21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen

Nr. 369 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 februari 2016

Hierbij stuur ik u de geannoteerde agenda voor de Raad voor Concurrentievermogen die 29 februari aanstaande zal plaatsvinden in Brussel.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft aangegeven dat er op dit moment geen dringende agendapunten zijn die aanleiding geven voor het bijeenroepen van de onderzoeksministers. De Raad zal daarom dit keer alleen spreken over interne markt en industrie.

Gelijk aan de Raden voor Concurrentievermogen onder het Luxemburgs voorzitterschap zal de Commissie een zogenaamde «check-up» van het concurrentievermogen presenteren, waarna de Raad hierover van gedachten zal wisselen. De Raad zal hierna in het kader van het «mainstreamen» van het Europees concurrentievermogen een debat voeren over het circulaire economie pakket dat de Commissie in december 2015 heeft gepresenteerd. Vervolgens zal gesproken worden over de internemarktstrategie van de Commissie, voor dit onderwerp zet ik in op Raadsconclusies. De lunch staat om het teken van de landenspecifieke aanbevelingen in het kader van het Europees Semester. Het laatste punt dat op de agenda staat is een gedachtewisseling over de follow-up van de ingelaste Raad voor Concurrentievermogen over de staalindustrie van 9 november 2015 en de High Level Group over Energie-intensieve industrie die op 15 februari a.s. bijeen komt.

Daarnaast zal onder het agendapunt diversen gesproken worden over het Europees eenheidsoctrooi en het eengemaakt octrooigerecht. Ook komt kwekersrecht aan de orde. Daarnaast heeft Duitsland de Commissie verzocht om de stand van zaken met betrekking tot het EU-US Privacy Shield (voorheen Safe Harbour) toe te lichten en zal de Commissie haar voorstel over portabiliteit aan de Raad toelichten.

In navolging van het AO Ondernemen van 30 september 2015 (Kamerstuk 31 311, nr. 161) en 21 januari jl. informeer ik uw Kamer via deze geannoteerde agenda graag nader over de stand van zaken van het frontrunnersinitiatief na de presentatie van het initiatief in de Raad voor Concurrentievermogen van 2 en 3 maart 2015.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

INTERNE MARKT EN INDUSTRIE

Voor de goede orde meld ik u, dat gezien het vroege tijdstip van het verzenden van deze geannoteerde agenda, er op dit moment nog geen extranetnummers beschikbaar zijn van de Raadsdocumenten.

Competitiveness check-up

Beleidsdebat

Een vast agendapunt van de Raad sinds oktober 2015 is de zogenaamde «check-up» van het concurrentievermogen. Hier zal de Commissie een beeld schetsen van de ontwikkeling van het Europese concurrentievermogen aan de hand van een aantal indicatoren. In de aankomende Raad wil de Commissie inzoomen op de scaling-up van mkb. De Commissie heeft in voorgaande Raden voorafgaand aan de Raad geen informatie toegestuurd, om daarmee een spontaan en interactief debat te stimuleren. Nederland verwelkomt het nieuwe agendaonderdeel en wil tijdens het voorzitterschap het instrument verder ontwikkelen om zo tot een integrale blik op het Europese concurrentievermogen te komen.

Mainstreaming competitiveness

Beleidsdebat

Op 29 februari 2016 zal de RvC het circulaire economie pakket bespreken in het kader van «competitiveness mainstreaming». Onder Luxemburgs voorzitterschap is begonnen met het zogenaamde mainstreamen van Europees beleid. Hiermee wilde Luxemburg de RvC een duidelijke rol geven bij het monitoren van de Europese concurrentiekracht om er zo voor te zorgen dat aspecten van concurrentievermogen beter worden meegenomen in de ontwikkeling van nieuwe EU-regels. Nederland steunt dit initiatief en zet dit door in de RVC’s onder Nederlands voorzitterschap.

Voor deze Raad is gekozen voor het thema circulaire economie naar aanleiding van het pakket dat de Commissie op 2 december 2015 heeft gepresenteerd (zowel een actieplan als een wetgevend afval-pakket). De uitkomsten van dit debat zullen worden aangeboden aan de Milieuraad die hierover op 4 maart en 20 juni 2016 zal spreken. Daarnaast wordt het onderdeel voedselverspilling en -verliezen van het circulaire economie pakket geagendeerd in de Landbouw- en Visserijraad van 11–12 april 20161.

Zowel het actieplan als het wetgevende afvalpakket lijkt redelijk positief te worden ontvangen door lidstaten. Specifiek het afvalpakket vinden veel lidstaten een verbetering ten opzichte van het vorige voorstel; op hoofdlijnen lijkt er dus veel steun. Een grote groep lidstaten is bezorgd over de doelstellingen, met name voor het terugdringen van storten van afval. Zuid- en Oost-Europese landen storten nog grote delen van hun afval en zullen investeringen moeten doen om dit te veranderen. Wel is Europees geld beschikbaar om hen daarbij te helpen, o.a. uit het Horizon 2020 programma en cohesie fondsen. Uw Kamer is een BNC-fiche nader geïnformeerd over de Nederlandse positie op dit onderwerp2.

Internemarktstrategie

Raadsconclusies en beleidsdebat

Het Nederlands voorzitterschap beoogt Raadsconclusies aan te nemen over de internemarktstrategie, die op 28 oktober 2015 is uitgebracht door de Commissie. De conclusies zullen zich met name richten op de dossiers uit de internemarktstrategie die de Raad prioritair acht, in het bijzonder te nemen maatregelen op het gebied van het mkb en start-ups, de dienstensector en implementatie, naleving en handhaving van bestaande internemarktregels.

Doel van de Raadsconclusies is om politieke sturing aan de Commissie te geven over de nog te verschijnen voorstellen ter uitwerking van de internemarktstrategie. Tijdens de informele bijeenkomst van ministers verantwoordelijk voor Concurrentievermogen van 27 en 28 januari jl. te Amsterdam is er door EU-ministers onder meer gesproken over hoe het potentieel van de interne markt voor diensten verder ontsloten kan worden. Tijdens de Raad van 29 februari zal aan de hand van de conceptconclusies een nadere discussie worden gevoerd over de te nemen stappen om de nog altijd bestaande fragmentatie in de interne markt weg te kunnen nemen en welke maatregelen hiervoor met prioriteit op EU-niveau dienen te worden opgepakt.

Landenspecifieke aanbevelingen in het kader van het Europees Semester

Lunchdebat

De Raad zal tijdens de lunch informeel van gedachte wisselen over de implementatie van aanbevelingen in het kader van het Europees Semester, gericht op het wegnemen van belemmeringen voor groei en investeringen in de dienstensector. De discussie beoogt de uitwisseling en bespreking van best practises en gedeelde uitdagingen, waarmee wordt ingezet op het versterken van de politieke dialoog over de implementatie van landenspecifieke en andere Semester-gerelateerde aanbevelingen. Daarnaast zal de Commissie een inhoudelijk overzicht presenteren van de voortgang van de implementatie van aanbevelingen ten aanzien van de dienstensector. Aan de hand hiervan zal de Raad spreken over de implementatie van aanbevelingen en de ervaringen van de lidstaten bij de aanpak van nationale belemmeringen voor groei en investeringen in de dienstensector.

Dit debat past binnen de inzet van het Nederlands voorzitterschap op een geïntegreerde bespreking van de vaak achterblijvende implementatie van aanbevelingen in het kader van het Europees Semester in alle relevante Raadsformaties, waaronder ook de Ecofin- en EPSCO-Raad. Het kabinet hecht aan thematische Raadsdiscussies, omdat de implementatie van aanbevelingen van groot belang is voor de versterking van de economische structuur en het economisch groeipotentieel van de lidstaten en de EU als geheel. De aanpak van nationale groeibelemmeringen door implementatie van aanbevelingen is een middel gericht op de versterking van het concurrentievermogen, het verbeteren van het investeringsklimaat en het stimuleren van de werkgelegenheid. Daarbij is het kabinet van mening dat de bespreking in de Raad bijdraagt aan de instrumentele versterking van het Europees Semester, doordat het eigenaarschap van implementatie van aanbevelingen en daarmee de aanpak van nationale belemmeringen voor groei en investeringen wordt vergroot. Gezien de verantwoordelijkheid van de Raad voor Concurrentievermogen voor de ontwikkeling van de reële economie, ligt een terugkerende bespreking van de aanpak van nationale belemmeringen voor concurrentievermogen, groei en investeringen in de rede. Na de informele lunch zal het debat kort worden teruggekoppeld in de Raad.

Follow-up van ingelaste Raad voor Concurrentievermogen over staal

Gedachtewisseling

De Raad zal spreken over de concurrentiekracht van de Europese energie-intensieve industrie, met bijzondere aandacht voor de staalindustrie. Hiermee wordt opvolging gegeven aan de discussie over de staalindustrie die op 9 november jl. tijdens een ingelaste Raad voor Concurrentievermogen3 plaatsvond naar aanleiding van de problemen op de staalmarkt. Op 15 februari organiseert de Commissie een high-level conferentie over de energie-intensieve industrie met diverse stakeholders. Deze bijeenkomst en de follow up daarvan, zal door de Commissie worden toegelicht.

Tijdens de Raad op 9 november 2015 werden de thema’s wereldwijde overcapaciteit van staalproductie, lage staalprijzen en oneerlijke internationale concurrentie besproken. De Commissie lichtte haar staalactieplan toe en ging in op de inzet voor de klimaatonderhandelingen, de Energie Unie, het Europese emissiehandelssysteem, het handelsdefensieve instrumentarium4 en tot slot het belang van innovatie. De meeste lidstaten erkenden de nijpende situatie in de staalindustrie en gaven aan dat ook op Europees niveau actie nodig is. Om die reden agendeert Nederland als voorzitter van de Europese Raad dit onderwerp nu opnieuw tijdens de komende RvC.

De meeste lidstaten, waaronder ook Nederland, hechten aan een versterkte implementatie van het Staalactieplan. Dit plan is gericht op het bevorderen van de concurrentiekracht van de Europese staalsector op de lange termijn. Doelen die hieraan bij kunnen dragen zijn onder andere het bevorderen van een mondiaal gelijk speelveld, het stimuleren van de vraag naar staal, het verbeteren van de toegang tot buitenlandse markten en het stimuleren van innovaties in de sector.

Op korte termijn is een mondiaal gelijk speelveld een belangrijke voorwaarde voor eerlijke handel. Ook tijdens informele Raad Buitenlandse Zaken/Handel van 2 februari jl. is de staalsector aan de orde gekomen in het kader van de discussie over de markteconomiestatus (MES) van China. U wordt hierover separaat geïnformeerd via het verslag van deze Raad.

Frontrunnersinitiatief

Ik heb tijdens de AO’s Ondernemen van 30 september en 21 januari jl. toegezegd uw Kamer te informeren over de stand van zaken van het frontrunnersinitiatief.

Het frontrunnersinitiatief is gestart met het idee dat lidstaten zelf een belangrijke verantwoordelijkheid en de mogelijkheden hebben om het functioneren van de interne markt te verbeteren. Initieel zijn de frontrunners gestart met een kleine groep lidstaten waar inmiddels, afhankelijk van het onderwerp, ongeveer 15 lidstaten aan meedoen. Het initiatief biedt een platform voor het uitwisselen van ervaringen, ideeën en best practices om elkaar zo te inspireren en stimuleren om op nationaal niveau voortgang te boeken. De frontrunners hebben 4 projecten opgezet: Single Market Centres, Points of Single Contact, e-commerce en gereglementeerde beroepen. Deze 4 zijn gepresenteerd in de Raad voor Concurrentievermogen van 2-3 maart 20155. Als follow-up van de presentatie werken deelnemende lidstaten momenteel aan het implementeren van de acties en aanbevelingen die volgen uit de projecten. Zo werken lidstaten aan het opzetten van nationale Single Market Centres en het versterken van hun Single Points of Contacts. Het doel van een Single Market Centre is om een digitale one-stop shop te vormen die verschillende bestaande informatieportalen (zoals Solvit, Product Contact Punt, Point of Single Contact en Your Europe) integreert en daarmee klantvriendelijker maakt. Ondernemers kunnen zo binnen een nationale administratie op één plek terecht met al hun vragen en problemen ten aanzien van de interne markt. Ook Nederland heeft een Single Market Centre opgezet6. Het Nederlandse Single Market Centre is momenteel geïntegreerd in het «answers for business» portaal en zal op termijn worden opgenomen binnen de Engelstalige versie van ondernemingsplein.nl. Momenteel wordt gewerkt aan de uitrol van deze Engelstalige versie7. In het kader van dit project hebben de frontrunners de Commissie ook opgeroepen een Europees Single Market Centre op te zetten.

Ook heeft de groep Frontrunners de resultaten benut om input te leveren voor de digitale internemarktstrategie van afgelopen mei en de interne marktstrategie van afgelopen oktober, door resterende belemmeringen voor e-commerce in kaart te brengen en ervaringen uit te wisselen over de aanpak van gereglementeerde beroepen. De Commissie heeft deze input ter harte genomen. Zo is het analytisch kader voor gereglementeerde beroepen dat de Commissie heeft aangekondigd in de internemarktstrategie geïnspireerd op de uitkomsten van het frontrunnersproject over de gereglementeerde beroepen. En in navolging van de oproep voor een Europees Single Market Centre heeft de Commissie in de internemarktstrategie aangekondigd dat er één digitale toegangspoort (Single Digital gateway) komt om de grensoverschrijdende activiteiten van ondernemingen te vergemakkelijken. Het frontrunnersplatform wordt voorts gebruikt om de Commissie van input te voorzien voor de aangekondigde initiatieven, zoals op het gebied van het dienstenpaspoort, het analytisch kader voor gereglementeerde beroepen en het Single Digital gateway.


X Noot
1

Kamerstuk 31 532, nr. 157

X Noot
2

Kamerstuk 34 395, nr. 3

X Noot
3

Kamerstuk 21 501-30, nr. 361

X Noot
4

Op dit moment zijn er in de EU 37 antidumpingmaatregelen op staalproducten van kracht en 6 klachten zijn in behandeling. Een groot deel daarvan betreft staal uit China, maar ook voor andere landen gelden maatregelen. Zo zijn recent maatregelen genomen tegen Rusland, Japan, Korea, China en de VS.

X Noot
5

Kamerstuk 21 501-30, nr. 344

X Noot
6

Single Market Centre.nl / Answers for business.nl

Naar boven