21 501-10
Telecommunicatie- en Postraad

nr. 73
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 januari 2002

Hierbij treft u te uwer informatie het verslag aan van de EU-raad voor Telecommunicatie en Post, welke op 6 december 2001 te Brussel heeft plaatsgevonden.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. M. de Vries

GEANNOTEERDE AGENDA VOOR DE RAAD VOOR TELECOMMUNICATIE EN POST VAN 6 DECEMBER 2001 EN VERSLAG

1. Goedkeuring van de ontwerp-agenda

2. (Evt.) Goedkeuring van de lijst van a-punten

3. ONP Pakket (Kaderrichtlijn, Richtlijn toegang en interconnectie, Vergunningenrichtlijn, Richtlijn universele dienst en Spectrumbesluit)

– Stand van zaken

4. Voorstel voor een Richtlijn inzake het verwerken van persoonsgegevens en de bescherming van de privacy in de elektronische communicatiesector

– Politiek accoord

5. Veiligheid van netwerken en informatie

– Resolutie van de Raad

6. Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's : eEurope 2002: het creëren van een communautair raamwerk voor de exploitatie van overheidsinformatie

– Presentatie van de Commissie

7. Zevende implementatierapport

– Presentatie van de Commissie

8. Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's : Actieplan Veilig Internet

– Presentatie van de Commissie/gedachtenwisseling

GEANNOTEERDE AGENDA VOOR DE RAAD VOOR TELECOMMUNICATIE EN POST VAN 6 DECEMBER 2001 EN VERSLAG

Ad 1. Goedkeuring van de ontwerp-agenda

De agenda is vastgesteld.

Ad 2. (Evt.) Goedkeuring van de lijst van a-punten

De lijst van A-punten is aangenomen.

Ad 3. ONP Pakket (Kaderrichtlijn, Richtlijn toegang en interconnectie, Vergunningenrichtlijn, Richtlijn universele dienst en Spectrumbesluit)

Kaderrichtlijn, Richtlijn toegang en interconnectie, Vergunningenrichtlijn en Richtlijn universele dienst

Geannoteerde agenda

De Raad heeft over vier richtlijnen (kaderrichtlijn, richtlijn toegang en interconnectie, vergunningenrichtlijn en richtlijn universele dienst) een gemeenschappelijk standpunt ingenomen. Momenteel zijn de onderhandelingen over deze richtlijnen tussen de Raad en Europees Parlement in tweede lezing in volle gang. De stemming in de plenaire vergadering van het Europees Parlement zal plaatsvinden op 12 december a.s.

Het voorzitterschap zal de Raad van 6 december informeren over de voortgang van de informele consultaties met het Europees Parlement.

De onderhandelingen tussen de Raad en het Europees Parlement concentreren zich op enkele kernpunten:

Kaderrichtlijn, artikel 4, (recht van beroep) artikel 6 (consultatiemechanisme)

De vraag waar het bij het consultatiemechanisme om gaat is de mate van harmonisatie.

Het Europees Parlement is van mening dat de Commissie, conform haar oorspronkelijke voorstel, de bevoegdheid heeft om besluiten van NRA's te amenderen dan wel terug te draaien met het oog op het waarborgen van verdere harmonisatie voor de interne markt voor elektronische communicatiediensten. Het standpunt van de Raad in deze is dat er een balans moet worden gezocht tussen harmonisatie en het onafhankelijk optreden van de NRA's. Het Voorzitterschap heeft als compromis voorgesteld dat NRA's op een transparante wijze met elkaar en met de Commissie moeten samenwerken om zo veel mogelijk harmonisatie te bereiken. NL kan zich hier in vinden omdat dit op vrijwillige basis gebeurt.

Een ander knelpunt betreft het recht van beroep. Het Europees Parlement en de Commissie stellen zich op het standpunt dat de beroepsinstantie (bijv. de nationale rechter) niet alleen naar de procedure maar tevens naar de feiten van een zaak («facts and merits of a case») mag kijken. NL steunt dit standpunt.

Toegangsrichtlijn, artikel 12 (prijzen internationale roaming)

Het Europees Parlement wil aan alle mobiele operators (zowel met als zonder aanmerkelijke marktmacht) de verplichting opleggen tot kostenoriëntatie en transparantie van de tarieven voor internationale roaming. NL heeft hier, net als de andere lidstaten, bezwaar tegen omdat dit indruist tegen de nieuwe systematiek van marktanalyse, aanwijzing aanmerkelijke marktmacht (AMM) en vervolgens het opleggen van passende verplichtingen aan (alleen) partijen met AMM. Als oplossing heeft het voorzitterschap voorgesteld om de markt voor internationale roaming op te nemen in de lijst met relevante markten waarop NRA's een analyse moeten uitvoeren. NL steunt dit voorstel.

Vergunningenrichtlijn, artikel 12 (financiering NRA's)

Volgens het gemeenschappelijk standpunt van de Raad mogen alle kosten van de NRA worden doorberekend in de tarieven voor de algemene machtigingen en de individuele vergunningen.

Dit vanwege het feit dat NRA's kostendekkend moeten werken en geheel door de sector betaald dienen te worden. Het Europees Parlement vindt echter dat hierdoor de tarieven voor de operators te hoog worden en wil derhalve een onderscheid maken tussen de algemene machtiging enerzijds en de individuele vergunningen anderzijds. Voor individuele vergunningen mogen wel alle kosten worden doorberekend in de tarieven. NL heeft geen problemen met het EP-amendement, maar heeft voorkeur voor het voorstel van de Commissie omdat dit meer conform de bestaande vergunningenrichtlijn is.

• Voor de Universele Dienstrichtlijn zijn er geen wezenlijke knelpunten.

Nederland kan kennis nemen van de toelichting van het Voorzitterschap over de lopende informele consultaties tussen Europees Parlement en Raad inzake vier ONP-richtlijnen. Nederland steunt het Voorzitterschap in zijn streven het ONP-pakket zo mogelijk voor het eind van het jaar af te ronden en gaat ervan uit dat de consultaties van het Voorzitterschap met het Europees Parlement in nauwe samenspraak met de Raad plaatsvinden.

Spectrumbesluit

Met het voorstel voor een beschikking inzake een regelgevend kader voor het radiospectrum in de Europese Gemeenschap beoogt de Commissie te komen tot een meer strategische planning en meer harmonisatie van het radiospectrum. Daartoe was het oorspronkelijke voorstel van de Commissie om een «Senior Officials Group» in te stellen die zou bestaan uit de Commissie en vertegenwoordigers van de lidstaten, op hoog niveau. Die groep zou met enige regelmaat bijeen komen en haar visie geven op het gebruik van en de toekomstige behoefte aan spectrum; bovendien adviseert deze groep de Commissie over beleidsmatige, economische en technische ontwikkelingen terzake, bijvoorbeeld op het terrein van satellietpolitiek en de ontwikkelingen rond UMTS. Tevens beoogde de Commissie een Radio Spectrum Comité in te stellen waarin de technische specialisten zitting zouden hebben. Op basis van overleg met de Senior Officials Group, zou de Commissie vervolgens komen tot voorstellen voor harmonisatie van spectrum en mandaten terzake kunnen geven aan de CEPT, de Conférence Européenne des Postes et Télécommunications.

Inmiddels heeft de juridische dienst van de Raad zich tegen de instelling van de Spectrumbeleidsgroep uitgesproken. Dit onderdeel van het voorstel zou in strijd zijn met de comitologie-richtlijn en met de bevoegdheden van de Commissie.

Het voorzitterschap heeft daarna vervolgens een nieuw tekstvoorstel gepresenteerd, waarbij de taken die voor de beleidsgroep waren voorzien, zijn toegevoegd aan de taken van het Spectrumcomité.

Nederland staat over het algemeen positief ten opzichte van het initiatief van de Commissie om te komen tot een strategische benadering van spectrum en tot meer harmonisatie. Met het integreren van de beleidsmatige en technische aspecten van het spectrumbeleid in één groep, wordt echter wel het politieke karakter van de groep sterk verminderd, aangezien daar dan ook «technische» mensen in zouden zitten die bijv. mandaten aan de CEPT moeten accorderen. Dat niveau is natuurlijk lager dan een high level groep die op beleidsmatig niveau praat. Inmiddels is dit probleem ondervangen, aangezien de Commissie op eigen initiatief een High Level Groep wil instellen waarin de meer politiek-beleidsmatige aspecten van frequenties besproken kunnen worden.

Verslag

De Raad heeft overeenstemming bereikt over een reeks compromisvoorstellen voor de vijf onderdelen van het telecompakket. De doorbraak kwam feitelijk aan de vooravond van de Raad, toen tijdens het informeel diner van ministers onder aanvoering van het voorzitterschap al snel duidelijk werd dat een meerderheid van lidstaten bereid was om mee te werken aan een uiterste poging om met het EP in tweede lezing tot overeenstemming te komen. Terwijl in de Raad de bespreking van de overige punten werd voortgezet kon in een parallelle raadswerkgroep de laatste hand worden gelegd aan het compromispakket, dat vervolgens door het voorzitterschap aan het EP is voorgelegd als laatste bod van de Raad. Van doorslaggevende betekenis bleek vooral de harde toezegging van de Commissie (Liikanen) om zich met dit compromis in de hand solidair aan de zijde van de Raad te scharen en samen met het voorzitterschap al het mogelijke te doen om het EP in de resterende dagen vóór de EP-plenaire op 12 december te overtuigen van het juiste evenwicht dat met het voorliggende pakket is gevonden. De belangrijkste uitkomsten zijn de volgende.

Kaderrichtlijn

De winst voor de Commissie kan in het bijzonder worden gevonden in de belangrijke concessie van de Raad om uiteindelijk toch in te stemmen met een beperkt recht van de Commissie om bepaalde NRA-besluiten tegen te houden onder artikel 6 van de kaderrichtlijn (consultatie- en transparantie-mechanisme). Het betreft alleen besluiten die betrekking hebben op het afbakenen van relevante markten (voor zover deze afwijken van de lijst met relevante markten van de Commissie) en op het aanwijzen van een marktpartij als partij met aanmerkelijke marktmacht. Bovendien moet het hierbij gaan om besluiten die de handel tussen Lidstaten raken, die een belemmering voor de Europese interne markt opwerpen of die in strijd zijn met het Gemeenschapsrecht. M.b.t. het recht van beroep is bepaald dat het beroepsmechanisme effectief moet zijn. Dit kan inter alia door de bevoegdheid om een zaak op zijn merites te beoordelen.

Toegangsrichtlijn

M.b.t. internationale roaming is afgesproken dat de nationale markt voor internationale roaming diensten wordt toegevoegd aan de lijst met relevante markten van de Commissie. De NRA's dienen de markten op deze lijst te analyseren om te bezien of er sprake is van één of meer partij(en) met aanmerkelijke marktmacht. Ook wordt er in dit verband een nieuwe overweging toegevoegd waarin de Commissie informatie moet monitoren en publiceren over tarieven die van invloed zijn op de eindgebruikerstarieven.

Vergunningenrichtlijn

De tekst van het gemeenschappelijk standpunt van de Raad is behouden. Dit betekent dat alle kosten van de NRA mogen worden doorberekend in de tarieven voor de algemene machtigingen en de individuele vergunningen.

De Universele Dienstrichtlijn en het Spectrumbesluit hebben niet of nauwelijks discussie opgeleverd.

Ad 4. Voorstel voor een Richtlijn inzake het verwerken van persoonsgegevens en de bescherming van de privacy in de elektronische communicatiesector

Geannoteerde agenda

Het EP heeft haar eerste lezing over deze richtlijn afgerond op 13 november jongstleden. Als belangrijkste punt uit deze lezing komt naar voren dat het Europees Parlement voorstander is van een opt-out regime voor ongewenste commerciële e-mail, zoals vervat in artikel 13 van de ontwerp richtlijn.

Het Belgisch voorzitterschap streeft ernaar om in de Raad te komen tot een gemeenschappelijk standpunt over deze richtlijn, waarin t.a.v. art. 13 een zogenaamd «soft-opt-in» is voorzien. Dit houdt in dat in principe voor commerciële e-mail een opt-in regime geldt, tenzij (artikel 13, lid 2): er sprake is van een bestaande klant relatie tussen de verzender van de commerciële mail en de geadresseerde. In een dergelijk geval mag de aanbieder zijn producten ongevraagd aan prijzen per e-mail, waarbij de geadresseerde bij elke mail de gelegenheid moet hebben om kosteloos aan te geven geen prijs meer te stellen op verdere aanbiedingen.

Een ander punt, dat door het Verenigd Koninkrijk aan de orde is gesteld tijdens de vorige Raad op 15 oktober, betreft de vraag of naar aanleiding van de dramatische gebeurtenissen op 11 september, de bewaarplicht van verkeersgegevens door operators expliciet in de tekst zou moeten worden opgenomen, en dus niet alleen in de overwegingen. Deze retentieplicht zou moeten inhouden dat , indien de nationale veiligheid dit vereist, Lidstaten op basis van nationale wetgeving de bevoegdheid hebben om aanbieders van telecommunicatiediensten te verplichten verkeersgegevens te bewaren. Het tekstvoorstel luidt: «Member states may inter alia provide for the retention of data for a limited period justified on the grounds laid down in this paragraph, in conformity with the general principles of Community law.»

De Commissie en de Juridische dienst van de Raad hebben reeds te kennen gegeven akkoord te zijn met deze toevoeging.

Het kabinet heeft in de Ministerraad van 22 juni 2001 besloten voor opt-in te kiezen. Nederland kan instemmen met de «soft opt-in», aangezien deze vorm van opt-in voldoende waarborgen biedt tegen het verspreiden van ongewenste commerciële e-mail.

Wat betreft de toevoeging in artikel 15, kan NL instemmen met het Britse voorstel. Materieel voegt het voorstel weinig toe aan de bevoegdheden waarin de oorspronkelijke tekst reeds voorzag. Het voorstel moet eerder worden opgevat als een sterk politiek signaal dat elektronische netwerken niet zonder meer gebruikt kunnen worden voor zaken die de staatsveiligheid in gevaar brengen. Wel vindt NL het van belang dat bij de uitvoering van dit artikel, de principes uit het Gemeenschapsrecht en uit het Europees verdrag van de rechten voor de mens (EVRM) worden geëerbiedigd.

Verslag

De Raad heeft een politiek akkoord bereikt over de dataprotectierichtlijn. Voor ongevraagde e-mail is een soft opt-in regime vastgesteld. Dit betekent dat iemand uitdrukkelijk toestemming moet geven alvorens ongevraagde commerciële e-mail berichten te ontvangen en in elk geval te allen tijde gelegenheid moet krijgen om, zonder bijkomende kosten, verder gebruik van zijn/haar adresgegevens te verbieden. Luxemburg houdt als enige lidstaat vast aan een opt-out systeem.

Wat betreft het wissen van verkeersgegevens wordt door opname van een extra zinsnede in artikel 15 duidelijker gesteld dat de richtlijn geen afbreuk doet aan de mogelijkheid voor lidstaten om operators tot tijdelijke opslag van gegevens te verplichten, wanneer dit ten behoeve van de nationale veiligheid gerechtvaardigd is, doch onder voorwaarde van overeenstemming met de algemene beginselen van het Gemeenschapsrecht, waaronder ook de rechten en plichten die voortkomen uit het EVRM.

Tot slot heeft de Raad op basis van een amendement in eerste lezing van het EP besloten om ook voor cookies, spyware en web bugs een regeling te treffen. Cookies zijn stukjes informatie die op de harde schijf van de gebruiker worden geplaatst teneinde de gegevensuitwisseling tussen verschillende computertoepassingen te vergemakkelijken, bijvoorbeeld bij het surfen op het internet. De Raad heeft gekozen voor een opt-out model voor cookies, waarbij consumenten goed moeten worden geïnformeerd over het doel van de cookies en tevens de gelegenheid moeten krijgen om het gebruik ervan te weigeren.

Ad 5. Veiligheid van netwerken

Geannoteerde agenda

De Europese Raad van 23/24 maart in Stockholm concludeerde dat de Raad samen met de Commissie een strategie over de veiligheid van elektronische netwerken zal ontwikkelen.

Op 8 juni 2001 heeft de Commissie een Mededeling, waarin daar uitwerking aan wordt gegeven, gezonden aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité van de Regio's betreffende Netwerk- en Informatieveiligheid; voorstel voor een Europese beleidsaanpak. Op de Telecommunicatieraad van 27 juni jl. heeft de Commissie een lunchpresentatie verzorgd waarbij de Mededeling positief is ontvangen. In de zomerperiode is een Questionnaire uitgezet bij de lidstaten met vragen over relevante lopende activiteiten, de ervaringen daarbij en suggesties. In de Telecommunicatieraad van 15 oktober heeft mede ter voorbereiding van een resolutie een oriënterend debat plaats gevonden op basis van enkele door het voorzitterschap geformuleerde vragen. Deze hadden betrekking op voorlichting en bewustwording, publiek-private samenwerking en coördinatie-mechanismen voor informatieuitwisseling en waarschuwing en werden, mede ook door de gebeurtenissen van 11 september in de V.S. ook van harte ondersteund.

De uitwerking ervan vindt plaats in de eerder aangekondigde Resolutie. Deze heeft het karakter van een politieke verklaring waarin uitwerking wordt gegeven aan de in de Mededeling opgenomen actielijnen en de besproken vraagpunten. De Resolutie vraagt de Lidstaten om invulling te geven aan een aantal acties op het vlak van o.a. voorlichting, gebruik van best practices, waarschuwingssystemen, standaarden, elektronische handtekeningen en internationale samenwerking. De Commissie wordt in het verlengde daarvan o.a. uitgenodigd om initiatieven te nemen ten aanzien van het inventariseren van de verschillende voorlichtingscampagnes, voorstellen te maken voor overleg en samenwerking met andere betrokkenen , het verbeteren van het proces van evaluatie en certificatie van beveiligingsproducten, het voorbereiden van een rapport over elektronische en biometrische authenticatie en het in samenwerking met de Lidstaten en het bedrijfsleven opzetten van een cyber security task force. Aan een aantal van de uit te voeren activiteiten worden termijnen verbonden.

Nederland steunt de uitwerking van de Mededeling in de vorm van de voorgestelde Resolutie. Voor een belangrijk deel komt dit overeen met of sluit het aan op de inhoud van de nota Kwetsbaarheid op internet, die deze zomer aan de Tweede Kamer is gezonden. Bewustwording en voorlichting, mechanismen voor informatie uitwisseling en alarmering en samenwerking met de betrokken partijen zijn daarin ook als actielijnen opgenomen.

Verslag

De Raad heeft zonder verdere discussie ingestemd met de voorliggende tekst. De Commissie is zeer tevreden met het resultaat («a clear and concise road map for the coming year») en zal in de follow-up onder meer een voorstel doen voor de oprichting van een task force voor cyberbeveiliging met nationale experten. In alle lidstaten zullen informatie- en voorlichtingscampagnes plaatsvinden die tot doel hebben om gebruikersgroepen (zakenleven, particulieren, openbare instanties) te informeren en te adviseren over de beveiliging van hun computersystemen. In Nederland is een dergelijke campagne dit jaar reeds van start gegaan.

Ad 6. Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's: eEurope 2002: het creëren van een communautair raamwerk voor de exploitatie van overheidsinformatie

Geannoteerde agenda

De Commissie heeft in het kader van het e-Europe Actieplan 2002 een mededeling uitgebracht over de exploitatie van overheidsinformatie. Deze mededeling is een reactie op het Groenboek dat januari 1999 over dit onderwerp is verschenen.

In de mededeling wordt aangegeven dat de door Europese, nationale, regionale en lokale overheden en overheidsdiensten vergaarde informatie over vele onderwerpen, zoals bedrijfsregisters,juridische informatie, culturele en geografische informatie, een aantrekkelijke bron vormt voor commerciële bedrijven om nieuwe producten te maken en aan te bieden.

Deze 'content'markt is voor Europa van grote economische betekenis. Voor de ontwikkeling van de derde generatie mobiele telefonie kan het ontwikkelen van deze diensten een belangrijke impuls zijn.

In de VS is men veel verder met het exploiteren van overheidsinformatie voor commerciële dienstverlening dan in Europa, met het gevaar dat Amerikaanse bedrijven ook deze markt opkomen.

De Commissie stelt voor op twee fronten actie te ontwikkelen:

1. Experimenteren en dialoog: het stimuleren van voorbeeldprojecten en uitwisselen van ervaringen op dit terrein. Voorbeeldprojecten kunnen worden gefinancierd uit bestaande programma's, namelijk het Kaderprogramma onderzoek, het e-content programma en het IDA II programma. Informatie-uitwisseling zou kunnen via de e government werkgroep, waarbij ook industrie en andere partijen betrokken kunnen worden.

2. Wetgeving: de Commissie geeft de voorkeur aan het opstellen van een richtlijn waarin minimum harmonisatie wordt geregeld om bedrijven meer duidelijkheid en rechten te geven op het gebruik van bepaalde overheidsinformatie. Dit is ook een grote wens van het bedrijfsleven.

Nederland zal de presentatie van de Commissie met belangstelling aanhoren. NL is van mening dat alle overheidsinformatie daar waar mogelijk openbaar en exploiteerbaar moet worden gemaakt. NL is voorstander van een richtlijn en zou graag zien dat hier stevig vorm aan wordt gegeven.

Verslag

De Commissie heeft dit onderwerp gepresenteerd. Er waren geen reacties van de lidstaten.

Ad 7. Zevende Implementatierapport

Geannoteerde agenda

De Commissie zal tijdens de Raad een presentatie geven over het zevende implementatierapport, waarna een gedachtewisseling met de Lidstaten plaats zal vinden. In haar jaarlijkse implementatierapportage geeft de Commissie een overzicht van de algemene situatie op de Europese telecommunicatiemarkt en tevens van de wijze waarop Lidstaten de Europese telecommunicatie-regelgeving het achterliggende jaar hebben geïmplementeerd.

Hoewel het zevende implementatierapport thans nog niet voor handen is, wordt niet verwacht dat het oordeel van de Commissie over Nederland in negatieve zin zal afsteken bij dat over andere Lidstaten.

Nederland kan kennisnemen van de presentatie van de Commissie over het zevende implementatierapport voor de telecomsector. Nederland kijkt uit naar het oordeel van de Commissie over hoe Nederland het achterliggende jaar heeft gepresteerd waar het de implementatie van Europese telecomregels betreft. Verwacht wordt niet dat het oordeel van de Commissie over Nederland in negatieve zin zal afsteken bij dat over andere Lidstaten.

Verslag

De Commissie heeft het rapport gepresenteerd. Er waren geen reacties van de lidstaten.

Ad 8. Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's: Actieplan ter bevordering van een veiliger gebruik van het internet (bestrijding van schadelijke en illegale inhoud op het internet)

Geannoteerde agenda

Dit actieplan is een communautair meerjarenprogramma dat de periode 1999–2002 beslaat. Het actieplan maakt deel uit van een samenhangende reeks beleidsmaatregelen op het niveau van de EU om onwettige en schadelijke inhoud op internet aan te pakken. Het verstrekt financiering voor projecten betreffende hotlines voor gebruikers om onwettige inhoud te melden, betere instrumenten voor ouderlijke controle van het gebruik van internet door kinderen (filteren en rubriceren) en maatregelen om voorlichting te geven op het gebied van veiliger gebruik van internet.

Het werkprogramma van het actieplan bestaat hoofdzakelijk uit drie inhoudelijke actielijnen. Bij de eerste actielijn is het doel het opzetten van een internationaal netwerk van meldpunten. Hierbij wordt vooral internationale samenwerking gestimuleerd, daar dit een voorwaarde is voor de effectiviteit van meldpunten in de internationale speelruimte van het Internet. In de tweede actielijn wordt de ontwikkeling gestimuleerd van internationaal compatibele label- en filtersystemen. Dit moet leiden tot bijvoorbeeld aanbevelingen voor internationale label- en filtersystemen met inachtneming van Europese taal- en cultuurverschillen en tot ontwikkeling van ondersteunende software. De derde inhoudelijke actielijn heeft ten doel het publieke bewustzijn te vergroten. Hiervoor zal o.a. steun plaatsvinden aan grootschalige nationale initiatieven.

Na een wat moeizame start door enigszins tegenvallende aantallen offertes op de verschillende calls in het eerste jaar van het actieplan, loopt het actieplan nu volop. Dit mede dankzij grotere inspanningen om de bekendheid ervan te vergroten. Een belangrijk initiatief dat intussen is ontplooid is de formele samenwerking van een grote groep Europese meldpunten. In 2001 heeft tussentijdse evaluatie van het actieplan plaatsgevonden. Daaruit is geconcludeerd dat het actieplan op redelijk effectieve wijze aan haar doelstellingen voldoet, maar dat voor sommige punten, zoals contractsluitingen, een versnelde aanpak wenselijk is.

Nederland heeft het tot stand komen van het actieplan destijds van harte ondersteund. Het geeft in belangrijke mate invulling aan een stuk zelfregulering op het terrein van schadelijke inhoud op internet. De Mededeling van de Commissie zal betrekking hebben op de uitgevoerde evaluatie en kan worden aangehoord. Een mogelijk voorstel tot continuering van het actieplan kan in beginsel positief tegemoet worden getreden.

Verslag

Dit betreft een vooraankondiging van de Commissie. De tussentijdse evaluatie is nog niet klaar en komt in een volgende zitting van de Raad aan de orde.

Naar boven