Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 21501-31 nr. 731 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 21501-31 nr. 731 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Hierbij ontvangt u het Verslag van de Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 27 en 28 november jl. te Brussel.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip
Op de agenda van de Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 27–28 november jl. stond een algemene oriëntatie op het EU-richtlijnvoorstel EU Gehandicaptenkaart en Gehandicaptenparkeerkaart, drie beleidsdebatten, en de aanname van Raadsconclusies over drie separate onderwerpen geagendeerd. Daarnaast werd door het Spaanse EU-Voorzitterschap een any other business-punt geagendeerd over het EU-voorstel Richtlijn verbetering van arbeidsvoorwaarden bij platformwerk. Ik heb de Raad daarnaast benut om de bilaterale contacten met mijn collega-ministers aan te halen.
Algemene oriëntatie Richtlijn invoering Europese gehandicaptenkaart en Europese gehandicaptenparkeerkaart
Op de Formele Raad werd een algemene oriëntatie bereikt over de Richtlijn invoering Europese gehandicaptenkaart en Europese gehandicaptenparkeerkaart. Met de algemene oriëntatie is een belangrijke stap gezet voor de wederzijdse erkenning van de nationale gehandicaptenstatus tussen de EU-lidstaten, zodat EU-burgers met een beperking van dezelfde speciale voorwaarden en/of preferentiële behandeling kunnen profiteren als nationale burgers met een beperking.
Nederland heeft ingestemd met de algemene oriëntatie. Nederland onderschrijft de doelstelling die de Richtlijn nastreeft, namelijk het bevorderen van het vrije verkeer van personen met een beperking binnen de EU en de gelijke behandeling van EU-burgers met een beperking. Ook is in de uiteindelijke tekst gehoor gegeven aan enkele van de aandachtspunten die Nederland heeft ingebracht in de onderhandelingen. Zo is in de algemene oriëntatie opgenomen dat de lidstaten 36 maanden krijgen om het voorstel te implementeren. Wel betreurt Nederland het dat de digitale parkeerkaart niet verplicht is voor de lidstaten. Dit is nadelig voor mensen met een handicap en leidt tot onzekerheid voor lidstaten die willen investeren in het digitaliseren van de kaart. Nederland zal dit punt tijdens de trilogen onder de aandacht blijven brengen.
Het Europees Parlement stelt naar verwachting begin volgend jaar zijn positie vast. De trilogen kunnen vervolgens starten onder het inkomende Belgisch EU-Voorzitterschap.
Beleidsdebat over het Europees Semester: groene collectieve onderhandelingen, de Jaarlijkse Groeianalyse 2024, het Gezamenlijk werkgelegenheidsrapport 2023, en de hoofdboodschappen van het Werkgelegenheidscomité en het Sociaal Beschermingscomité over de implementatie van de Raadsaanbeveling betreffende het verzekeren van een eerlijke klimaattransitie
De Raad voerde een beleidsdebat over groene collectieve onderhandelingen. Daarnaast presenteerde de Commissie de Jaarlijkse Groeianalyse 2024 en het Gezamenlijk werkgelegenheidsrapport 2023. Ook werd de Raad gevraagd de hoofdboodschappen van het Werkgelegenheidscomité en het Sociaal Beschermingscomité over de implementatie van de Raadsaanbeveling betreffende het verzekeren van een eerlijke klimaattransitie aan te nemen.
Tijdens het beleidsdebat hebben de lidstaten het belang benadrukt de sociale dialoog in relatie tot de groene en digitale transitie. Daarbij vroegen de lidstaten aandacht voor personen die de gevolgen van deze transitie het meest merken en zich daardoor in een kwetsbare positie bevinden. De kansen die de transities bieden moeten daarom eerlijk verdeeld worden, zodat draagvlak voor de transities wordt geborgd. Lidstaten vroegen daarom aandacht voor het belang van de ontwikkeling van de juiste vaardigheden middels om- en bijscholing voor beroepen die een bijdrage leveren aan de transities. Collectieve onderhandelingen en overeenkomsten tussen overheden, werkgeversorganisaties, en vakbonden kunnen daarbij een belangrijke rol spelen. Tegelijkertijd benadrukten enkele lidstaten in dit kader dat nationale praktijken en de autonomie van sociale partners volledig gerespecteerd moeten worden.
Namens Nederland bracht ik in het beleidsdebat in dat een eerlijke en rechtvaardige transitie naar klimaatneutraliteit een grote uitdaging is. De transitie brengt kansen en uitdagingen met zich mee als het gaat om werkgelegenheid en arbeidsomstandigheden. Het aanpakken van deze veranderingen vereist een sterke sociale dialoog tussen overheid, werkgevers en werknemers om ervoor te zorgen dat iedereen de vruchten ervan kan plukken. Ik heb toegelicht dat in Nederland steeds meer afspraken over klimaat en duurzaamheid hun weg vinden in collectieve arbeidsovereenkomsten, zoals maatregelen omtrent energiebesparing, verduurzaming van (thuis-) werkplekken, het tegengaan van voedselverspilling, en inzet op duurzame manieren van reizen.
Beleidsdebat over Europees actieplan antiracisme 2020–2025
De Raad voerde een beleidsdebat over de implementatie van het EU-actieplan tegen racisme 2020–2025.
Tijdens het beleidsdebat hebben de lidstaten benadrukt dat het aanpakken van structureel en institutioneel racisme van groot belang is. Racisme heeft direct invloed op de sociale mobiliteit van personen. Lidstaten hebben een toelichting gegeven op de maatregelen die ze treffen om racisme tegen te gaan. Daarbij wordt informatie- en dataverzameling van groot belang geacht om goede opvolging te geven aan signalen.
Namens Nederland bracht ik in het beleidsdebat in dat Nederland zich krachtig inzet voor het bestrijden en voorkomen van racisme en discriminatie op alle niveaus van de samenleving, in lijn met artikel 1 van onze Grondwet. Ik heb gesproken over het belang van inclusief leiderschap door het bieden van gelijkwaardige kansen aan eenieder, omdat we weten dat diverse teams beter presteren. Daarnaast heb ik toegelicht dat Nederland onder andere met de instelling van het Nationaal Programma van de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme gehoor heeft gegeven aan de oproep van de Commissie om op nationaal niveau een integrale aanpak van discriminatie en racisme te formuleren. Verder heb ik toegelicht dat in 2022 ook een Staatscommissie tegen Discriminatie en Racisme is opgericht.
Beleidsdebat over sociale investeringen
De Raad voerde een beleidsdebat over sociale investeringen. De Raad heeft daarnaast een opinie van het Werkgelegenheidscomité (Employment Committee, EMCO) en het Sociale Beschermingscomité (Social Protection Committee, SPC) op dit thema aangenomen. Voorafgaand aan het beleidsdebat hebben Spanje, België, en Hongarije als huidig trio EU-Voorzitterschap een verklaring afgelegd dat van interferentie met de onderhandelingen over de herziening van de Europese begrotingsregels geen sprake mag zijn, en dat aanname van de opinie van het Werkgelegenheidscomité en Sociaal Beschermingscomité niet impliceert dat de Raad goedkeuring geeft aan de introductie van een sociaal convergentiekader in het Europees Semester.
Tijdens het beleidsdebat hebben de lidstaten zich uitgesproken over het belang van sociale investeringen. Sociale investeringen kunnen economische groei aanjagen en sociale beleidsdoelen verwezenlijken. Lidstaten wezen in dit kader bijvoorbeeld op het belang van het voeren van actief arbeidsmarktbeleid, onderwijs- en vaardighedenbeleid, en kinderopvangbeleid.
Namens Nederland bracht ik in het beleidsdebat in dat het kabinet inziet dat hervormingen en investeringen kunnen bijdragen aan economische convergentie en verbeterde schuldhoudbaarheid. Daarom is het positief dat de herziening van de Europese begrotingsregels een belangrijke prikkel bevat voor het stimuleren van structurele hervormingen en investeringen. In het voorstel van de Commissie kunnen lidstaten meer tijd krijgen voor hun begrotingsopgave wanneer zij bepaalde hervormingen en investeringen doorvoeren. De plannen die lidstaten indienen, dienen hierbij recht te doen aan geïdentificeerde uitdagingen in het kader van het Europees Semester en de landspecifieke aanbevelingen.
Ik heb tevens ingebracht dat Nederland ervoor openstaat om bepaalde hervormingen en investeringen mee te wegen in de afweging of lidstaten meer tijd voor hun begrotingsopgave krijgen, zolang de set aan hervormingen en investeringen bijdraagt aan economische convergentie en schuldhoudbaarheid. Ook sociale investeringen kunnen hieraan bijdragen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan investeringen in om- en bijscholing. Dit zijn redelijkerwijs ook investeringen die indirect en op termijn bijdragen aan schuldafbouw. Het nader definiëren van sociale investeringen kan derhalve nuttig zijn voor het in kaart brengen van de bijdragen van sociale investeringen aan inclusieve economische groei, het concurrentievermogen en een weerbare beroepsbevolking.
Ik heb tegelijkertijd gesteld dat voorkomen moet worden dat er twee parallelle discussies ontstaan waardoor het traject op het sociale domein interfereert met de lopende onderhandelingen over de herziening van de Europese begrotingsregels. Deze oproep werd door meerdere lidstaten gesteund.
Raadsaanbeveling en Raadsconclusies
De Raadsconclusies betreffende de digitalisering van de coördinatie van de sociale zekerheid, om de uitoefening van de socialezekerheidsrechten in de EU te vergemakkelijken en de administratieve lasten te verlichten, de Raadsconclusies over de transitie van zorgsystemen gedurende het hele leven naar holistische, persoonsgerichte en gemeenschapsgerichte modellen, en de Raadsconclusies over meer democratie op het werk en groene collectieve onderhandelingen voor fatsoenlijk werk en duurzame en inclusieve groei zijn door de Raad aangenomen.
Any-other-business: EU-voorstel Richtlijn verbetering van arbeidsvoorwaarden bij platformwerk
Het Spaanse EU-Voorzitterschap agendeerde een any other business-punt over het EU-voorstel Richtlijn verbetering van arbeidsvoorwaarden bij platformwerk. Het Voorzitterschap gaf een toelichting op de stand van zaken in de triloogonderhandelingen en vroeg flexibiliteit van de lidstaten om een akkoord met het Europees Parlement te bereiken.
Ik heb het Spaanse EU-Voorzitterschap opgeroepen dat er snel een akkoord bereikt moet worden met het Europees Parlement. We hebben een effectieve richtlijn nodig die een goede balans biedt tussen de daadwerkelijke bescherming van werkenden in de platformeconomie en de duurzame ontwikkeling van platformbedrijven. Enkele lidstaten hebben deze oproep gesteund.
Overige ontwikkelingen
Zoals eerder met uw Kamer gedeeld in de Geannoteerde Agenda stond de herziening van Verordening 883/2004 niet op de agenda van de Raad, maar toont het huidige Spaanse voorzitterschap wel ambitie om tot een akkoord te komen. Dit onderwerp is opnieuw besproken in het Coreper van 8 december jl. Het Spaans voorzitterschap heeft in Coreper gevraagd om een aangepast Raadsmandaat, binnen de Raad bestond daarvoor echter onvoldoende steun. Het Spaans voorzitterschap heeft wel aangegeven in gesprek met lidstaten en het Europees Parlement te blijven. Als de ontwikkelingen daar aanleiding toe geven, zal ik uw Kamer daar nader over informeren.
Op 30 november jl. is de herziene richtlijn voor de bescherming van werknemers tegen blootstelling aan asbest tijdens het werk gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. Na publicatie hebben lidstaten twee jaar de tijd om de nieuwe regelgeving om te zetten in nationale wetgeving. Momenteel wordt gekeken naar de mogelijke gevolgen van de herziene richtlijn voor de lopende nationale stelselherziening. U wordt hier op korte termijn per Kamerbrief nader over geïnformeerd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-31-731.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.