21 501-20 Europese Raad

Nr. 924 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN FINANCIËN EN VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 november 2014

De op 1 november nieuw aangetreden Europese Commissie heeft op vrijdag 28 november jl. een ambitieus programma gepresenteerd voor het versterken van de duurzame economische groei en het creëren van een structureel hogere werkgelegenheid binnen de EU. Het betreft een omvangrijk pakket waarin het belang van gezonde overheidsfinanciën, structurele hervormingen en investeringen wordt benadrukt. Dit pakket bestaat uit een analyse van prioriteiten voor groeiversterking in de EU voor 2015 (Annual Growth Survey met het Joint Employment Report als bijlage), een analyse van mogelijke macro-economische onevenwichtigheden in de EU (Alert Mechanism Report), de opinie over de draft budgetary plans van eurolanden en een evaluatie van een deel van de «two-pack» en «six-pack» regelgeving. Het op woensdag door de Europese Commissie gepubliceerde investeringsplan maakt tevens onderdeel uit van dit bredere programma.

In lijn met de Nederlandse visie op de toekomst van de Economische en Monetaire Unie benadrukt ook de Commissie het belang van en de samenhang tussen de drie gestelde prioriteiten (gezonde overheidsfinanciën, structurele hervormingen en investeringen). Het kabinet hecht veel belang aan deze geïntegreerde aanpak, en heeft zich hier in verschillende fora sterk voor gemaakt. Het is van belang dat alle lidstaten ambitieus invulling geven aan de prioriteiten en uitdagingen die de Commissie identificeert met het oog op het creëren van groei en banen. Dit is niet alleen in het belang van deze lidstaten zelf, maar ook in het belang van de EU als geheel.

Deze brief geeft de visie van het kabinet weer op de analyse en economische beleidsprioriteiten die de Commissie in haar mededelingen uiteenzet. Hieronder wordt achtereenvolgens ingegaan op de drie prioriteiten die de Commissie stelt.

Gezonde overheidsfinanciën

Het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) vormt het anker van vertrouwen voor de stabiliteit van overheidsfinanciën. Nederland heeft er in Europa steeds op aangedrongen dat lidstaten de overheidsfinanciën op orde brengen en zich aan de Europese begrotingsafspraken houden. Naleving van het SGP is in het belang van Nederland en maakt het voor alle lidstaten makkelijker om bij een onverhoopte economische neergang klappen op te vangen.

De Europese Commissie heeft over elk draft budgettary plan een opinie afgegeven. Tevens geeft de Commissie bij elke lidstaat aan in hoeverre voortgang is geboekt op het gebied van structurele hervormingen. Nederland is afgelopen juni (vervroegd) ontslagen uit de correctieve arm van het SGP waardoor de regels van de preventieve arm van het SGP van toepassing zijn geworden. Over de door Nederland ingediende begroting heeft de Commissie geconcludeerd dat deze «compliant» is met de regels van het SGP. Nederland zit hiermee binnen de eurozone in dezelfde categorie als Duitsland, Ierland, Luxemburg en Slowakije.

De Commissie geeft verder in haar opinie aan dat de volgende landen «broadly compliant» zijn: Estland, Finland, Slovenië en Letland. Voor lidstaten in de correctieve arm betekent dit dat, hoewel het tekort volgens de raming van de Commissie onder de 3% wordt gebracht, er een risico bestaat dat het tekort niet bijtijds en houdbaar wordt teruggebracht. Voor landen in de preventieve arm betekent dit dat de structurele inspanning richting de Middellange Termijndoelstelling (MTO) niet wordt geleverd in 2015, maar dat geen sprake is van een significante afwijking.

Tot slot geeft de Commissie aan dat ook een aantal landen risico lopen om niet te voldoen aan de vereisten van het SGP («risk of non-compliance»). Het betreft hier: Frankrijk, Italië, Oostenrijk, België, Spanje, Malta en Portugal. Van de lidstaten met het oordeel «risk of non-compliance» zitten Frankrijk, Spanje, Malta en Portugal in de correctieve arm van het SGP. De overige lidstaten zitten in de preventieve arm van de procedure. België, Oostenrijk en Italië zitten bovendien in de transitiefase van de schuldenbenchmark.

De Commissie is in haar opinies helder over het tekortschieten ten aanzien van de begrotingsdoelstellingen van de lidstaten at risk of non-compliance. De Commissie schetst daarbij een gemengd beeld over de voortgang die is geboekt met structurele hervormingen in verschillende landen. Over de hoge belastingdruk op arbeid waarover de Eurogroep de afgelopen maanden verschillende thematische discussies heeft gevoerd, stelt de Commissie dat de aangekondigde stappen in de draft budgetary plans een stap in de goede richting zijn. Gezien de grote uitdagingen zijn verdere hervormingen op dit terrein echter nodig.

De Commissie concludeert dat de lidstaten met het oordeel «risk of non-compliance» de noodzakelijke maatregelen in de begroting 2015 moeten nemen om alsnog te voldoen aan hun respectievelijke aanbevelingen. En dat zij de nog lopende nationale begrotingsprocessen en aangekondigde hervormingsprogramma's moeten benutten om de verplichtingen alsnog na te komen. In haar opinies voor Frankrijk, Italië en België geeft de Commissie aan dit begin maart te beoordelen. Het kabinet kan zich vinden in het scherpe oordeel van de Commissie. Extra maatregelen zijn noodzakelijk. Alle middelen staan daarbij nog open voor de Commissie, zoals verdere procedurele stappen of sancties.

Structurele hervormingen

In zowel de Annual Growth Survey, het Alert Mechanism Report als de opinies over de draft budgetary plans van eurolanden, spoort de Commissie lidstaten aan tot behoud van ambitie bij het aanpakken van economische kwetsbaarheden en het versterken van het economisch groeivermogen. Structurele hervormingen zijn essentieel om het groeipotentieel, het concurrentievermogen van de economieën en de werkgelegenheid van de lidstaten te vergroten. Prioritair zijn, naast hervormingen van arbeids- en productmarkten, structurele hervormingen die bijdragen aan de voltooiing van de Europese interne markt, zowel op nationaal en EU-niveau. De Commissiemededelingen sluiten qua doelstelling dan ook goed aan bij de Nederlandse kabinetsinzet.

Investeringen

Het kabinet heeft uw Kamer op woensdag 26 november reeds geïnformeerd over het investeringsplan van de Europese Commissie.1 Zoals in die brief uiteengezet waardeert het kabinet in beginsel het initiatief van de Europese Commissie voor een investeringsplan voor Europa. Een Europees investeringspakket zal echter altijd ingebed moeten zijn in beleid ten aanzien van de twee andere belangrijke pijlers voor economische groei: gezonde overheidsfinanciën en moderne economieën door structurele hervormingen. Het kabinet heeft dan ook steeds benadrukt dat beleid in Europa dat specifiek gericht is op investeringen van waarde is, mits het ingebed is in een algehele verbetering van het investerings- en vestigingsklimaat en gericht is op het wegnemen van belemmeringen voor investeringen. Het is positief dat de Commissie in haar Annual Growth Survey het belang van deze samenhang ook benadrukt. Voor het kabinet is mede van belang dat bezien wordt hoe middelen uit de EU-begroting, middelen van nationale ontwikkelings- en investeringsinstellingen en middelen van de Europese Investeringsbank (EIB) kunnen worden ingezet om private investeringen te stimuleren.

Tot slot

Tijdens de discussie in de relevante Raadsformaties zal het kabinet er op aandringen dat er concreet en ambitieus navolging wordt gegeven aan de prioriteiten en aandachtspunten die de Commissie identificeert.

De Commissie heeft haar plannen verder uitgewerkt in eerder genoemde rapporten. In de bijlagen bij deze brief wordt nader ingegaan op de individuele publicaties van de Commissie en de inzet van het kabinet op de verschillende documenten tijdens besprekingen in Brussel.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Bijlagen

Appreciatie Annual Growth Survey

De Annual Growth Survey (AGS) vormt jaarlijks in november het startschot van het Europees Semester, waarin de Europese Commissie vooruitblikt op de grootste uitdagingen voor de Europese economie van het aanstaande jaar. De Commissie beschrijft en onderbouwt dit jaar drie prioriteiten die van belang zijn voor het aanjagen van groei en het scheppen van banen in de EU. Deze drie prioriteiten betreffen het bevorderen van investeringen, het bevorderen van structurele hervormingen in de EU en in de lidstaten en het bevorderen van verantwoordelijk begrotingsbeleid. De genoemde prioriteiten die de Commissie beschrijft, sluiten aan bij de grootste beleidsuitdagingen waar de EU momenteel voor staat. Deze prioriteiten sluiten tevens aan bij de strategische agenda die de regeringsleiders tijdens de Europese Raad van juni 2014 aangenomen hebben en bij de Europa 2020-strategie voor groei en banen. Daarbij benadrukt de Commissie het belang de drie prioriteiten zo veel mogelijk in onderlinge samenhang te bezien aangezien deze prioriteiten sterk aan elkaar verwant zijn en elkaar versterken in de doelstelling van het aanjagen van groei en het creëren van werkgelegenheid in de EU. De lidstaten zullen bij het vaststellen van hun economisch beleid rekening moeten houden met de prioriteiten, in navolging van de geïntegreerde benadering die het kabinet voorstaat.

Op basis van deze prioriteiten bepalen de lidstaten de komende maanden in de relevante raadsformaties de EU-brede prioriteiten voor het Europees Semester. In aanvulling op de toelichting van de groeiprioriteiten licht de Commissie in het AGS ook een aantal procedurele wijzigingen van het Europees Semester toe die met ingang van de huidige jaargang van toepassing zullen zijn. Dit ziet ondermeer op het combineren van de diepteonderzoeken die volgen uit de macro-economische onevenwichtigheden procedure (MEOP) met de «staff working documents» die de onderbouwing van de landenspecifieke aanbevelingen uiteenzetten. Deze wijzigingen moeten bijdragen aan de effectiviteit van het Semester in het algemeen en de verbetering van economische beleidscoördinatie in de EU en in de eurozone in het bijzonder. Daarnaast is tezamen met de AGS het Joint Employment Report gepubliceerd.

Hieronder volgt per prioriteit een omschrijving van de insteek van de Commissie en een beschrijving van de wijze waarop het kabinet deze op nationaal en op EU-niveau wil invullen.

Prioriteiten van de Europese Commissie

1. Bevorderen van investeringen

2. Bevorderen van structurele hervormingen in de EU en in de lidstaten

3. Bevorderen van verantwoordelijk begrotingsbeleid

Ad 1. Investeringen

De Commissie analyseert in het AGS het broze herstel van de Europese economie. De najaarsraming van de Commissie beschrijft dat de lage investeringen de grootste belemmering voor economische groei vormen, nu en in de toekomst. De Commissie verschuift haar aandacht hierdoor steeds meer naar het bevorderen van investeringen, onder andere door middel van het verbeteren van het investeringsklimaat en het concurrentievermogen van de EU en de lidstaten. Naast specifieke uitdagingen die op korte termijn de investeringen beknellen en die grotendeels volgen uit de financiële en economische crisis, spelen er ook langere termijntrends die vragen om additionele investeringen.

De Commissie geeft aan dat het bevorderen van investeringen op dit moment hoge prioriteit heeft in de EU. Niet alleen zijn de investeringen lager dan voor de crisis, maar ook significant lager dan het langetermijngemiddelde van de investeringsquote. Nieuwe investeringen moeten zich volgens de Commissie richten op de uitdagingen van vandaag en morgen. De sectoren met de grootste investeringsbehoefte die de Commissie inventariseert zijn technologie, onderwijs en innovatie, energie en zowel fysieke als digitale infrastructuur. Het kabinetsstandpunt over het investeringsplan is toegelicht in eerder genoemde brief.

Ad 2. Structurele hervormingen in de EU en in de lidstaten

Op EU-niveau zet de Commissie in op een versterking van de werking van de Europese interne markt voor goederen en diensten, de digitale interne markt, energiemarkten en verbetering van regelgeving. Er bestaat een grote overlap tussen de sectoren die de Commissie inventariseert waar investeringen achterblijven en waar behoefte is aan hervormingen, wat het belang van de onderlinge samenhang van de onderdelen van de strategie van de Commissie verder benadrukt. Op nationaal niveau geeft de Commissie aan zich in 2015 voornamelijk te zullen richten op hervormingen van de arbeidsmarkt om hoge werkloosheid tegen te gaan, product- en dienstenmarkten en vermindering van de regeldruk.

Ter bevordering van de implementatie van hervormingen op nationaal niveau stelt de Commissie een aantal wijzigingen voor om het Europees Semester effectiever te maken.

De Commissie stelt in zijn algemeenheid dat het Europees Semester een nuttig instrument is voor de coördinatie van het begrotingsbeleid, macro-economisch beleid en structuurbeleid door middel van de toepassing van respectievelijk het SGP, de MEOP en de inbedding van de Europa 2020-strategie in het Semester. Aan het eind van de jaarlijkse cyclus van het Europees Semester leiden deze drie procedures tot het pakket aan landenspecifieke aanbevelingen.

De Commissie identificeert echter ook een aantal zwakke punten van het huidige Semester. Zo is de opvolging en implementatie van aanbevelingen niet hoog genoeg. Concreet stelt de Commissie voor om de diepteonderzoeken die volgen uit de MEOP te combineren met de «staff working documents» die de onderbouwing van de landenspecifieke aanbevelingen uiteenzetten en dit gecombineerde document eerder in het jaar te publiceren. Dit vermindert het aantal documenten dat besproken wordt en creëert daardoor ruimte in het tijdspad van het Semester voor meer diepgaande bespreking van de belangrijkste beleidsuitdagingen op hoogambtelijk en ministerieel niveau.

Nationale rapportageverplichtingen worden ook gestroomlijnd. Het Nationaal Hervormingsprogramma (NHP) krijgt een sterke focus op implementatie van landenspecifieke aanbevelingen. Door de verbeterde focus kunnen nationale parlementen en sociale partners beter betrokken worden bij het opstellen van het NHP, wat het nationaal eigenaarschap van structurele hervormingen kan vergroten. Daarnaast zal de aandacht voor de opvolging en implementatie van aanbevelingen vergroot worden doordat er meer tijd zal zijn voor bespreking van de voortgang van lidstaten.

Ten slotte gaat de Commissie kort in op de evaluatie van de Europa 2020-strategie. De reactie van het kabinet op deze evaluatie is eerder met uw Kamer gedeeld.2 De Commissie zal een samenvatting van de ontvangen reacties presenteren voor aanvang van de Europese Raad in maart 2015.

Het kabinet deelt de inzet van de Commissie met betrekking tot het bevorderen van structurele hervormingen op Europees en nationaal niveau en verwelkomt de wijzigingen die de Commissie aanbrengt in het Semester. Structurele hervormingen in de lidstaten dragen bij aan de verbetering van het investeringsklimaat, aan een verbetering van het functioneren van arbeidsmarkten, en dus aan het concurrentievermogen van de lidstaten en zijn derhalve essentieel voor het aantrekken van private investeerders. Structurele hervormingen dragen bij aan de langetermijnhoudbaarheid van het economische model en de overheidsfinanciën van lidstaten en kunnen bovendien door middel van vertrouwenseffecten ook op korte termijn leiden tot een verbetering van het investeringsklimaat, en daarmee een positieve impuls geven aan de economie en werkgelegheid. Op Europees niveau zet het kabinet in op ambitieuze implementatie van internemarktwetgeving ter verbetering van het concurrentievermogen van het Europese bedrijfsleven, en die daarmee ook bijdraagt aan het groeivermogen van de lidstaten en het creëren van banen.

Het kabinet ziet als doel van het Europees Semester om de werking van de Europese economie, en in het bijzonder die van de eurozone, te verbeteren, waarbij de implementatie van de landenspecifieke aanbevelingen in de lidstaten centraal dient te staan. Bespreking op ambtelijk en politiek niveau van de aanbevelingen en de opvolging en implementatie ervan is volgens het kabinet essentieel voor het bereiken van dit doel. Dergelijke bespreking kan bijdragen aan de effectieve aanwending van de instrumenten van peer pressure en het delen van best practices. Het creëren van meer ruimte in het tijdspad van het Semester geeft lidstaten meer voorbereidingstijd in aanloop naar besprekingen op politiek niveau, wat de effectiviteit van deze instrumenten verder kan verbeteren. Hierbij ontstaat ook meer ruimte voor betrokkenheid van stakeholders en nationale parlementen. Dit is conform de inzet van het kabinet in Europees verband.

Ad 3. Verantwoordelijk begrotingsbeleid

Hoewel er volgens de Commissie in de afgelopen jaren al veel gedaan is om begrotingstekorten te beteugelen, signaleert zij ook dat overheidsschulden in de eurozone nog altijd zeer hoog zijn. Om de houdbaarheid van overheidsfinanciën op de lange termijn te verzekeren, is derhalve een voortzetting van de inzet op begrotingsconsolidatie noodzakelijk. Daarbij wordt ook toegelicht dat budgettaire consolidatie op een groeivriendelijke manier kan plaatsvinden, bijvoorbeeld door budgetten voor onderzoek en innovatie te ontzien of door het belastingsysteem groeivriendelijker in te richten.

Het kabinet hecht sterk aan het prudente begrotingsbeleid dat volgt uit de Europese begrotingsafspraken. De naleving van het SGP is een kernvoorwaarde voor gezond economisch beleid op de lange termijn en stabiliteit voor de EU als geheel. Solide begrotingsbeleid is noodzakelijk voor het vertrouwen van investeerders en om te voorkomen dat toekomstige generaties worden opgezadeld met onverantwoorde schulden. Tevens zijn gezonde overheidsfinanciën een randvoorwaarde voor het aantrekken van investeringen.

Bijlage over het Joint Employment Report

Als bijlage bij het AGS heeft de Commissie tevens het jaarlijkse Joint Employment Report (JER) gepubliceerd, waarin de belangrijkste beleidsprioriteiten op werkgelegenheidsgebied uit de AGS worden bekrachtigd en verder uitgewerkt. Tevens bevat de JER het scorebord met indicatoren op werkgelegenheids- en sociaal terrein.

De JER schetst de belangrijkste trends op arbeidsmarkt- en sociaal gebied. Hierbij wordt ook ingegaan op de opvolging van aanbevelingen onder het Europees Semester die betrekking hebben op de arbeidsmarkt. De Commissie geeft aan dat de werkloosheid onacceptabel hoog is en dat het hoge aantal langdurig werklozen het risico op structurele werkloosheid vergroot, omdat zij met hun verouderde werkervaring de aansluiting tot de arbeidsmarkt dreigen te verliezen. Het kabinet onderschrijft de analyse van de Commissie dat de werkloosheid in de EU onacceptabel hoog is. Overtuigende maatregelen zijn nodig om de economische groei te bevorderen en banen te creëren. Het kabinet ziet de beleidsmix zoals eerder in deze brief beschreven als de juiste aanpak om hiervoor zorg te dragen.

Het scorebord met werkgelegenheids- en sociale indicatoren wordt gebruikt om sociale ontwikkelingen in de lidstaten beter zichtbaar te maken. De uitkomsten van het scorebord worden meegenomen in de analyse voor de landenspecifieke aanbevelingen aan de lidstaten tijdens het Europees Semester. Ten aanzien van de uitkomsten geeft de Commissie in zijn algemeenheid aan dat de grote verschillen in sociaaleconomische ontwikkelingen tussen lidstaten persisteren, maar dat de toename kleiner is dan vorig jaar. Het gaat hierbij voornamelijk om de aanhoudende (jeugd) werkloosheid en de toename van mensen die in armoede verkeren (met name in Zuid Europa). Ten aanzien van Nederland merkt de Commissie op dat er zorgelijke ontwikkelingen zijn op het gebied van (jeugd) werkloosheid en niet-actieve jongeren (NEET’s). Desalniettemin blijft Nederland het in relatief opzicht goed doen, aangezien Nederland behoort tot de landen met de laagste jeugdwerkloosheid in de EU.

Appreciatie Alert Mechanism Report

Het Alert Mechanism Report (AMR) dient als het startpunt van de jaarlijkse cyclus van de macro-economische onevenwichtighedenprocedure (MEOP), die onderdeel uitmaakt van het Europees Semester. Gezien de verwevenheid van de economieën van verschillende lidstaten is het van groot belang dat lidstaten beleid voeren dat niet tot negatieve grensoverschrijdende effecten leidt. Daarnaast is het van belang dat alle lidstaten er zorg voor dragen dat hun economische structuur voldoende toekomstbestendig is. Het voorkomen en aanpakken van macro-economische onevenwichtigheden is een essentieel onderdeel van deze strategie.

Het AMR bestaat uit een scorebord met indicatieve drempelwaarden. Op basis van een economische lezing hiervan bepaalt de Commissie welke lidstaten worden onderworpen aan een diepteonderzoek. De diepteonderzoeken moeten uitwijzen of en in welke mate lidstaten te kampen hebben met macro-economische onevenwichtigheden. Het AMR identificeert dit jaar zestien lidstaten die in de komende maanden nader onderzocht worden om vast te stellen in welke mate zij kampen met macro-economische onevenwichtigheden en in welke mate eerder geïdentificeerde onevenwichtigheden aangepakt zijn. Het betreft dezelfde veertien lidstaten die volgens de Commissie in 2014 te kampen hadden met (al dan niet buitensporige) onevenwichtigheden en Portugal en Roemenië. Deze twee lidstaten vielen vorig jaar buiten de standaardprocedures voor economische beleidscoördinatie, maar worden na het beëindigen van hun macro-economische aanpassingsprogramma’s weer geïntegreerd in het reguliere traject van het Europees Semester. De resultaten van deze onderzoeken worden in het voorjaar van 2015 verwacht.

De Commissie zal evenals voorgaande jaren een diepteonderzoek uitvoeren naar mogelijke onevenwichtigheden in de Nederlandse economie. Dit lag in de lijn der verwachting. In maart 2014 heeft de Commissie reeds vastgesteld dat er een (niet-buitensporige) onevenwichtigheid in de Nederlandse economie bestaat met betrekking tot de relatief hoge private schulden en de situatie op de woningmarkt. Het aanstaande diepteonderzoek zal derhalve toetsen in hoeverre de aanpak van het kabinet in het afgelopen jaar heeft bijgedragen aan de afbouw van de eerder geïdentificeerde onevenwichtigheden.

Indien een diepteonderzoek uitwijst dat een lidstaat met onevenwichtigheden kampt, kan de Raad op voorstel van de Commissie aanbevelingen doen of, bij buitensporige onevenwichtigheden die een risico vormen voor de stabiliteit van de eurozone, overgaan tot plaatsing van een lidstaat in de buitensporige onevenwichtighedenprocedure. Bij plaatsing in de correctieve arm worden lidstaten verplicht om hun onevenwichtigheden aan te pakken. Het kabinet is van mening dat een effectieve adressering van de onevenwichtigheden essentieel is, de MEOP kan dit doel ondersteunen.

Appreciatie van de Europese Commissie ten aanzien van de draft budgetary plans

Op vrijdag 28 november 2014 heeft de Commissie de opinies ten aanzien van de draft budgetary plans van eurolanden gepubliceerd en het oordeel afgegeven ten aanzien van de naleving van het SGP door de EU-lidstaten. De opinies vloeien voort uit de rapportageverplichting voor eurolanden om de conceptbegroting in te sturen. Deze rapportage is sinds afgelopen jaar in het kader van de zogenoemde «two-pack» verplicht voor alle eurolanden en heeft als doel de Europese begrotingscoördinatie verder te versterken. In de opinies over de draft budgetary plans is aangegeven in hoeverre de begroting voor 2015 van de betreffende lidstaten in lijn is met de regels van het SGP.

De Commissie heeft in haar opinies de begrotingen in drie categorieën ingedeeld: »compliant», «broadly compliant» of »risk of non-compliance».

Uit het overall assessment van de Commissie volgt dat Nederland voldoet aan de vereisten voortvloeiend uit de preventieve arm en daarmee de opinie «compliant» krijgt. Nederland is afgelopen juni ontslagen uit de correctieve arm van het SGP waardoor de regels van de preventieve arm van het SGP van toepassing op Nederland zijn geworden. De preventieve arm van het SGP richt zich op het voeren van een duurzaam begrotingsbeleid van lidstaten gedurende de gehele economische cyclus. Ook concludeert de Commissie dat vooruitgang wordt geboekt met betrekking tot de andere landenspecifieke aanbevelingen die de Raad op 8 juli 2014 aan Nederland gedaan heeft, voor zover de aanbevelingen de overheidsfinanciën raken.

Deze opinie van de Commissie is een nieuwe steun in de rug bij de realisatie van één van de prioriteiten van dit kabinet: het op een verantwoorde wijze op orde krijgen van de overheidsfinanciën. In Nederland, maar ook in andere Europese lidstaten, zien we dat begrotingsconsolidatie in combinatie met het doorvoeren van structurele hervormingen haar vruchten begint af te werpen.

Onderstaand is een overzicht opgenomen van het oordeel dat verschillende lidstaten hebben gekregen.

Beoordeling Draft Budgetary Plan

Compliant

Broadly compliant

Risk of non-compliance

Nederland, Duitsland, Ierland, Luxemburg en Slowakije

Estland, Finland, Slovenië en Letland

Frankrijk, Italië, Oostenrijk, België, Spanje, Malta en Portugal

De lidstaten met het oordeel «risk of non-compliance» moeten de noodzakelijke maatregelen nemen om alsnog te voldoen aan haar aanbeveling. In haar opinies voor Frankrijk, Italië en België geeft de Commissie aan dit begin maart te beoordelen. Het kabinet kan zich vinden in het scherpe oordeel van de Commissie. Extra maatregelen zijn noodzakelijk. Alle middelen staan daarbij nog open voor de Commissie, zoals verdere procedurele stappen of sancties.

Appreciatie evaluatie van een deel van de two-pack en six-pack regelgeving

Het zogenaamde six-pack bestaat uit vijf verordeningen en één richtlijn. In de vijf verordeningen, die zien op de preventieve arm van het SGP, de correctieve arm van het SGP, sancties in het SGP, de macro-economische onevenwichtighedenprocedure en de sancties in de macro-economische onevenwichtigheden procedure, is voorzien dat de Commissie uiterlijk 14 december 2014 een evaluatie publiceert. De evaluatie moet onder meer zien op de effectiviteit van de procedures en de vooruitgang van de nauwere coördinatie en economische convergentie van lidstaten in overeenstemming met het Verdrag. Ook verordening 473/2013 uit het two-pack, die ziet op rapportageverplichtingen, draft budgetary plans en fiscal councils kent deze bepaling. Verordening 472/2013, betreffende de versterking van het economische en budgettaire toezicht op lidstaten in de eurozone die ernstige moeilijkheden ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit, is begin 2014 geëvalueerd maar is ook meegenomen in deze evaluatie.

De door de Commissie gepresenteerde evaluatie geeft een beknopte beschrijving van het functioneren van de verordeningen en staat alleen in algemene zin stil bij de effectiviteit van de procedures. Daarbij tekent de Commissie aan dat het lastig is om een causaal verband te leggen tussen de procedures en de macro-economische uitkomsten. Ook het gegeven dat de procedures pas recentelijk in werking zijn getreden bemoeilijkt de beoordeling van de effectiviteit. De Commissie stelt in haar rapport geen concrete amendementen voor op de bestaande regelgeving, maar geeft aan na bespreking van de evaluatie met de Raad en het Europees parlement te bezien of aanpassingen aan de verordeningen gewenst zijn. Het kabinet hecht aan transparantie, uitlegbaarheid en voorspelbaarheid van de toepassing van de regels in de politieke context. Eventuele wijzigingen moeten ondersteunend zijn aan het bevorderen van prudent begrotingsbeleid en het effectief voorkomen van macro-economische onevenwichtigheden. De Nederlandse inzet zal meer in detail worden behandeld bij de bespreking van de geannoteerde agenda’s van de respectieve raden.


X Noot
1

Brief: Commissie mededeling «Een investeringsplan voor Europa», 26 november 2014, Kamerstuk 21 501–07, nr. 1202

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-20, nr. 912

Naar boven