21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Nr. 725 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 oktober 2023

Hierbij ontvangt u het Verslag van de Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 9 oktober jl. te Luxemburg.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

Verslag Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, 9 oktober 2023 te Luxemburg

Op de agenda van de Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 9 oktober jl. stonden twee beleidsdebatten, de aanname van een Raadsaanbeveling en Raadsconclusies over drie separate onderwerpen geagendeerd. Daarnaast werd door het Spaanse EU-Voorzitterschap een any other business-punt geagendeerd over legale migratie. Ik heb de Raad daarnaast benut om de bilaterale contacten met mijn collega-ministers aan te halen.

Beleidsdebat over het Europees Semester en de digitale transitie

De Raad voerde een beleidsdebat over het Europees Semester, gericht op de «impact van nieuwe technologieën op werk met specifieke aandacht voor een rechtvaardige digitale transitie». Daarnaast bekrachtigde de Raad de kernboodschappen van het Werkgelegenheidscomité (EMCO) en het Sociaal Beschermingscomité (SPC). Ook stemde de Raad in met de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten.

Tijdens het beleidsdebat stonden de lidstaten stil bij ontwikkelingen in het digitaliseringsdomein zoals telewerken, digitalisering van voorzieningen en het gebruik van technologieën als kunstmatige intelligentie en algoritmisch management in de wereld van werk. Volgens de lidstaten zijn adequate werkomstandigheden en sociale bescherming voor werknemers van groot belang, naast de inzet op innovatie en het vergroten van de concurrentiekracht. Een groot aantal lidstaten noemde dat technologische ontwikkelingen geen afbreuk mogen doen aan sociale inclusie, inclusief de participatie van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. Daarnaast haalden veel lidstaten aan dat werknemers de juiste vaardigheden moeten ontwikkelen met behulp van gerichte om- en bijscholing om de digitale transitie te kunnen realiseren. Ook riepen enkele lidstaten op om het wetgevend kader te blijven beoordelen, zodat technologische ontwikkelingen geen inbreuk maken op fundamentele rechten, zoals het recht op gelijke behandeling.

Namens Nederland bracht ik in het beleidsdebat in dat innovatie, zoals het gebruik van kunstmatige intelligentie, kansen biedt voor een toename van de arbeidsproductiviteit, ook voor kwetsbare groepen zoals personen met een handicap. Tegelijkertijd moeten dilemma’s die raken aan sociale inclusie het hoofd worden geboden. Technologische innovatie moet immers plaatsvinden op een eerlijke en inclusieve wijze. De inzet op het verwerven van digitale (basis) vaardigheden en het belang van leven lang ontwikkelen is en blijft daarom essentieel om alle werkenden inzetbaar te houden en mee te laten bewegen met de steeds veranderende arbeidsmarkt en om de concurrentiekracht van de Unie te vergroten. Het onderhouden en ontwikkelen van het wetgevend kader op het gebied van technologische ontwikkelingen die impact hebben op de arbeidsmarkt zal dan ook voor de komende periode, inclusief tijdens de nieuwe Europese Commissieperiode, voortdurende aandacht vereisen.

Beleidsdebat over de consolidatie en versterking van de Europese socialezekerheidsstelsels

De Raad voerde een beleidsdebat over het belang van versterking van de Europese socialezekerheidsstelsels, tegen de achtergrond van de sociale gevolgen van de COVID-19 pandemie en de Russische inval in Oekraïne, en de groene en digitale transities.

Tijdens het beleidsdebat onderstreepten lidstaten het belang van duurzame en weerbare welvaartsstaten die kunnen steunen op sterke socialezekerheidsstelsels. Deze stelsels zijn van belang voor het opvangen van externe schokken. Ook werd door verschillende lidstaten aandacht gevraagd voor de toegang tot sociale bescherming van zelfstandigen. Tevens werd opgemerkt dat de coördinatie van socialezekerheidsstelsels van groot belang is voor een goede werking van de interne markt. Veel lidstaten stonden stil bij ontwikkelingen op het gebied van digitalisering, zoals grensoverschrijdend telewerken en het werk verricht door zogenoemde «digitale nomaden», en de impact van deze ontwikkelingen op de werking en effectiviteit van socialezekerheidsstelsels.

Namens Nederland bracht ik in het beleidsdebat in dat betaalbare, efficiënte, en moderne welvaartsstaten van groot belang zijn. Ik benoemde dat we ook in Nederland continu bezig zijn met het versterken en verbeteren van ons socialezekerheidsstelsel, bijvoorbeeld door het omvormen van de Participatiewet en door een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen te introduceren. Ik heb tijdens beleidsdebat, conform de wens van uw Kamer, ook nogmaals benadrukt dat het huidige herzieningsvoorstel voor de coördinatieverordening socialezekerheidsstelsels (883/2004) niet bijdraagt aan de gewenste modernisering. Ik heb de Commissie en het Voorzitterschap opgeroepen tot een reflectieperiode, of een variant hierop (de zogenoemde «4+2 oplossing»). Deze 4+2 oplossing zou betekenen dat een reflectieperiode wordt ingebouwd voor de openstaande hoofdstukken die zorgen voor de impasse, namelijk het werkloosheidshoofdstuk en het hoofdstuk toepasselijke wetgeving. Deze oproep werd door een aantal lidstaten gesteund. Tegelijkertijd riep ook een aantal lidstaten op om de onderhandelingen over de gehele verordening spoedig af te ronden.

Raadsaanbeveling en Raadsconclusies

Over de Raadsaanbeveling over de randvoorwaarden voor de sociale economie is tijdens de Raad een politiek akkoord bereikt.

De Raadsconclusies betreffende maatregelen om gelijke toegang voor Roma tot adequate en gedesegregeerde huisvesting te waarborgen en om gesegregeerde nederzettingen te adresseren, de Raadsconclusies over mentale gezondheid en precair werk, en de Raadsconclusies over sociale bescherming voor zelfstandigen zijn eveneens door de Raad aangenomen.

Any-other-business: legale migratie

Het Spaanse EU-Voorzitterschap agendeerde een any other business-punt over legale migratie. Het Voorzitterschap lichtte toe dat er een nauwe samenhang is tussen de economische, sociale, en demografische dimensie van legale migratie. Deze samenhang vergt volgens het Voorzitterschap ook de aandacht van de Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid.

De Commissie bracht in dat maatregelen op het gebied van legale migratie complementair zijn aan maatregelen om de beroepsbevolking in de lidstaten verder te activeren om de arbeidsmarkt te betreden, om- en bij te scholen, en duurzaam inzetbaar te houden. De Europese Commissie kondigde tevens aan dat het later dit jaar een talentmobiliteitspakket zal uitbrengen.

Nederland heeft tijdens dit agendapunt ingebracht dat legale migratie vanuit een breed perspectief bekeken dient te worden, waarbij rekening gehouden dient te worden met de absorptiecapaciteit van lidstaten in relatie tot de impact op sociale cohesie, huisvesting, zorg en onderwijs. Vanuit dit brede perspectief heeft Nederland het Spaanse EU-Voorzitterschap en komende EU-Voorzitterschappen opgeroepen om voorstellen met betrekking tot legale migratie ook in de Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid te behandelen. Deze oproep werd ondersteund door het Spaanse EU-Voorzitterschap en de Europese Commissie.

Uw Kamer zal zoals gebruikelijk via BNC-fiches worden geïnformeerd over de kabinetsappreciatie van de aankomende voorstellen uit het talentmobiliteitspakket, die naar verwachting medio november worden gepubliceerd.

Naar boven