Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 oktober 2011
Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Europese Zaken van 15 september 2011 inzake
de verspilling van Europese fondsen in Griekenland.
Regelmatig bereiken mij berichten over mogelijke misstanden bij de besteding van Europese fondsen in diverse lidstaten. Vanzelfsprekend
ben ik met u van mening dat in het geval er inderdaad sprake is van misstanden, deze ongewenst zijn en met kracht dienen te
worden tegengegaan.
Ik kan u over afzonderlijke gevallen – zoals bijvoorbeeld de situatie die wordt beschreven in de brief van het «Citizens»
initiative of Amfia» die u onder mijn aandacht bracht – slechts in algemene zin informeren. Ik heb geprobeerd nadere informatie
te achterhalen via de Europese Commissie. Deze beschouwt informatie over onderzoeken naar mogelijke misstanden bij de besteding
van Europese fondsen echter als vertrouwelijk tussen Commissie en de betreffende lidstaat.
De gebrekkige informatieverstrekking over misstanden en fraude bij de besteding van Europese gelden acht ik, net als het Europees
Parlement en het Europese anti-fraudebureau OLAF, niet bevredigend.
Het Europees Parlement heeft er inmiddels op aangedrongen dat de informatievoorziening over onregelmatigheden en fraude bij
de besteding van Europese fondsen verbetert. Ik heb zelf ook al eerder een krachtiger positie voor het Europese anti-fraudebureau
bepleit.
OLAF heeft aangekondigd actie te ondernemen en heeft recent voorstellen gedaan om de opsporing en vervolging van fraude te
verbeteren. Bijvoorbeeld door het instellen van een Europese officier van justitie, het verbeteren van de meldingen van fraude,
het versnellen van het opsporingsonderzoek en een betere monitoring van de voortgang daarvan, en «naming and shaming» van
lidstaten die niet goed meewerken met de bestrijding van fraude en die de nakoming van OLAF-verplichtingen niet serieus nemen.
Nederland kan deze voorstellen grotendeels steunen.
Daarnaast bieden de komende onderhandelingen over het nieuwe Europese cohesiebeleid een uitgelezen mogelijkheid om met kracht
te pleiten voor een strengere aanpak van onregelmatigheden en fraude bij de besteding van Europese fondsen.
De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
H. P. M. Knapen