nr. 104
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 mei 2005
In maart 2005 heeft de Raad haar Gemeenschappelijk standpunt inzake de
richtlijn voor octrooiering van in computers geïmplementeerde uitvindingen
vastgesteld en daarmee de zogeheten eerste lezing van dit dossier afgerond.
Hierover heb ik met uw Kamer uitgebreid gesproken. Ik heb u hierbij toegezegd,
alvorens een Nederlands standpunt voor tweede lezing te formuleren, een consultatieproces
te starten met de belanghebbenden in Nederland. Met deze brief stel ik u op
de hoogte van de vorderingen in dit consultatieproces. Tevens wordt u geïnformeerd
over de stand van zaken in Brussel.
Ik verwacht u in de eerste week van juni nader te kunnen informeren over
het standpunt dat ik in de tweede lezing in wil gaan nemen.
Nationaal consultatieproces
Het consultatieproces is drieledig van opzet en bestaat uit de installatie
van een Adviesgroep, een Werkgroep en de organisatie van een ronde tafelbijeenkomst.
De Adviesgroep heeft tot taak om mij te adviseren
over het Nederlands standpunt in tweede lezing. De Adviesgroep kent de volgende
samenstelling:
Mw. F. Giskes (Vz) | Voormalig
lid Tweede Kamer fractie D66 |
Dhr. J. Sistermans | Voorzitter
AWT |
Dhr. R. Bakels | Jurist
verbonden aan Universiteit van Maastricht en gespecialiseerd in het onderwerp
software octrooien |
Dhr. M. van Genuchten | Hoogleraar Informatica TU Eindhoven en tevens werkzaam voor Philips. |
De Adviesgroep moet gezien haar samenstelling in staat zijn de problematiek
met professionele afstand te beschouwen. De Adviesgroep zal op 31 mei
haar advies aan mij uitbrengen.
De Werkgroep bestaat uit praktijkmensen en
heeft tot doel om de problematiek inhoudelijk te bediscussiëren en mogelijke
oplossingsrichting inzichtelijk te maken. Het werk van deze groep vormt mede
de input voor de Adviesgroep. De werkgroep bestaat uit de volgende leden:
Dhr. M. van der Boom | Vereniging Open Source Nederland |
Dhr. A. Lammertink | Stichting
Vrijschrift.org |
Dhr. L. Steenbeek | Philips
Intellectual Property & Standards |
Dhr. S. de Wit | Advocaat
op gebied van octrooirecht |
Dhr. K. van Hee | Hoogleraar
ICT TU Eindhoven |
De Ronde Tafel tenslotte is eigenlijk een
grote variant van de werkgroep met veel meer deelnemers. De bijeenkomst heeft
inmiddels plaatsgevonden op 12 mei jl. en kende een vergelijkbare opzet
als de ronde tafel die ik eerder in november 2004 organiseerde. Het verslag
van de bijeenkomst zal ik als bijlage meesturen zodra ik uw Kamer inhoudelijk
informeer over de verdere Nederlandse inzet.
Op basis van de uitkomsten van dit brede consultatieproces zal het Nederlandse
standpunt voor de behandeling van het voorstel in tweede lezing worden bepaald.
Stand van zaken in Brussel
Op 14 april is het Europees Parlement officieel gestart met de tweede
lezing. Binnen het Europees Parlement is de Juridische Commissie (JURI) eerstverantwoordelijk.
De heer Michel Rocard is benoemd tot rapporteur voor dit dossier. Op 20 april
heb ik met hem in Brussel gesproken over het verdere besluitvormingsproces
en de Nederlandse zorgen zoals verwoord in de unilaterale verklaring die is
aangehecht bij de aanname van het gemeenschappelijke standpunt van de Raad.
De heer Rocard sprak de intentie uit om het dossier in goede samenwerking
met de Raad in tweede lezing tot een einde te brengen.
De JURI-commissie heeft momenteel 256 amendementen in voorbereiding. Naar
verwachting zal de JURI-commissie op 20 juni over deze conceptamendementen
stemmen. Naar verwachting zal op 5 juli het Europees Parlement vervolgens
plenair stemmen over de amendementen die in de JURI-commissie en eventueel
in andere commissies zijn aangenomen. De uitkomst van deze plenaire stemming
zal de formele tweede lezing van het Europees Parlement vormen. De uitkomsten
hiervan zullen aan de Raad worden aangeboden voor de tweede lezing van de
Raad.
Gezien de voorgeschiedenis van dit dossier heeft het Luxemburgs-voorzitterschap
besloten om niet op de formele afronding van de tweede lezing door het EP
te wachten, maar om al in een eerder stadium informeel te overleggen met de
EP-rapporteur. Het streven is om op deze wijze mogelijke discussiepunten tussen
EP en Raad in een zo vroeg mogelijk stadium inzichtelijk te maken en waar
mogelijk al voortijdig te zoeken naar compromissen.
Hiertoe zal Coreper zich de komende weken al buigen over de conceptamendementen
van de JURI-commissie. Uitkomsten van deze ambtelijke Raadsbehandeling zullen
door het Luxemburgse voorzitterschap worden besproken met de EP-rapporteur
vóór de formele stemming in de JURI-commissie op 20 juni.
Hoewel de tweede lezing van de Raad formeel pas start na aanname
van de EP-amendementen in plenaire zitting (op zijn vroegst begin juli), hecht
ik eraan uw Kamer vroegtijdig te informeren over de Nederlandse inzet voor
deze tweede lezing. Het is dan ook mijn streven om u hierover uiterlijk begin
juni te informeren. In ambtelijke besprekingen in Brussel die over dit onderwerp
plaatsvinden vóór dat ik u geïnformeerd heb (zoals de zogenaamde
attachégroepen op 27 mei jl. en 3 juni a.s.) zal Nederland
aangeven in afwachting van afstemming met het nationale parlement geen inhoudelijk
standpunt in te kunnen nemen, anders dan de met uw Kamer afgestemde unilaterale
verklaring. Ik stel het op prijs reeds op korte termijn met uw Kamer nader
van gedachten te kunnen wisselen over de Nederlandse inzet voor de tweede
lezing.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
C. E. G. van Gennip