Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 juni 2021
Op 17 juni 2021 heb ik uw Kamer de geannoteerde agenda van de Landbouw- en Visserijraad
van 28 en 29 juni toegezonden, waar het bijenrichtsnoer als discussiepunt staat geagendeerd
(Kamerstuk 21 501-32, nr. 1307). Op 18 juni 2021 heb ik een aanvullend document ontvangen van de voorzitter van
de Landbouw- en Visserijraad dat ik u hierbij doe toekomen1. In het aanvullende document zijn twee vragen geformuleerd voor de Europese Ministers.
Ondanks dat dit onderwerp als discussiepunt staat geagendeerd, zijn de vragen zo geformuleerd
dat deze meer besluitvormend van aard zijn. Daarom informeer ik uw Kamer over mijn
voorgenomen standpunt hierop.
Ten eerste vraagt de voorzitter van de Landbouw- en Visserijraad aan de lidstaten
of zij ermee in kunnen stemmen dat één specifiek beschermdoel voor honingbijen wordt
gesteld voor de gehele EU. Binnen de EU zijn enkele lidstaten voorstander om voor
verschillende klimaatzones in Europa verschillende beschermdoelen voor honingbijen
te hanteren. Dit zou er toe kunnen leiden dat de verschillen tussen lidstaten in de
mogelijkheid om gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken, zullen toenemen. Ik heb eerder
de Europese Commissie opgeroepen om een uniform beschermdoel voor de gehele EU te
bepalen om zo het gelijke speelveld te waarborgen (Kamerstuk 27 858, nr. 533). Ik ben daarom voornemens om in te stemmen met het voorstel van de voorzitter om
één beschermdoel voor honingbijen voor de gehele EU vast te stellen.
Ten tweede vraagt de voorzitter van de Landbouw- en Visserijraad aan de lidstaten
of zij kunnen instemmen met het voorstel van de Commissie dat 10% de maximale toegestane
afname van de omvang van een honingbijenkolonie is ten gevolge van blootstelling aan
een gewasbeschermingsmiddel. Mijn standpunt over het te hanteren beschermdoel voor
honingbijen is dat een voorstel moet uitgaan van het meest conservatieve beschermingsniveau
conform de versie van het bijenrichtsnoer uit 2013 en dat de EC zich hierbij rekenschap
geeft van de wetenschappelijke inzichten die in de afgelopen tijd beschikbaar zijn
gekomen. Er zijn echter ook lidstaten die zich hebben uitgesproken voor een hogere
maximaal toegestane afname van de omvang van een honingbijenkolonie (dat wil zeggen
een minder conservatief beschermingsniveau dan wat Nederland voorstaat). Gelet op
het krachtenveld in de EU heeft de Europese Commissie een compromisvoorstel gedaan
om een beschermdoel van 10% vast te stellen.
Met een beschermdoel van 10% doet de Europese Commissie een compromisvoorstel dat
weliswaar minder conservatief is dan het standpunt dat ik in de EU heb ingenomen,
maar nog wel conservatiever dan waar de meerderheid van de lidstaten zich voor heeft
uitgesproken. De grootste groep lidstaten pleit namelijk voor een beschermdoel van
12,8% (Kamerstuk 21 501-32, nrs. 1294 en 1307). Een aantal lidstaten pleit voor een beschermdoel hoger dan 12,8% en een aantal
lidstaten pleit voor een beschermdoel van 7%. De EC rekent Nederland tot de groep
van lidstaten die pleiten voor een beschermdoel van 7%. Wanneer er geen compromis
wordt bereikt, loopt de inwerkingtreding van het bijenrichtsnoer verdere vertraging
op. Dit betekent dat het huidige toetsingskader voor bijen (waarbij een beschermdoel
wordt gehanteerd van 20–25%) langer van toepassing blijft.
Ik ben voornemens om tijdens de Raad vast te houden aan mijn standpunt over het te
hanteren beschermdoel voor bijen. Indien op de Raad blijkt dat mijn positie een doorslaggevende
zal zijn bij het al dan niet aannemen van het voorstel van de Commissie en dat, indien
het compromisvoorstel het niet haalt, de uitkomst zal zijn dat honingbijen minder
goed beschermd worden, zal ik wel instemmen met het compromisvoorstel.
Wanneer overeenstemming is bereikt over het te hanteren beschermdoel voor honingbijen
zal de Europese Commissie met voorstellen komen voor beschermdoelen voor hommels en
solitaire bijen. Voordat EFSA de uitwerking van het bijenrichtsnoer afrondt zal een
publieke consultatie op het bijenrichtsnoer plaatsvinden. Hierna zal de Europese Commissie
naar verwachting volgend jaar een voorstel doen om het bijenrichtsnoer aan te nemen
en van toepassing te verklaren.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten