Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 augustus 2022
Van 14 tot en met 16 september vindt de informele Landbouw- en Visserijraad plaats
in Praag. Middels deze brief informeer ik de Kamer over deze informele Raad. Tevens
maak ik van de gelegenheid gebruik om de Kamer te informeren over de ecoregelingen.
I. Verwachte agenda informele Landbouw- en Visserijraad
Op het moment van schrijven is er nog geen officiële agenda of discussiestuk gedeeld.
Wel is door het voorzitterschap gecommuniceerd dat het thema van de informele Landbouw-
en Visserij Raad zal zijn:
Verzekeren van voedselzekerheid – de rol van EU landbouw en voedselindustrie in duurzame
mondiale voedselproductie
Aangezien er nog geen achtergronddocument met de discussievragen gedeeld is, is het
niet mogelijk om nu al aan te geven wat de precieze inbreng van Nederland zal zijn.
Ik beperk mij dan ook tot een algemeen standpunt.
De wereldwijde voedselzekerheid staat hoog op de agenda van het kabinet, ondanks dat
deze maar beperkt afhankelijk is van de Europese en Nederlandse bijdrage.De inzet
is gericht op verspreiding van innovatieve technieken, klimaatadaptatie en terugdringing
van voedselverliezen en -verspilling. Het kabinet is trots op onze Nederlandse, innovatieve
land- en tuinbouw en visserij en heeft als doel om de Nederlandse kennis en kunde
in te blijven zetten om de productie en productiviteit te verhogen in andere landen.
Door het verhogen van de lokale productie zijn landen in staat beter in hun eigen
voedselbehoefte te kunnen voorzien en wordt de weerbaarheid van lokale voedselsystemen
tegen verschillende crises vergroot. Tegelijkertijd is het kabinet van mening dat
de Green Deal onverwijld moet worden ingevoerd zodat we ook in de toekomst voldoende
voedsel kunnen produceren.
II. Ecoregeling
Ik streef naar een ambitieuze, maar ook haalbare ecoregeling die bijdraagt aan de
verduurzaming van de landbouw. Naar aanleiding van de tweede praktijkproef en gesprekken
met de sector, natuurorganisaties en wetenschappers, heb ik in de ecoregeling de puntentoekenning
en vergoeding van eco-activiteiten geactualiseerd en geoptimaliseerd, zoals aangekondigd
in mijn brief van 17 juni jl. (Kamerstuk 28 625, nr. 339). Bijgevoegd is een doorrekening van de bedrijfsplannen uit de tweede praktijktoets
met het nieuwe scenario. Deze doorrekening laat zien dat de aanpassingen er inderdaad
voor zorgen dat meer boeren mee kunnen doen.
In Nederland is het stimuleren/ondersteunen van biodiversiteit een grote uitdaging.
Dat is ook terug te zien in de resultaten van de praktijktoetsen en deze doorrekening.
Deelnamebereidheid aan de ecoregeling zou verhoogd kunnen worden als er voor specifieke
activiteiten meer punten voor biodiversiteit worden toegekend. Het toekennen van de
punten in de ecoregeling is gebaseerd op expert judgment. Aanpassen van puntentoekenning moet uiteraard goed onderbouwd zijn, zodat de activiteiten
die we steunen ook leiden tot verduurzaming. In het rapport van de Wageningen University
& Research (WUR), dat de onderbouwing is voor de puntentoekenning, wordt ruimte gelaten
om voor de activiteit «langjarig grasland» eventueel een punt voor biodiversiteit
toe te kennen. Uit de tweede praktijktoets en gesprekken met sector en natuurorganisaties
kwam ook al dit signaal. Ik besluit daarom om een punt voor biodiversiteit toe te
kennen aan de activiteit «langjarig grasland». Daarmee wordt deelname aan de eco-regeling
voor nog meer boeren bereikbaar.
Verder voeg ik de eco-activiteit «vezelgewas» per 2023 toe aan de ecoregeling. Hiermee
geef ik invulling aan de motie van het lid Bisschop over de waardering van vlas- en
hennepteelt in de ecoregeling (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1449). Ook pas ik de regio-indeling aan: Veenkoloniën en Oldambt worden gesplitst. Oldambt
wordt bij «Bouwhoek en Hogeland» gevoegd en hoort bij regiogroep 2. Veenkoloniën wordt
een aparte regio en hoort bij regiogroep 1. Op basis van dominant bouwplan is dit
een logischere indeling.
De komende jaren blijf ik de ecoregeling ontwikkelen en verbeteren.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
H. Staghouwer