21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 1225 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 29 januari 2020

De algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de brief van 10 juli 2019 over het akkoord tussen EU en de VS over aanpassing van het Memorandum of Understanding over rundvlees van hoge kwaliteit (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1194).

De vragen en opmerkingen zijn op 2 oktober 2019 aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voorgelegd. Bij brief van 28 januari 2020 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, De Roon

De adjunct-griffier van de commissie, Meijers

Inbreng van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met tevredenheid kennisgenomen van het overeengekomen Memorandum of Understanding ten aanzien van de import van rundvlees.

De leden van de VVD-fractie zijn verheugd dat de Europese Unie en de Verenigde Staten een akkoord hebben kunnen sluiten. Het kabinet stelt terecht dat Nederland grote agrarische exportbelangen heeft en bij uitstek Nederland – en de Nederlandse landbouwsector – was het slachtoffer geweest van het uitblijven van een oplossing. Tevens toont het Memorandum of Understanding (MoU) de kracht van de economische multilaterale orde aan. In de context van de handelsrelatie tussen de EU en de Verenigde Staten is dat verheugend nieuws.

De leden van de VVD-fractie zijn benieuwd of de Minister inzage kan geven in de hoogte van de voor de Nederlandse agrarische sector meest relevante Amerikaanse importtarieven op Europese agrarische producten enerzijds, en de Europese importtarieven op Amerikaanse agrarische producten anderzijds. Kan de Minister deze tarieven inzichtelijk maken? De leden van de VVD-fractie hebben geen verdere vragen.

Antwoord

Graag breng ik de Market Access Database van de Europese Commissie onder uw aandacht. In deze database wordt schematisch, op productniveau, weergegeven wat de toepasselijke tarieven en quota op zowel import als export zijn. Hier is ook informatie terug te vinden over (agrarische) handel met de Verenigde Staten.1

Inbreng van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie vragen de Minister nogmaals duidelijk aan te geven in hoeverre deze overeenkomst ertoe leidt dat hormoonvlees op de Nederlandse markt terecht komt. De leden van de CDA-fractie vragen tevens wanneer voor het laatst is geconstateerd dat Amerikaans hormoonvlees op de Nederlandse markt is beland. Tevens vragen deze leden de Minister om aan te geven op welke manier deze import van rundvlees van hoge kwaliteit wordt gecontroleerd. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister welke landen naast de Verenigde Staten aanspraak maken op het tariefvrij WTO-importquotum (tariff rate quota, TRQ) en voor hoeveel ton rundvlees van hoge kwaliteit dat dan is.

Antwoord

Het Memorandum of Understanding (MoU) leidt er niet toe dat rundvlees behandeld met groeihormonen afkomstig uit de Verenigde Staten op de Nederlandse markt terecht komt, noch is er eerder geconstateerd dat rundvlees behandeld met groeihormonen afkomstig uit de Verenigde Staten op de Nederlandse markt is aangetroffen. De huidige afspraken betreffen juist een werkbare oplossing om de VS op een eerlijke manier te compenseren voor het feit dat de EU geen hormoonvlees toelaat op de EU-markt. De import van rundvlees van hoge kwaliteit wordt gecontroleerd via een certificeringsschema, om uit te sluiten dat rundvlees behandeld met groeihormonen afkomstig uit de Verenigde Staten op de Europese markt gebracht wordt.2 In het Memorandum of Understanding is afgesproken dat 35.000 van de 45.000 ton van het tariefvrije quotum wordt gereserveerd voor de VS, opgebouwd in een periode van zeven jaar. Op de overige ruimte binnen het quotum kan aanspraak worden gemaakt door gekwalificeerde producenten uit andere derde landen. Aanvragen voor gebruik van dit quotum door marktpartijen waren volgens de Europese Commissie in 2018 hoofdzakelijk afkomstig uit Australië, Argentinië en Uruguay.

De leden van de CDA-fractie vragen de Minister of dit rundvlees aan Europese en Nederlandse productiestandaarden (dierenwelzijn, milieuaspecten) en vleesverwerkingsstandaarden moet voldoen en in welke mate of op welke wijze de Verenigde Staten en de andere landen worden aangespoord toe te werken naar deze standaarden.

Antwoord

Al het geïmporteerde rundvlees – dus ook het rundvlees onder het quotum – moet voldoen aan alle door de EU gestelde eisen ten aanzien van plant- en diergezondheid, voedselveiligheid en etikettering. Wat betreft het quotum dient ook nader voldaan te worden aan de specifieke voorwaarden gesteld aan het quotum zoals weergegeven in bijlage II van Verordening (EU) 481/2012.3 In de EU geïmporteerde producten hoeven in het algemeen niet te voldoen aan productie-eisen van de EU, als houderijsystemen en dierenwelzijnsstandaarden, tenzij er met derde landen afspraken over zijn gemaakt. Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft de ambitie de internationale voortrekkersrol te versterken binnen de Codex Alimentaris, de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE) en de International Plant Protection Convention om de formulering en aanpassing van dierenwelzijnsstandaarden van de OIE zoveel mogelijk op te trekken naar het niveau van de EU. Waar mogelijk zal hierbij ook worden samengewerkt met landen buiten de EU met een hoog dierenwelzijnsniveau.

De leden van de CDA-fractie vragen de Minister welke correctieve middelen Nederland heeft wanneer geconstateerd wordt dat er niet aan de afgesproken eisen wordt voldaan. Kunnen de afspraken dan bijvoorbeeld opgeschort worden? De leden van de CDA-fractie vragen de Minister wanneer deze nieuwe overeenkomst van kracht zal zijn.

Antwoord

De NVWA voert in samenwerking met de douane controles uit op de import van rundvlees uit derde landen bij binnenkomst via grensinspectieposten in Nederland. Als geconstateerd wordt dat rundvlees uit de VS niet voldoet aan de EU-eisen ten aanzien van voedselveiligheid en diergezondheid, weigert de NVWA deze producten voor invoer in de EU. Op 5 december 2019 is de nieuwe overeenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika gesloten over de landenspecifieke toewijzing van het bij Verordening (EU) nr. 617/2009 vastgestelde tariefcontingent voor rundvlees van hoge kwaliteit. De uitvoering van de overeenkomst treedt met de wijziging van uitvoeringsverordening (EG) 481/2012 op 1 januari 2020 in werking4.

Inbreng van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met veel interesse kennisgenomen van het tot stand gekomen akkoord tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten met betrekking tot allocatie van een bestaand quotum voor rundvlees van hoge kwaliteit. Zij ondersteunen de inzet van het kabinet om in te stemmen met het akkoord. De aan het woord zijnde leden zijn het volmondig eens dat het instellen van tarieven door de Verenigde Staten zeer nadelig zou zijn en voorkomen dient te worden, zeker met het oog op de voortdurende dreiging vanuit de Verenigde Staten om te komen tot importheffingen. Tegen de achtergrond van toenemende mondiale handelsconflicten is het van groot belang dat de EU en de Verenigde Staten laten zien tot een gezamenlijke oplossing te kunnen komen en hun handelsrelatie versterken. Voorts zijn de aan het woord zijnde leden positief over het gegeven dat met onderhavig geschil het belang van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) nogmaals is benadrukt. Wat hen betreft blijft deze instantie zijn belangrijke rol in de multilaterale wereldorde behouden om internationale handel te reguleren. Zij hebben verder geen vragen.

Inbreng van de GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de zijde van het kabinet over de aanpassing van het Memorandum of Understanding tussen de EU en de VS over het tariefvrije quotum voor rundvlees. Deze leden hebben hier vragen over.

Het Beroepslichaam van de WTO (Appellate Body) bepaalde in 1998 dat het EU-invoerverbod op hormoonvlees in strijd was met artikel 5, lid 1, van de WTO-overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire (SPS) maatregelen. De leden van de GroenLinks-fractie vinden het bevreemdend dat WTO-regels geen ruimte laten voor het weren van vlees van met hormonen behandelde dieren. Deze leden vragen of deze regels sinds 1998 zijn aangepast, en zo nee, of de regering bereid is zich voor een wijziging op dit punt in te zetten.

Antwoord

De EU-positie ten aanzien van hormoonvlees is gebaseerd op het voorzorgsprincipe zoals vastgelegd in het verdrag ten aanzien van het functioneren van de EU. In de door u aangehaalde uitspraak van het Appellate Body stelt de WTO vast dat het weren van vlees van dieren die behandeld zijn met bepaalde groeibevorderende hormonen niet in lijn is met WTO-regels. De reden hiervoor is dat het Appellate Body van de WTO heeft geoordeeld dat de toepassing van het voorzorgsprincipe niet in lijn is gebleken met de vereiste om een risicoanalyse beschikbaar te stellen die redelijkerwijs de maatregelen ondersteunt, zoals is aangegeven in overweging 208 van de betreffende zaak.5

De WTO-regels bieden voorts slechts zeer beperkt ruimte voor het afwijkend behandelen van gelijke producten die op basis van verschillende manieren geproduceerd zijn. Deze regels zijn niet veranderd sinds 1998, noch wordt binnen de WTO naar verandering gestreefd. In de context van de WTO wordt vlees dat geproduceerd wordt met hulp van groeihormonen gezien als gelijk aan vlees dat geproduceerd wordt zonder groeihormonen. De reden is dat de behandeling met hormonen betrekking heeft op de manier waarop een product geproduceerd is en geen invloed heeft op het eindproduct.

De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat het Memorandum of Understanding betrekking heeft op «rundvlees van hoge kwaliteit». Deze leden vragen aan welke criteria dit vlees concreet dient te voldoen, naast het criterium dat geen hormonen mogen zijn toegediend, om aan het predicaat «hoge kwaliteit» in het kader van dit quotum te kunnen voldoen. Deze leden vragen of standaarden worden gesteld aan dierenwelzijn en de emissie van voor het milieu schadelijke stoffen bij de productie van dit vlees, en zo nee, waarom niet.

Antwoord

In Uitvoeringsverordening (EU) 481/2012 zijn criteria opgenomen voor het gebruik van het bij Verordening (EU) 617/2009 vastgestelde tariefcontingent voor rundvlees van hoge kwaliteit. In bijlage II van Verordening (EU) 481/2012 zijn, naast de voorwaarde dat de dieren niet behandeld zijn met hormonen, onder andere ook voorwaarden voor voeding en de classificatie van de runderkarkassen opgenomen. Als de karkassen gelabeld worden in het slachthuis dan dient dat te gebeuren conform artikel 13 van Verordening (EU) 1760/2000.6 Daarnaast moet vlees dat vanuit derde landen geïmporteerd wordt, voldoen aan de EU-standaarden voor voedselveiligheid en etikettering. Het quotum bevat geen productievoorwaarden voor dierenwelzijn of milieuemissies. Het opnemen van dergelijke eisen is in strijd met de WTO-regels. Er is internationaal geen overeenstemming over standaarden voor productie zoals de door u genoemde, noch is er de mogelijkheid om hierop bij import te selecteren. Ieder land bepaalt zelf op welke manier geproduceerd moet worden op het eigen grondgebied. Het streven naar afspraken over de wijze van productie in het algemeen strandt op de inzet van landen om het eigen juridisch kader via handelsakkoorden in de handelspartner van toepassing te laten verklaren. Nederland zet zich samen met gelijkgestemde landen en de Europese Commissie in om de formulering en aanpassing van dierenwelzijnsstandaarden van de OIE zoveel mogelijk op te trekken naar het niveau van de EU.7

De leden van de GroenLinks-fractie vinden het verbazend dat andere landen die gebruik maken van het tariefvrije quotum van de EU akkoord zijn gegaan met de wijziging van het MoU, gelet op de economische belangen van deze landen. Deze leden vragen de regering of de instemming van Uruguay, Argentinië en Australië te maken heeft met lopende onderhandelingen over handelsakkoorden tussen de EU en deze landen en specifiek afspraken over de tariefvrije quota voor rundvlees in deze akkoorden. De leden van de GroenLinks-fractie vragen of in de context van het verwerven van instemming van deze landen met het MoU toezeggingen of beloften zijn gedaan aangaande deze lopende onderhandelingen over handelsakkoorden, en zo ja, welke.

Antwoord

De instemming van Uruguay, Argentinië en Australië met het MoU dient los te worden gezien van de lopende onderhandelingen over handelsakkoorden tussen de EU en deze landen en eventuele toezeggingen in deze onderhandelingen. Er zijn, voor zover mij bekend, geen toezeggingen gedaan of afspraken gemaakt met deze landen die direct verband houden met het MoU.

De leden van de GroenLinks-fractie zijn bezorgd over het toenemen van uit het buitenland geïmporteerd vlees, dat geproduceerd kan worden tegen lagere normen voor milieu en dierenwelzijn, waarmee de positie van Nederlandse boeren onder druk komt te staan. Deze leden vragen de regering hoeveel ton rundvlees de EU nu jaarlijks tariefvrij toelaat op de interne markt. Daarnaast vragen deze leden hoe de regering bij het verlenen van haar steun aan het MoU het effect van grotere tariefvrije import van rundvlees op Nederlandse boeren heeft gewogen.

Antwoord

Het voorliggende besluit betreft geen verruiming van het quotum, en heeft dus geen grotere tariefvrije import van rundvlees tot gevolg. Er is slechts een andere landenspecifieke toewijzing van de import onder het quotum overeengekomen. Er zijn meerdere quota voor rundvlees voor de markttoegang tot de Europese Unie. De beschikbare hoeveelheid loopt voor sommige quota jaarlijks op als gevolg van de afgesproken uitfasering in een aantal handelsakkoorden. De Europese Commissie publiceert overzichten van de beschikbare quota en het gebruik ervan8. Voor de invoerperiode 2018/2019 kan maximaal 45.000 ton rundvlees van hoge kwaliteit en 42.830 ton rundvlees met andere kenmerken tariefvrij op de EU-markt worden toegelaten. Naast heffingsvrije quota voor rundvlees zijn er ook rundvleesquota met een verlaagde heffing. Niet alle quota worden volledig benut.

De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat de gewijzigde MoU inmiddels is getekend, maar hebben het document desondanks nog niet in het openbaar kunnen aantreffen. Deze leden vragen of het kabinet het document aan de Kamer wil sturen.

Antwoord

Het herziene MoU is online beschikbaar.9

Inbreng van de fractie van de Partij voor de Dieren

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren maken zich grote zorgen over de wereldwijde race naar de bodem die er in de landbouwsector plaatsvindt. Deze race naar de bodem is desastreus voor het welzijn van mensen en dieren, is catastrofaal voor (oer)bossen en maakt het een stuk moeilijker om effectief klimaatbeleid te voeren. Een van de belangrijkste drijvende krachten hierachter zijn de vrijhandelsverdragen die de Europese Commissie namens de lidstaten afsluit met landen als Brazilië, Canada, Argentinië en Oekraïne, maar ook deze specifieke rundvleesdeal, waarin wordt geregeld dat de Verenigde Staten rundvlees van zogenaamde «hoge kwaliteit» naar de EU mogen exporteren, draagt bij aan deze race naar de bodem.

Deze vrijhandelsverdragen en andere vleesdeals dwingen de Nederlandse boeren om de concurrentie met de wereldmarkt aan te gaan, waardoor zowel het inkomen van boeren als de Nederlandse natuur op onacceptabele wijze onder druk worden gezet. De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren begrijpen dan ook goed dat Nederlandse boeren, maar ook Franse, Ierse en Belgische boeren, in opstand zijn gekomen tegen deze vrijhandelsverdragen.

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben naar aanleiding van de brief van de Minister over deze rundvleesdeal nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren vinden de uitleg in de Kamerbrief over de redenen dat Uruguay, Argentinië, Australië en mogelijkerwijze andere landen hebben besloten om hun aandeel in het quotum op te geven veel te summier. Klopt het dat deze landen de komende jaren een lagere hoeveelheid rundvlees naar de EU zullen exporteren dan in 2018? Kan de Minister aangeven welke landen in 2018 gebruik maakten van dit specifieke rundvleesquotum, welk aandeel ze in 2018 hadden en welke aandelen ze in het quotum de komende acht jaar, jaar voor jaar, zullen krijgen? Kunnen deze landen binnen afzienbare tijd gebruik maken van een ander quotum? Welke compensatie is deze landen geboden, zodat ze hebben kunnen instemmen met een verlaging van hun aandeel in het quotum? Van welk quotum maakt Brazilië momenteel gebruik om rundvlees naar de EU uit te voeren? Heeft Brazilië ook een deel van het aandeel van een rundvleesquotum moeten inleveren? Kan het kabinet een overzicht geven van de vleesquota die momenteel voor WTO-leden beschikbaar zijn en welke aandelen daarbij beschikbaar zijn gesteld aan Brazilië en de Verenigde Staten?

Antwoord

Zoals ik in mijn brief aan uw Kamer van 10 juli jl.10 heb aangegeven, houdt het hernieuwde Memorandum of Understanding in dat een aangepaste verdeling over de exporterende landen is overeengekomen voor het bestaande tariefvrije quotum van 45.000 ton rundvlees van hoge kwaliteit. Zoals ik eerder ook heb aangegeven betreft het voorliggende besluit geen verruiming van het quotum voor rundvlees van hoge kwaliteit onder Verordening (EU) 617/2009,11 maar slechts een andere allocatie van de import onder het bestaande quotum. Dit betekent dat de door u genoemde landen onder dit quotum minder mogen importeren. Hiermee is niet gezegd dat deze landen niet buiten dit quotum kunnen en/of zullen exporteren naar de Europese Unie.

De toewijzing van 35.000 ton van het voornoemde quotum van 45.000 ton aan export vanuit de Verenigde Staten zal geleidelijk plaatsvinden tot en met 2026. De Europese Commissie heeft 13 december 2019 een besluit genomen over de wijziging van uitvoeringsverordening (EU) 481/2012 met de afgesproken uitfasering naar aanvraagperiode.12 De wijziging trad op 1 januari 2020 in werking. In jaar 1 van inwerkingtreding is er voor de export vanuit andere landen dan de VS 26.500 ton beschikbaar van het quotum. Dit loopt in zevenjaarlijkse aanvraagperioden af tot er nog 10.000 ton beschikbaar is voor export vanuit andere derde landen. Het is aan marktpartijen cq. importeurs om te besluiten of men de komende jaren een aanvraag voor gebruik van het quotum zal indienen.

Door de aangepaste allocatie zal minder rundvlees onder dit specifieke quotum uit andere landen kunnen worden uitgevoerd naar de Europese Unie. Het gebruik van dit quotum wordt, samen met het gebruik van andere quota, door de Europese Commissie gepubliceerd op haar website. Hier is een overzicht terug te vinden van de verschillende rundvleesquota beschikbaar voor WTO-leden.13 De Europese Commissie heeft lidstaten geïnformeerd dat Uruguay, Australië en Argentinië naast de Verenigde Staten, de andere leverende landen waren van waaruit in 2018 binnen het quotum onder uitvoeringsverordening (EU) 418/2012 werd geïmporteerd. Er zijn, voor zover mij bekend, geen toezeggingen gedaan of afspraken gemaakt met deze landen die direct verband houden met het MoU. Marktpartijen die nu gebruik maken van de import via het voorliggende quotum voor rundvlees van hoge kwaliteit via andere landen dan de VS kunnen gebruik maken van andere quota die openstaan voor deze landen of buiten het quotum naar de EU exporteren, zoals nu ook plaatsvindt.

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO) heeft op haar website een overzicht van de verschillende rundvleesquota die beschikbaar zijn voor WTO-leden.14 Hierbij is ook aangegeven welke landenspecifieke contingenten beschikbaar zijn. Een overzicht van alle vleesquota en de landenspecifieke toewijzing, waaronder voor Brazilië en de Verenigde Staten, is te vinden op de website van de Europese Unie.15 Voor import vanuit Brazilië is 10.000 ton markttoegang voor rundvlees beschikbaar in het zogenoemde Hilton Beef Quotum onder Verordening 593/2013. Hiervoor geldt een verlaagde invoerheffing. Hiervan is voor de aanvraagperiode 2017/2018 voor 50,57 procent gebruik gemaakt (5.057,27 ton).16 Er zijn andere rundvleesquota waar marktpartijen gebruik van kunnen maken om vanuit Brazilië naar de EU te exporteren: de quota die openstaan voor alle WTO-leden (zogenaamde erga omnes-quota). Verder kunnen marktpartijen ook buiten quota om rundvlees vanuit Brazilië naar de EU exporteren. Quota houden namelijk een tariefvoordeel in ten opzichte van het normale buitentarief, wat betekent dat bij uitputting van het quotum dit buitentarief geldt. Aan handel buiten het quotum tegen het geldende buitentarief is geen limiet gesteld.

Kan de Minister aangeven hoe de onderhandelingen over het verlagen van het aandeel in het onderhavige rundvleesquotum ten gunste van het aandeel van de Verenigde Staten onderdeel zijn geweest van onderhandelingen over de vrijhandelsverdragen met de Mercosur-landen, met Australië en eventueel met andere landen?

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren wijzen erop dat de Europese markt niet voor niks is afgeschermd geweest van Amerikaans rundvlees en vinden het nogal misleidend dat de Minister spreekt over «hoge kwaliteit».

Antwoord

Ik verwijs u voor het antwoord op uw vraag naar mijn eerdere antwoord over hetzelfde onderwerp. De term «rundvlees van hoge kwaliteit» wordt gebruikt in de titel van Verordening (EU) 617/2009.17 Ik neem kennis van uw opmerking over deze kwalificatie.

Kan de regering uitleggen op welke wijze de Amerikaanse regelgeving met betrekking tot het gebruik van hormonen en antibiotica in de rundveesector afwijkt van de Europese regelgeving? Is het mogelijk dat een Amerikaanse boer waarvan een deel van de koeien wel hormonen heeft toegediend gekregen en een deel van de koeien niet, wel voor de Europese markt rundvlees kan produceren? Kan de regering aangeven op welke andere wijze de Amerikaanse regelgeving op het gebied van landbouwproducten afwijkt van de Europese regelgeving?

Antwoord

De wet- en regelgeving in de Verenigde Staten wijkt op het gebied van het gebruik van hormonen en antibiotica op verschillende punten af van de Europese wet- en regelgeving op dit terrein. Dit is de reden dat de Europese Commissie voor het toelaten van importen uit de Verenigde Staten aparte eisen stelt, zoals certificering door de Food Safety Inspection Service van het United States Department of Agriculture. Graag verwijs ik u voor een gedetailleerd overzicht van de eisen voor het verstrekken van exportcertificering door naar de website van deze certificerende instantie.18 Hierin worden de strikte eisen uiteengezet, waaronder een verplichting tot het scheiden van dieren die met hormonen zijn behandeld en dieren waarbij dit niet het geval is. Ten aanzien van uw vraag over het uiteenzetten van andere verschillen tussen Amerikaanse en Europese wet- en regelgeving ten aanzien van landbouwproducten kan ik aangeven dat overeenkomsten van betreffende wet- en regelgeving schaars c.q. afwezig zijn, hier niet ter zake doen en te ver strekken om een volledig overzicht te bieden.

Kan de Minister garanderen dat er geen producten worden geïmporteerd die tot stand zijn gekomen met gebruik van in de EU verboden hormonen of antibiotica? Zo ja, kan zij dat toelichten en onderbouwen met een uiteenzetting van het Identificatie & Registratie-systeem dat de Verenigde Staten hanteren voor de veehouderijsector en de controle daarop? Zo nee, kan zij het uitsluiten? Kan de Minister bevestigen dat groeihormonen niet in het vlees traceerbaar zijn indien een maand voor de slacht gestopt wordt met het toedienen van hormonen? Zo nee, hoe zit het dan?

Antwoord

Zoals aangegeven onder andere in antwoorden op Kamervragen van het lid Van Raan (PvdD)19, moeten alle naar de EU geëxporteerde producten, dus ook het rundvlees uit de Verenigde Staten, voldoen aan Europese eisen op het gebied van plant- en diergezondheid, voedselveiligheid en etikettering. De wet- en regelgeving in de Verenigde Staten op het gebied van het gebruik van hormonen en antibiotica wijkt af van de Europese wet- en regelgeving. Dit is reden dat de Europese Commissie voor het toelaten van importen uit de Verenigde Staten aanvullende eisen stelt, zoals certificering. Deze certificering wordt aan de zijde van de VS uitgevoerd door de Food Safety Inspection Service van het United States Department of Agriculture. Graag verwijs ik u voor een gedetailleerd overzicht van de eisen voor het verstrekken van exportcertificering door naar de website van deze certificerende instantie.20


X Noot
4

OJ L330/3 20 december 2019

X Noot
7

Kamerstuk 28 286, nr. 1063

X Noot
10

Kamerstuk 21 501-32, nr. 1194

X Noot
11

Verordening (EG) Nr. 617/2009 van de Raad van 13 juli 2009 houdende opening van een autonoom tariefcontingent voor de invoer van rundvlees van hoge kwaliteit.

X Noot
12

OJ L330/3 20 december 2019

X Noot
17

Verordening (EG) Nr. 617/2009 van de Raad van 13 juli 2009 houdende opening van een autonoom tariefcontingent voor de invoer van rundvlees van hoge kwaliteit.

X Noot
19

Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 2729.

Naar boven