21 501-12
Industrieraad

nr. 35
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 30 oktober 1996

De industrieraad was geheel gewijd aan het onderwerp «de informatiemaatschappij». De raad begon met presentaties van 3 commissarissen, Bangemann, Flynn en Monti over diverse onderdelen van de informatiemaatschappij.

Commissaris Bangemann ging in op de situatie, zoals die ontstaan was na de raad in Korfoe in 1994 en de volgens hem noodzakelijk te verrichten volgende stappen. Een bijgesteld actieplan wordt door de commissie voor de Top in Dublin voorbereid. Hij onderstreepte vooral het belang van de facto normen. Als voorbeeld hiervan noemde Commissaris Bangemann het overleg met betrokkenen over digitale televisie.

Commissaris Flynn wees op de kansen, die de zich steeds sneller ontwikkelende informatiemaatschappij biedt. Hierbij mag niet voorbij worden gegaan aan het belang van de burger. Kortom aandacht voor de sociale dimensie van de informatiemaatschappij. Het door hem gepresenteerde Groenboek «Leven en werken in de informatiemaatschappij» zal moeten leiden tot concrete acties op dit gebied. Ten slotte ging commissaris Monti in op bedreigingen van de interne EU-markt, doordat nationale overheden allerlei restricties aanbrengen voor nieuwe diensten. Hij pleitte voor een betere afstemming tussen nationale overheden en de Commissie.

Vervolgens ging de raad in op de interventies van de betrokken Commissarissen.

Hierbij werden steeds enige thema's belicht. Een bloemlezing uit de interventies leidt tot het volgende beeld. Meer aandacht dient besteed te worden aan het optreden tegen elektronisch verspreid schadelijk materiaal (b.v. kinderporno via internet), verdergaande liberalisering van telecommunicatiemarkten is een absolute noodzaak, toenemende aandacht voor een goede werking van de interne markt, internationale coördinatie van beleid in organisaties als de ITU, aandacht voor concurrentievermogen van de ICT (informatie communicatie technologie)-industrie enz.

Ik heb in mijn interventie erkend, dat er sinds Korfoe weliswaar veel gebeurd is, met als belangrijkste element de liberalisering van de telecommarkt per 1 januari 1998, maar dat zeker nog niet achterover geleund kan worden. Opgepast moet worden voor te veel werkdocumenten en te weinig concrete maatregelen. Steeds moet de afweging gemaakt worden op welk niveau de maatregelen genomen moeten worden. Kortom een pleidooi voor «geen woorden maar daden», welk gevoel door veel van mijn collegae werd gedeeld. Hierbij is het de taak van de industrieraad om de prioriteiten vast te stellen.

Als zwakte in de EU heb ik gewezen op het feit dat op het gebied van nieuwe diensten in de EU te veel voor lokale markten wordt geproduceerd en nauwelijks grensoverschrijding plaatsvindt. Als voorbeelden van zaken van praktisch belang heb ik genoemd; een Europees elektronisch betaalsysteem en een standaard voor geavanceerde digitale settop-boxen.

Tot slot heb ik aangegeven dat ik tijdens een informele industrieraad, te houden op 1 en 2 februari 1997 in Nederland, een dagdeel wil besteden aan een onderwerp uit de informatiemaatschappij. Een ander dagdeel zal worden besteed aan de werking van de interne markt.

Zoals in het vooroverleg op 26 september jl. met u besproken wordt momenteel op initiatief van Nederland met steun van de Commissie een benchmarkonderzoek gedaan naar de ICT-industrie in de EU. Dat onderzoek zal een van de bouwstenen zijn voor de invulling van een dagdeel van de informele industrieraad op 1 en 2 februari 1997.

De aan de raad voorgelegde resolutie over de informatiemaatschappij zal met wat kleine aanpassingen in een van de komende raden als A-punt worden goedgekeurd. Hiermede identificeert de raad de prioriteiten van de informatiemaatschappij, zoals verdergaande liberalisatie van telecommunicatiemarkten, intellectuele eigendomsrechten, elektronische diensten en de culturele en taalaspecten van de informatiemaatschappij. De Duitse minister Rexroth kondigde aan medio 1997 een internationale conferentie te houden met thema's als cryptografie, gegevensbescherming, auteursrecht en verantwoordelijkheid van netwerken.

De raad accordeerde het plan ter bevordering van de taalverscheidenheid in de informatiemaatschappij in de EU. Het budget van het programma zal 15 MECU bedragen voor 3 jaar.

De Minister van Economische Zaken,

G. J. Wijers

Naar boven