21 501-20 Europese Raad

Nr. 1798 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 april 2022

Hierbij informeren wij u, mede namens de Minister-President, over de uitkomsten van de EU-AU top, die op 17 en 18 februari in Brussel plaats heeft gevonden.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher

Op 17 en 18 februari vond in Brussel, onder Frans EU-voorzitterschap, de zesde topontmoeting tussen de staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie en de Afrikaanse Unie (EU-AU top) plaats.

Voor de kabinetsinzet bij deze top wordt verwezen naar de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 24 januari 20221.

Opzet van de top

De Minister-President nam namens het kabinet deel aan de top. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking nam deel aan twee side-events. De top was oorspronkelijk gepland voor najaar 2020 maar als gevolg van de COVID-19 pandemie moest de top meerdere malen worden uitgesteld. De top vond uiteindelijk in fysieke vorm plaats met een goede opkomst vanuit zowel EU- als AU-zijde.

Het kabinet onderschreef in een vroeg stadium de voorgestelde agenda voor de top die een afspiegeling vormde van de brede relatie tussen de EU en de AU, waarbij er ruim aandacht was voor thema’s als investeringen en banen, klimaat, migratie en mobiliteit en veiligheid en terrorismebestrijding (conform de motie van het lid Brekelmans2).

Het format van de top bood veel ruimte voor discussies in een informelere setting, met parallelle ronde tafel sessies op de zeven prioritaire thema’s van het EU-Afrika partnerschap3, die gezamenlijk door de delegatieleiders van de EU en AU werden voorgezeten.

Politieke slotverklaring

Op 18 februari werd na verschillende onderhandelingsrondes tussen EU en AU de gezamenlijke slotverklaring4 aangenomen. Belangrijke uitstaande punten in de laatste dagen waren de verwijzing naar speciale trekkingsrechten (SDR’s), unilaterale handelssancties, fossiele brandstoffen/energietransitie, de TRIPS waiver en licenties van intellectuele eigendomsrechten voor vaccins. De slotverklaring schetst de kaders van het vernieuwde partnerschap en een gezamenlijke visie, gevolgd door de inzet en afspraken per beleidsterrein. Zo wordt aangegeven op welke wijze de EU Afrikaanse partners ondersteunt en zal ondersteunen bij de COVID-respons, inclusief vaccindonaties en steun bij economisch herstel. Op het gebied van vrede en veiligheid zijn de partners overeengekomen om de samenwerking te vernieuwen en te versterken, gebaseerd op het principe van «Afrikaanse oplossingen voor Afrikaanse problemen» en mede gericht op het aanpakken van instabiliteit, radicalisering, gewelddadig extremisme en terrorisme. Op het gebied van migratie en mobiliteit werd relatief snel overeenstemming bereikt over de migratieparagraaf welke gebalanceerd is en in lijn met de kabinetsinzet zoals eerder met de Tweede Kamer gedeeld. Tenslotte spraken de EU en de AU af om samen te werken aan effectief multilateralisme.

Nederland heeft in aanloop naar de top in EU-verband gepleit voor een sterke, gebalanceerde verklaring die recht doet aan de gelijkwaardigheid van het EU-Afrika partnerschap, in lijn met de motie van het lid Leijten5, en heeft bovendien gepleit voor tijdige outreach naar Afrikaanse partners. Nederland zette actief in op een verwijzing naar seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR), aandacht voor illicit financial flows (IFFs), een formulering over speciale trekkingsrechten die recht doet aan de realiteit van de schuldenproblematiek, overkoepelende aandacht voor jongeren, onderwijs en werk, en gebalanceerde paragrafen over migratie en vrede en veiligheid. Door actieve Nederlandse inzet bevat de slotverklaring een verwijzing naar het gezamenlijke streven om illicit financial flows aan te pakken. Hiermee kan de beleidsinzet hierover in samenwerking met Afrikaanse partners de komende tijd verder worden uitgebouwd. Ondanks stevige Nederlandse inzet bleek de opname van SRGR in de slotverklaring – net als tijdens de ministeriële bijeenkomst in Kigali van oktober 2021 – helaas niet haalbaar. Dit mede als gevolg van moeizame EU-interne onderhandelingen en gebrekkige outreach richting de AU. Nederland genereerde evenwel aandacht voor dit onderwerp met een side event over SRGR in samenwerking met de Europese Commissie en Zweden, en met deelname van Ministers uit Benin en Malawi.

Het kabinet is tevreden over de wijze waarop het thema vrede, veiligheid – inclusief terrorismebestrijding – geagendeerd is op de top. Zo werd er een ronde tafel over dit thema gehouden en heeft het thema een prominente plek gekregen in de slotverklaring. Het kabinet is van mening dat hiermee recht is gedaan aan de gevraagde inzet in de motie Brekelmans.

In de slotverklaring is terecht ook veel aandacht voor het bevorderen van banen, investeringen en ondernemerschap op het Afrikaanse continent. De EU en AU spreken uit dat zij een krachtige impuls willen geven aan regionale en continentale economische integratie, in het bijzonder via de de African Continental Free Trade Area. Nederland is actief betrokken bij het Team Europe Initiative dat gericht is op de verdere ontwikkeling van de African Continental Free Trade Area. In de Nederlandse Afrikastrategie, die uw Kamer later dit jaar toekomt, zal nader ingegaan worden op de inzet van Nederland om, mede in EU-verband, handel met Afrikaanse partners te stimuleren en economische ontwikkeling te bevorderen.

Investeringspakket

Als onderdeel van de politieke slotverklaring is het EU-Afrika Global Gateway Investeringspakket6 (EUR 150 miljard) ten behoeve van COVID-19-respons en -herstel als belangrijkste en meest concrete uitkomst gepresenteerd.

De financiering is opgebouwd uit reeds vastgestelde budgettaire kaders, het Instrument voor Nabuurschap, Ontwikkeling en Internationale Samenwerking (NDICI), en schattingen van bilaterale ODA voor de komende zeven jaar. Een groot deel van de EUR 150 miljard bestaat uit nog te mobiliseren private sector investeringen. Hiervoor zal de EU gebruik maken van garantstellingen uit het EFSD+ (European Fund for Sustainable Development+). Met de mobilisering van de private sector, concrete bijdragen en flagship projecten is er ingezet op een politiek relevant investeringspakket. De investeringen zullen bijdragen aan de verbetering van gezondheidssystemen, toegang tot onderwijs, duurzame energietransitie, economische ontwikkeling en voedselzekerheid.

In de weken voor de top heeft Nederland in de relevante Raadswerkgroepen onder meer met succes gepleit voor de opname van het Team Europe Initiative SRGR in het investeringspakket. Daarnaast heeft Nederland er voor gepleit dat de geselecteerde flagships in het investeringspakket voldragen zijn en aansluiten op de behoeften van Afrikaanse partners.

Optreden Minister-President Rutte

De Minister-President trad op 17 februari samen met de delegatieleiders van Finland, Angola en Botswana op als co-voorzitter van de ronde tafel Private Sector Support and Economic Integration. De Minister-President benadrukte daarbij het belang van werkgelegenheid, de rol van het MKB, de rechtsstaat en een stabiel investeringsklimaat. Daarnaast bepleitte hij ook de cruciale en specifieke rol van vrouwelijke ondernemers en actieve betrokkenheid van het bedrijfsleven zelf.

Op 18 februari nam de Minister-President deel aan de sessie over Education, Culture and Vocational Training, Migration and Mobility, waarbij hij het belang benoemde van brede migratiepartnerschappen met aandacht voor de aanpak van irreguliere migratie, grondoorzaken, bescherming en asiel, mensenhandel- en mensensmokkel, terugkeer en legale migratie. De Minister-President benoemde dat de demografische ontwikkeling in Afrika vereist dat jongeren de kans moeten krijgen om hun potentieel te verwezenlijken en dat er met hen als leiders en als partners samengewerkt moet worden. Investeren in onderwijs en werkgelegenheid, met specifieke aandacht voor meisjesonderwijs, is hard nodig. Het faciliteren van legale migratiekanalen tussen Europa en Afrika, maar ook binnen Afrika, werd bij deze sessie door een aantal deelnemers aangemerkt als kans om de economische ontwikkeling in Afrika een impuls te geven.

De Minister-President had gedurende de top korte contactmomenten met een groot aantal Afrikaanse leiders en sprak uitgebreider met de delegatieleiders van Namibië en Marokko.

Side events Afrika-Europa week

De top vond plaats binnen de kaders van een bredere Afrika-Europa week met verschillende side-events waar ook Nederland actief aan bijdroeg. Zo trad de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op bij een side-event over het realiseren van gendergelijkheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR). Nederland organiseerde dit side-event samen met Zweden en de Europese Commissie. Aan het event namen onder andere ook Ministers uit Benin en Malawi deel. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking legde in haar speech de nadruk op de impact van COVID-19 op gendergelijkheid en SRGR, en het belang van keuzevrijheid voor jongeren en de versterking van gezondheidssystemen.

Parallel aan de EU-AU top vond in de week van 14–18 februari het EU-Africa Business Forum 2022 (EABF) plaats. Tijdens het EABF organiseerde Nederland een high level event over publiek private partnerschappen (PPPs) als vliegwiel voor ontwikkeling in Afrika, met deelname van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Nederlandse Ambassadeur voor Bedrijfsleven en Ontwikkeling. Hierbij was aandacht voor PPPs ter bevordering van Afrikaans ondernemerschap, jeugdwerkgelegenheid en duurzame cacao. In haar speech verwees de Minister naar haar recente reis naar Oeganda, het belang van modernisering van de landbouwsector en economische diversificatie in Oeganda en Afrika in het algemeen, de noodzaak van innovatie, technologie en vaardigheden in dit kader, en het belang van het mobiliseren en ondersteunen van het Europese en Nederlandse bedrijfsleven om dit te realiseren. De Minister gaf aan dat een reset van de brede relatie van de EU met Afrika nodig is, op weg naar een echt partnerschap op basis van gelijkwaardigheid, wederzijdse (economische) belangen en gedeelde waarden.

De Nederlandse ambassadeur Culturele Samenwerking nam deel aan een side-event over het financieren van kunst en cultuur op het Afrikaanse continent, tezamen met het Prins Claus fonds. De Nederlandse ambassadeur voor Jongeren, Werk en Onderwijs sprak op het side event van de AU-EU Youth Hub en een side-event over de politieke participatie van (jonge) vrouwen.

Betekenisvolle jongerenparticipatie

In lijn met de motie van het lid Koekkoek7 heeft het kabinet actief ingezet op overkoepelende aandacht voor jongeren, werk en onderwijs en betekenisvolle jongerenparticipatie. Zoals hierboven aangegeven stond bij de side-events waaraan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking deelnam, jongeren en jongerenvraagstukken centraal. De Nederlandse ambassadeur voor Jongeren, Werk en Onderwijs organiseerde onder andere een consultatie met de BZ Jongeren Advies Raad, maar ook met maatschappelijke partners zoals de One Campagne en Plan Nederland. Samen met Denemarken werd een non-paper opgesteld en bij de top gecirculeerd over betekenisvolle jongerenparticipatie en werd EU-intern gelobbyd voor het stevig positioneren van jongeren bij alle discussies. Die doelstelling is volgens het kabinet slechts gedeeltelijk behaald. De slotverklaring heeft weliswaar aandacht voor jongeren maar niet als actieve partners in de uitvoering van het partnerschap en er bleek weinig ruimte voor betekenisvolle jongerenparticipatie bij de top zelf. Het kabinet zal actief opvolging blijven geven aan deze beleidsinzet bij de uitvoering van het EU-AU partnerschap.

Conclusie en follow-up

Europese en Afrikaanse leiders committeerden zich bij de top aan het verder versterken van het EU-Afrika partnerschap. Hiermee is een goede basis gelegd voor de verdere uitwerking van de gezamenlijke EU-Afrika strategie, waarvoor de mededeling van de Hoge Vertegenwoordiger en de Europese Commissie Naar een brede strategie met Afrika8 uit maart 2020 het startpunt vormde. De kabinetsappreciatie van deze Mededeling ging de Tweede Kamer op 14 april 2020 toe9.

De relatie tussen Europa en Afrika neemt in belang alleen maar toe. Om de duurzaamheid van het partnerschap te waarborgen zal de komende tijd de nadruk liggen op de uitvoering van de in de slotverklaring vastgelegde afspraken. Het kabinet zal zich er binnen de EU en in overleg met Afrikaanse partners actief voor inzetten dat de bij de top gemaakte afspraken worden opgevolgd en regelmatig gezamenlijk worden besproken.


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2445.

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2339.

X Noot
3

1) Financing for Sustainable and Inclusive Growth; 2) Climate Change and Energy Transition, Digital and Transport; 3) Peace, Security and Governance, 4) Private Sector Support and Economic Integration; 5) Education, Culture and Vocational Training, Migration and Mobility, 6) Agriculture and Sustainable Development; 7) Health Systems and Vaccine Production.

X Noot
5

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1618.

X Noot
7

Kamerstuk 35 925 XVII, nr. 47.

X Noot
9

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2148.

Naar boven