21 501-08 Milieuraad

Nr. 896 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 maart 2023

Hierbij doe ik u, mede namens de Minister voor Klimaat en Energie, de geannoteerde agenda toekomen van de informele Milieuraad op 18 en 19 april 2023 in Stockholm.

Er is nog geen agenda gepubliceerd voor de informele bijeenkomst. De inhoud van deze geannoteerde agenda geeft daarom de meest recente stand van zaken weer, die is gebaseerd op de eerste informatie die van het Zweeds voorzitterschap is ontvangen. Mocht de formele agenda op belangrijke punten afwijken, dan zal ik u hierover via het schriftelijk overleg informeren. Het kabinet is voornemens deel te nemen aan deze informele Milieuraad.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE MILIEURAAD

Het Zweeds voorzitterschap organiseert op 18 en 19 april 2023 een informele bijeenkomst van klimaat- en milieuministers te Stockholm, Zweden. Het Zweeds voorzitterschap zet in op een discussie over het versterken van de samenwerking met het bedrijfsleven om de groene transitie te versnellen. Tijdens deze informele Milieuraad zal geen besluitvorming plaatsvinden.

Op 18 april vindt een gezamenlijke bijeenkomst plaats van Europese klimaat- en milieuministers met koplopers in de groene transitie uit het bedrijfsleven. De formele agenda en de stukken die duiding geven over de inhoud van de discussies ontbreken momenteel nog. Op basis van de eerste informatie die op ambtelijk niveau is ontvangen, zet het Zweeds voorzitterschap in op diverse informele besprekingen en zoveel mogelijk dialoog tussen Ministers en het bedrijfsleven. Op 19 april vindt een werkbezoek plaats.

De groene transitie en Europees concurrentievermogen

Het voorzitterschap zal naar verwachting willen bespreken hoe de Green Deal met het Fit-for-55 pakket1, de Strategie voor Biodiversiteit2, het Circulaire Economie Actieplan3, de Strategie voor Duurzame Chemie4 en diverse andere aanverwante wetgeving, kan bijdragen aan de versterking van het Europees concurrentievermogen. De discussie zal mogelijk gaan over het Europese beleid dat nodig is om de groene transitie te versnellen en het Europees concurrentievermogen te verbeteren. Naar verwachting zal gesproken worden over het versterken van de samenwerking tussen de publieke en de private sector op het gebied van milieu- en klimaatbeleid.

Het kabinet verwelkomt de Europese ambitie om koploper te blijven in de klimaattransitie en onderschrijft de recente aandacht voor schone technologieën in de Unie, zoals onder meer met het Green Deal Industrial Plan 5 en de Net Zero Industry Act 6. Het kabinet verwelkomt dan ook de dialoog hierover met de private sector tijdens de informele bijeenkomst. Het versterken van het lange termijn concurrentievermogen begint bij een sterk economisch fundament, zoals een sterke en eerlijke interne markt, het waarborgen van een gelijk speelveld, een open economie en internationale samenwerking, een dynamische en wendbare beroepsbevolking en EU-lidstaten met gezonde overheidsfinanciën.

Het verminderen van regeldruk en administratieve lasten is hierbij een belangrijk aandachtspunt. Eén van de aandachtspunten van het kabinet is hierbij de afstemming en interactie tussen de diverse Europese initiatieven, zoals de Green Deal 7 , REPowerEU 8, de Net Zero Industry Act 9, de Critical Raw Materials Act 10, en het Circulaire Economie Actieplan11. Om de groene transitie te versnellen en het concurrentievermogen te versterken, is duidelijkheid over de samenhang tussen deze initiatieven noodzakelijk.

Circulaire economie

Ministers en deelnemers uit het bedrijfsleven worden gevraagd hun eigen ervaringen te delen op het gebied van het versnellen van de groene transitie. In dit kader zal het kabinet zich focussen op de groene transitie in relatie tot de overgang naar een ecologisch duurzame, circulaire economie. Nederland heeft de ambitie om tot een volledig circulaire economie te komen in 2050, en zet zich via verschillende wegen in om dit doel te bereiken.12 Hierbij is het van belang om zowel publieke, als private partijen bij elkaar te brengen om de benodigde stappen te zetten naar een volledig circulaire keten, met een gelijk speelveld op de Europese interne markt voor groene producten.

Voor een effectieve transitie naar een circulaire economie, is het van belang om die benodigde stappen samen met de innovatieve bedrijven vorm te geven. Hierbij focust het kabinet zich op diverse deelgebieden, zoals de textielsector. Het kabinet heeft voor de verduurzaming van de textielsector een eigen beleidsprogramma circulair textiel 2020–202513 opgesteld. Dit programma is in de eerste plaats gericht op de Nederlandse markt.

Er zijn echter zaken die simpelweg niet op nationaal niveau geregeld kunnen worden, en Nederland verwelkomt dan ook de Europese Textielstrategie die door de Europese Commissie op 30 maart 2022 is gepubliceerd.14 Nederland heeft zich actief ingezet voor een ambitieuze Europese Textielstrategie.15 Momenteel worden de verschillende wetgevingsvoorstellen onder de textielstrategie uitgewerkt en het is van belang dat deze elkaar versterken en gezamenlijk bijdragen aan het circulair maken van de textielsector. Naar verwachting zal het voorzitterschap dan ook willen ingaan op de relatie tussen de verschillende wetgevingsinitiatieven onder de paraplu van de EU Textielstrategie, de implementatie in de private sector van dit soort initiatieven, en eventuele barrières die op Europees niveau spelen. Nederland blijft inzetten op een breed palet aan ambitieuze EU-maatregelen binnen de verschillende onderdelen van de textielketen in zowel de ontwerp en productiefase, aanschaf- en gebruiksfase en afdanking- en afvalfase. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de onderhandelingen over de Kaderverordening Ecodesign voor duurzame producten waarbij het op productniveau mogelijk wordt om eisen te stellen aan bijvoorbeeld de recyclebaarheid van textielproducten.16


X Noot
1

COM(2021) 550 final.

X Noot
2

COM(2020) 380 final (Kamerstuk 22 112, nr. 2897).

X Noot
3

COM(2020) 98 final (Kamerstuk 22 112, nr. 2865.

X Noot
4

COM(2020) 667 final (Kamerstuk 22 112, nr. 2981).

X Noot
5

Kamerstuk 22 112, nr. 3607.

X Noot
6

COM(2023) 161.

X Noot
7

COM(2019) 640 final (Kamerstuk 35 337, nr. 1).

X Noot
8

COM(2022) 230.

X Noot
9

COM(2023) 161.

X Noot
10

COM(2023) 160, SWD(2023) 160, SWD(2023) 161, SWD(2023) 162.

X Noot
11

COM(2020) 98 final.

X Noot
12

Kamerstuk 32 852, nr. 225.

X Noot
13

Kamerstuk 32 852, nr. 116.

X Noot
14

Kamerstuk 22 112, nr. 3423.

X Noot
15

Kamerstuk 21 501-08, nr. 835.

X Noot
16

Kamerstuk 21 501-30, nr. 570.

Naar boven