Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 december 2016
Tijdens de regeling van werkzaamheden van 6 december jl. (Handelingen II 2016/17,
nr. 31, Regeling van werkzaamheden) heeft de Tweede Kamer het kabinet verzocht om
een kamerbrief over de gevolgen van het Italiaanse referendum van zondag 4 december
jl.
Het kabinet heeft kennis genomen van de uitslag van het referendum en dat premier
Renzi naar aanleiding van deze uitslag zijn ontslag heeft aangeboden. President Mattarella
heeft Paolo Gentiloni, Minister van Buitenlandse Zaken onder Renzi, aangewezen als
nieuwe premier en gevraagd een nieuw kabinet te formeren.
Het is in het Italiaans en Europees belang dat Italië snel een stabiele regering heeft.
Het is zaak dat Italië blijft werken aan het op orde brengen van de begroting en het
doorvoeren van structurele hervormingen die het groeipotentieel verhogen. Een nieuwe
regering zal met voorstellen moeten komen om hier invulling aan te geven.
Tijdens de regeling van werkzaamheden is specifiek gevraagd naar de ontwikkelingen
in het Italiaanse bankwezen, monetair beleid (kwantitatieve verruiming, Target 2 en
in het verlengde daarvan de continuïteit van het eurosysteem). Onderstaand wordt uitgebreider
stilgestaan bij de situatie van het Italiaanse bankwezen en monetair beleid.
Italiaanse bankwezen
Een aantal Italiaanse banken kent al langere tijd structurele uitdagingen. Zo zet
een groot aantal niet-presterende leningen druk op de winstgevendheid van en het vertrouwen
in sommige banken. Los van het referendum proberen sommige banken dan ook al langere
tijd hun balansen op te schonen of hun kapitaalbasis te versterken, bijvoorbeeld door
het uitgeven van nieuwe kapitaalinstrumenten. Onzekerheid over de gevolgen van de
uitslag van het referendum kan ervoor zorgen dat private investeerders minder bereid
zijn om kapitaal te verschaffen aan sommige Italiaanse banken. Dit neemt niet weg
dat als het individuele banken niet lukt om op eigen benen te staan, er Europese regels
zijn hoe hiermee om te gaan, zowel in het kader van de Bank Recovery and Resolution Directive (BRRD) als in het kader van staatssteun.1 Deze regels dienen uiteraard te worden gerespecteerd.
Monetair beleid
Kwantitatieve verruiming
Het ECB opkoopprogramma is eind 2014 gestart en is afgelopen week verlengd tot en
met december 2017. Maandelijkse aankopen onder het opkoopprogramma zullen tot en met
maart 2017 EUR 80 miljard per maand bedragen, daarna zal per maand EUR 60 miljard
worden aangekocht. Het ECB opkoopprogramma bestaat uit meerdere componenten: zo worden
bedrijfsobligaties, gedekte obligaties en asset-backed securities opgekocht. Het grootste
deel van de aankopen betreft echter staatsobligaties. Over die aankopen – waarbij
vooral nationale centrale banken staatsobligaties van de eigen overheid kopen – is
risicodeling binnen het Eurosysteem beperkt. Ook het meest recente ECB-besluit (d.d.
8 december) brengt hierin geen verandering aan. Dit limiteert de kredietrisico’s op
de balans van DNB. Daarnaast bestaat er voor DNB bij de aankopen een renterisico,
dat zich materialiseert wanneer de beleidsrentes in de toekomst snel en significant
zouden stijgen. DNB houdt met deze toegenomen risico’s rekening in haar kapitalisatie
d.m.v. het treffen van een voorziening. Ik heb onlangs een brief van DNB aan uw Kamer
doorgeleid die u uitgebreider over deze voorziening informeert.2 De doelomvang van de voorziening is gebaseerd op de inschatting van DNB van de risico’s
als gevolg van kwantitatieve verruimingop de lange termijn en zal jaarlijks geëvalueerd
en zo nodig bijgesteld worden. Wanneer DNB in maart 2017 haar jaarverslag publiceert
geeft DNB weer een update van haar risico’s.
Target 2
Het Target 2-systeem is het betalingssysteem waarbinnen overboekingen tussen banken
binnen de eurozone, via de ECB worden geadministreerd. Eventuele Target 2-saldi als
gevolg van deze overboekingen zijn in feite administratief en het bestaan ervan vormt
niet direct een probleem. Saldi worden dan ook niet verrekend. Slechts indien een
lidstaat zou besluiten zijn nationale munteenheid opnieuw in te voeren en uit het
Eurosysteem zou treden, houdt die betreffende nationale centrale bank een claim op
dan wel verplichting jegens de ECB.3 Dit is niet aan de orde.
De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem