21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 1567 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 augustus 2023

Van 3–5 september 2023 vindt de informele Landbouw- en Visserijraad plaats in Córdoba, Spanje (hierna: de informele Raad). Het onderwerp tijdens deze informele Raad zal zijn: Nieuwe technologieën voor een meer duurzame en veerkrachtige landbouw. Op het programma staan een plenaire sessie en enkele werkbezoeken. Middels deze brief informeer ik de Kamer over de Nederlandse inbreng.

Informele Landbouw- en Visserijraad

Het Spaanse voorzitterschap heeft een discussiepaper gecirculeerd waarin de volgende twee vragen worden gesteld aan de lidstaten:

  • Welke initiatieven zijn belangrijk voor de promotie van technologieën voor een groene en digitale transitie van de agrovoedingssector?

  • Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de Europese landbouw kan profiteren van nieuwe genomische technieken waarin de wetenschappelijke en technologische sector van de EU een leidende rol speelt?

Welke initiatieven zijn belangrijk voor de promotie van technologieën voor een groene en digitale transitie van de agrovoedingssector?

Voor Nederland zijn de belangrijkste initiatieven om het gebruik van deze technologieën te ondersteunen gericht op toepassing en implementatie en dan met name: experimenteren, demonstreren en hulp bij implementatie bij de primaire producenten.

Nederland zal verder aangeven dat fieldlabs zoals de Boerderij van de Toekomst belangrijke initiatieven zijn om technologieen voor een duurzaam voedselsysteem te bevorderen. Een fieldlab is een fysieke praktijkomgeving met testlocaties waar relevante stakeholders samenkomen om nieuwe teeltsystemen, mechanisatie, digitale technologieën en sociale innovaties te ontwikkelen en implementeren.

Via de Nationale Proeftuin Precisielandbouw (NPPL) worden boeren ondersteund door onderzoekers van Wageningen Research bij het implementeren van nieuwe precisielandbouwtechnieken. Met een kennisvoucher van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) kunnen agrariërs daarbij subsidie krijgen voor kennisvergaring gericht op het omschakelen naar een extensieve, natuurinclusieve, kringloop- of biologische landbouw.

Tot slot ben ik voornemens aan te geven dat ik vanuit de LNV-digitaliseringsvisie de focus leg op het op orde brengen van randvoorwaarden voor de toepassing van digitale technologie ten behoeve van de groene transitie. Dat richt zich onder andere op doorontwikkeling van sensoren en beschikbaarheid van (open) data, het op orde brengen van data-infrastructuren, digitale competenties in de LNV-domeinen en tot goede afspraken komen over data-uitwisseling tussen overheden, bedrijven en kennisinstellingen.

Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de Europese landbouw kan profiteren van nieuwe genomische technieken waarin de wetenschappelijke en technologische sector van de EU een leidende rol speelt?

Nederland en, in het grotere geheel, Europa hebben een leidende positie in de wereld als het gaat om plantveredeling. Kwalitatief sterk en beschikbaar uitgangsmateriaal is een belangrijke voorwaarde voor voedselzekerheid en een sterk Europees landbouw- en voedselsysteem. Het wereldwijde landbouw- en voedselsysteem komt steeds meer onder druk te staan door bijvoorbeeld klimaatverandering en opkomende plantenziekten en plagen. Nieuwe genomische technieken (NGTs), ook vaak nieuwe technieken voor plantveredeling genoemd, bieden kansen doordat met deze technieken sneller en gerichter kan worden veredeld. Hierdoor is het mogelijk sneller en eenvoudiger weerbare en robuuste gewassen te ontwikkelen, bijvoorbeeld tegen ziekten of droogte. Hierdoor kan bijvoorbeeld het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen worden verminderd. Het gebruik van deze technieken is echter geen «silver bullet», het kan een extra stuk gereedschap zijn in de gereedschapskist die uiteindelijk voor weerbare en robuuste teeltsystemen moeten zorgen. De huidige situatie is echter dat planten, die met NGT’s zijn veredeld, onder de oude regelgeving voor genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) vallen uit 2001. Deze wetgeving is niet geschikt is om deze planten goed te reguleren1. Hierdoor is het erg lastig om NGT-planten op de Europese markt te brengen, waardoor op dit moment het Europese landbouw- en voedselsysteem niet kan profiteren van de bovengenoemde kansen. Andere landen buiten Europa hebben al wel regelgeving voor deze planten, of zijn deze aan het ontwikkelen. Het risico is daarom dat Nederland en Europa haar leidende positie verliest op het gebied van plantveredeling en dat het Europese landbouw- en voedselsysteem op dit terrein gaat achterlopen op het mondiale speelveld. Nederland is daarom positief gestemd dat de Europese Commissie op 5 juli 2023 een wetgevingsvoorstel heeft gepresenteerd voor planten die veredeld zijn met NGTs. Het kabinet is nu bezig met het opstellen van een BNC-fiche (beoordeling nieuwe commissievoorstellen) met daarin de Nederlandse positie ten opzichte van het voorstel. Naar verwachting zal dit BNC-fiche in september met de Kamer worden gedeeld. Omdat het BNC-fiche nog niet is afgerond ten tijde van de informele Raad, zal mijn inzet daar zich derhalve beperken tot de hiervoor benoemde hoofdlijnen van de Nederlandse positie op dit onderwerp.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

Naar boven