21 501-12
Industrieraad

nr. 37
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 26 november 1996

Onderstaand treft u het verslag van de Industrieraad aan, die werd gehouden in Brussel op 14 november jl. Op deze raad kwam een groot aantal onderwerpen aan de orde die hierna kort de revue passeren.

1 Staalsteuncode en monitoring

Na een lange discussie lukte het overeenstemming te bereiken over de tekst van een nieuwe staalsteuncode, die tot medio 2002 van toepassing zal zijn. Ten opzichte van de oude steuncode is de code aangepast op een aantal punten. Milieusteun en steun voor onderzoek en ontwikkeling zijn op gelijke leest geschoeid als de overige sectoren in de EU, zij het dat aanpassingen in deze kaders niet automatisch ook voor de staalindustrie zullen gelden. Voor milieu is in een bijlage bij de nieuwe steuncode nog opgenomen dat de Commissie er streng op zal toezien dat milieusteun niet wordt aangewend als verborgen investeringssteun. Met betrekking tot steun voor gedeeltelijke sluiting werd eveneens een compromis bereikt. Op Grieks verzoek werd de mogelijkheid opgenomen om tot 31 december 1999 steun te verlenen tot een maximum bedrag van 50 MECU aan de staalindustrie in achtergebleven regio's in Griekenland, als de steun tenminste niet gebruikt wordt voor uitbreiding van de productie. Delegaties toonden zich gematigd tevreden over de monitoring van de Commissie van de goedgekeurde artikel 95 steungevallen.

2 Staatssteun

Commissaris Van Miert schetste de werkdruk bij de Commissie door het toenemende aantal steunmeldingen en de complexiteit van deze meldingen. Spreker benadrukte dat het niet de bedoeling is dat de steuncontrole vermindert.

De Commissie denkt een oplossing te zien via een artikel 94 verordening, waarin o.a. sectorvrijstellingen en procedures worden beschreven. Alle delegaties steunden de Commissie in een dergelijke aanpak. Van de ontwerp-resolutie over dit onderwerp bleef echter nagenoeg niets over omdat Spanje, Portugal en Griekenland verband wilden leggen tussen steun en regionale verschillen. Dit kon niet geaccepteerd worden door andere lidstaten. De Commissie zal in 1997 met een ontwerpverordening komen op basis van artikel 94 van het EU-verdrag.

3 Meerjarenprogramma MKB

Na een uitgebreid debat over de hoogte van het budget voor het programma werden lidstaten het uiteindelijk eens over een budget van 127 MECU in plaats van het voorgestelde budget van 140 MECU. De stijging van het budget komt grosso modo overeen met de opgetreden inflatie en de uitbreiding van de EU met 3 nieuwe lidstaten.

4 Herziening concentratieverordening

De raad discussieerde voornamelijk over 2 elementen uit de ontwerpverordening; de drempels en de meervoudige melding. Een voorstel tot verlaging van de drempels stuitte op een blokkerende minderheid. Met betrekking tot de meervoudige melding werd geconcludeerd dat de Commissie op de goede weg is hiervoor een oplossing te vinden.

5 Concurrentievermogen en benchmarking

Commissaris Bangemann presenteerde het Commissiedocument over dit onderwerp en stelde dat het benchmarken zich niet moet beperken tot individuele bedrijven en bedrijfstakken. Ook economische politiek kan onderwerp zijn van benchmarking. Nederland steunde de Commissie in haar aanpak via benchmarking en benadrukte dat de uitkomsten van een benchmark vertaald moeten worden in beleidsmaatregelen. Tijdens de informele industrieraad op 1 en 2 februari 1997 zal aandacht aan benchmarking worden geschonken. Het onderwerp zal wat Nederland betreft op de politieke agenda blijven. Ook de Ierse voorzitter onderschreef het belang van het onderwerp benchmarking. Geen van de delegaties intervenieerde verder over dit onderwerp.

6 Ontwerpconclusies Sectorstudies

Ontwerpconclusies met betrekking tot de automobielindustrie, onderaanneming in de textiel- en kledingindustrie en de chemische industrie werden nagenoeg zonder discussie aangenomen.

7 Scheepsbouw

De Commissie meldde dat binnenkort meer informatie zal volgen over de hoogte van de steunplafonds voor komend jaar. Bovendien zal de Commissie een document voorbereiden over mogelijke beleidsopties als de VS het in OESO-kader overeengekomen akkoord uiteindelijk niet ratificeren. De Raad zal hierover tijdens het Nederlandse voorzitterschap discussiëren. Door de Commissie werd aangekondigd dat in een van de volgende industrieraden gesproken zal worden over steun aan een aantal individuele bedrijven.

8 Diversen

Onder diversen kondigde Commissaris Bangemann aan met een document te komen over «electronic commerce». In dit kader benadrukte hij nogmaals het belang van «de facto» standaarden en de noodzaak voor een mechanisme om deze in Europees beleid in te passen. Tevens werd onder dit agendapunt kort ingegaan op de Trans Atlantic Business Dialogue welke in Chicago werd gehouden op 7 en 8 november jl. Met name werd de positie ten aanzien van de Helms Burton Act en het belang van de Mutual Recognition Agreements onderstreept.

De Minister van Economische Zaken,

G. J. Wijers

Naar boven