering van bepaalde steunregelingen moet worden aangehouden.

In dit systeem werden sloten en landschapselementen, zoals houtwallen, meegenomen in de geregistreerde oppervlakte in het perceelsregister. Daardoor bestond de kans dat GLB-subsidies werden uitbetaald op gedeelten van het areaal die als niet-subsidiabel moeten worden aangemerkt. Door mijn diensten is berekend dat de mogelijke maximale schade voor het fonds voor de betalingen vanaf december 2005 tot december 2007, 16,6 miljoen euro heeft bedragen. De Commissie is daarmee akkoord gegaan. Dit bedrag is beduidend lager dan de Commissie bij toepassing van een forfaitaire correctie had kunnen opleggen.

Om de tekortkomingen in het perceelsregister op te lossen, is mij op 1 juli jl. een herstelplan ter goedkeuring voorgelegd. Over de details van dit herstelplan ben ik op dit moment in overleg met de Europese Commissie. Na goedkeuring door de Europese Commissie, zal ik u nader informeren over het herstelplan en de gevolgen daarvan voor de sector.

Substitutiecontroles

De korting van 9,7 miljoen euro is opgelegd omdat de douane in het verleden onvoldoende substitutiecontroles heeft uitgevoerd bij de export van landbouwproducten met exportrestituties. Het aantal controles op een douanekantoor mocht niet kleiner zijn dan het aantal dagen waarop relevante producten via het douanekantoor het douanegebied van de Gemeenschap verlaten. Dit betekende voor veel Nederlandse kantoren dat er minimaal 365 controles moesten worden uitgevoerd. In diverse kantoren werd indertijd volstaan met 250 à 280 controles, terwijl niet aangetoond kon worden dat er in de weekenden geen export plaatsvond. Aanvankelijk had de Commissie een correctie van 18 miljoen euro voorgesteld. Door dit dossier aan het bemiddelingsorgaan voor te leggen, zijn de Nederlandse autoriteiten erin geslaagd de correctie terug te brengen naar 9,7 miljoen euro. De correctie die nu is opgelegd, heeft betrekking op de jaren 2001 en 2002. Met de douane zijn inmiddels afspraken gemaakt over intensivering van het aantal controles om zo de EU-conformiteit te waarborgen. De eis van minimaal 1 controle per dag is overigens inmiddels vervangen door een andere norm waarbij het risico en het financieel belang van de zendingen bepalend zijn.

Overschrijding plafond plattelandsprogramma

De korting van 1,9 miljoen euro betreft een correctie op de financiële vaststelling van het plattelandsprogramma 2000–2006 (POP1). Het betreft onduidelijkheid over Europese wetgeving over notificaties van uitgaven. De Europese Commissie blijft bij haar standpunt dat over- en onderschrijdingen op maatregelniveau niet achteraf onderling verrekend kunnen worden, ook al blijft een lidstaat onder het totaalbudget. Budgetwijzigingen dienen vooraf te worden genotificeerd. Dit heeft bij de jaarafsluiting geleid tot afstemmingsproblemen. Er wordt nu gewerkt met een meerjaren budget, zodat dit probleem van jaarlijkse budgetvaststelling zich niet meer voordoet.

Uitspraak Hof over meerjarige uitgaven

Voorts heeft het Hof van Justitie 30 september jl. Nederland in het ongelijk gesteld inzake een financiële correctie van 5,67 miljoen euro in het kader van de plattelandsgelden. Nederland zou volgens de Commissie in 2002 ten onrechte projecten in het kader van doelstelling 5a hebben aangemerkt als meerjarige uitgaven. Voor dergelijke meerjarige uitgaven, waarvoor onder het oude beleid verplichtingen ten laste van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Oriëntatie, waren aangegaan bood Verordening (EG) nr. 2603/1999 mogelijkheden om deze te declareren bij de afdeling Garantie van dat Fonds. Dit bij wijze van overgangsbepaling, vooral met het oog op veranderingen in de werkgebieden van de beide afdelingen van het Fonds. Deze hadden onder meer tot gevolg dat in het plattelandsbeleid Nederland na 31 december 2001 uitsluitend nog met de afdeling Garantie te maken had. De Commissie heeft echter een restrictieve uitleg gehanteerd van het begrip «meerjarige uitgaven» en deelde niet de Nederlandse stellingname dat het hier ook kan gaan om uitgaven in het kader van projecten die een zodanig lange uitvoeringsduur hebben dat zij in meerdere jaren tot uitgaven hebben geleid. De Commissie verstaat onder meerjarige uitgaven slechts uitgaven in het kader van een meerjarige verbintenis die in een bepaalde programmeringsperiode is aangegaan, welke verbintenis ook nog tot uitgaven leidt in de periode na die programmeringsperiode.

De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven