21 501-20
Europese Raad

nr. 58
MOTIE VAN DE LEDEN DE HOOP SCHEFFER EN ROSENMÖLLER

Voorgesteld 18 juni 1997

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het verdrag van Amsterdam niet voorziet in afdoende bevoegdheden voor het Europees Parlement op het gebied van samenwerking in Europa op het gebied van justitie, politie, vreemdelingenbeleid en asielbeleid;

overwegende, dat hierdoor het democratisch gat in Europa vergroot kan worden;

spreekt uit dat de Tweede Kamer ten aanzien van samenwerking in Europa op bovengenoemde gebieden vasthoudt aan de rechten die zijn verworven krachtens het amendement Van Traa/De Hoop Scheffer bij de Uitvoeringsovereenkomst Schengen (22 140 nr. 16) en het amendement Van der Linden bij de goedkeuringswet van het Verdrag van Maastricht (22 647, nr. 30),

en gaat over tot de orde van de dag.

De Hoop Scheffer

Rosenmöller

Naar boven