21 501-08 Milieuraad

Nr. 715 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 maart 2018

Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat, over de Milieuraad die op 5 maart jl. bijeenkwam in Brussel. Tijdens deze Raad vond een eerste gedachtewisseling plaats over het op 16 januari jl. gepubliceerde derde circulaire economiepakket. De focus van de discussie lag op de Europese kunststoffenstrategie en de mededeling over het snijvlak van chemicaliën-, product- en afvalwetgeving. Sommige lidstaten grepen de gelegenheid ook aan om te reflecteren op het monitoringskader voor de circulaire economie. Het Nederlandse voorstel om een indicator over CO2-emissiereducties toe te voegen kreeg steun van een aantal andere lidstaten. De discussie zal als input dienen voor Raadsconclusies, aan te nemen tijdens de Milieuraad in juni.

Tevens werd gesproken over het vergroenen van het Europees semester. Bij de diversenpunten kwamen onder meer ontbossing, de verordening invasieve exoten, de REACH-review, CO2-normen voor personenauto’s en bestelwagens, en de COP24 in Katowice aan de orde.

Europese kunststoffenstrategie

Lidstaten uitten waardering voor de brede insteek van de in januari jl. gepubliceerde EU-kunststoffenstrategie. Veel lidstaten wezen op het belang van het wetsvoorstel voor de inperking van single use plastics dat nog dit semester zal worden gepubliceerd, mede met het oog op het tegengaan van (marien) zwerfvuil. Een meerderheid van de lidstaten benadrukte het belang van het stimuleren van de vraag naar secundair, gerecycled materiaal, en de rol die groene overheidsaanbestedingen kunnen spelen bij het stimuleren van deze markt. Met name in het kader van voedselverpakkingen werd regelmatig aandacht gevraagd voor de kwaliteit van het recyclaat. Veel lidstaten benadrukten ook het belang van preventie, waarbij de centrale rol van eco-design werd aangehaald. Tot slot hechten verschillende lidstaten belang aan bewustwordingscampagnes bij consumenten, en werd gewezen op de noodzaak om de recyclingscapaciteit in Europa te verbeteren en uit te breiden.

Nederland heeft aangegeven een ambitieuze en spoedige implementatie van de EU-kunststoffenstrategie te ondersteunen. Om fragmentatie van de interne markt te voorkomen heeft Nederland de Commissie opgeroepen om snel met wetgeving ten aanzien van single use plastics te komen, en met een EU-verbod op bewust toegevoegde microplastics en oxo-degradeerbare plastics. De Commissie bevestigde tijdens de Raad dat de inzet is om voor bewust toegevoegde microplastics en oxo-plastics via REACH-regelgeving tot een verbod te komen. Dit verbod wordt door meerdere lidstaten, waaronder Nederland, ondersteund. Nederland heeft twijfel uitgesproken of REACH het meest effectieve instrument is hiervoor omdat onzeker is of kan worden voldaan aan de voorwaarde hiertoe dat een onaanvaardbaar risico wordt aangetoond voor mens en milieu. Om vertraging te voorkomen riep Nederland de Commissie op om tegelijkertijd ook andere routes voor een verbod te onderzoeken. Daarnaast benadrukte Nederland het belang van een ambitieus productenbeleid als instrument om preventie en circulair ontwerp te faciliteren en de verschillende schakels in de productketen beter met elkaar te verbinden.

Mededeling over het snijvlak van chemicaliën-, product- en afvalwetgeving

Met betrekking tot de mededeling over het snijvlak van chemicaliën-, product- en afvalwetgeving benadrukten meerdere lidstaten dat primaire en secundaire materiaalstromen aan gelijke kwaliteitsstandaarden zouden moeten voldoen. Daartoe werd het belang van een (digitaal) informatiesysteem over de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen in producten onderstreept, zodat de traceerbaarheid van deze stoffen verbetert. Meerdere lidstaten bevestigden tevens de noodzaak tot het uitfaseren van schadelijke stoffen, en het belang van verder onderzoek om deze afbouw mogelijk te maken. Ook werd gewezen op het belang van afvalsortering en innovatie om schadelijke stoffen uit de keten te halen. Lidstaten refereerden regelmatig aan het belang van een balans tussen de verschillende beleidsuitgangspunten, maar verschilden van mening over het benadrukken van het uitfaseren van stoffen enerzijds of het promoten van recycling en de circulaire economie anderzijds.

Nederland heeft het belang van een circulaire economie met veilige materiaalketens bevestigd. Ook heeft Nederland de noodzaak tot uitfasering van zeer zorgwekkende stoffen ondersteund, en aandacht gevraagd voor innovatie om de substitutie van deze chemicaliën te faciliteren. Voor reeds in de kringloop aanwezige gevaarlijke stoffen pleitte Nederland voor een gebalanceerde aanpak om recycling mogelijk te maken daar waar dit geen risico met zich meebrengt voor gezondheid en milieu.

Vergroening Europees semester

De jaarlijkse discussie over vergroening van het Europees Semester werd ditmaal besproken in samenhang met de Environmental Implementation Review (EIR), de op 18 januari 2018 gepubliceerde mededeling verbetering milieuhandhaving en -governance1, en het meenemen van milieudoelen bij de onderhandelingen over het nieuwe meerjarig financieel kader.

Meerdere lidstaten gaven aan de EIR waardevol te vinden om de implementatie van milieubeleid te kunnen monitoren en verbeteren. Verschillende lidstaten benadrukten dat vergroening bijdraagt aan economische groei en banen, en dat het Europees Semester de milieudimensie daarom nadrukkelijker zou moeten opnemen.

Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, legde expliciet de link met het toekomstige meerjarig financieel kader, en presenteerde klimaat en duurzaamheid als financieringscondities. Daarnaast benadrukte Nederland alsook andere lidstaten dat de aanbevelingen van de High Level Group on Sustainable Finance 2 een goede basis zijn om de toegang tot financiering voor duurzame investeringen te verbeteren.

Diversen

21e eco-innovatieforum voor luchtkwaliteit (Sofia, 5–6 februari 2018)

Het Voorzitterschap en de Commissie gaven een terugkoppeling over het 21e eco-innovatieforum, gewijd aan luchtkwaliteit. De informele bijeenkomst van milieuministers, die op 10–11 april a.s. plaatsvindt in Sofia, zal ook aandacht besteden aan luchtkwaliteit.

Global Pact for the Environment

Frankrijk gaf een toelichting op het initiatief tot een Global Pact for the Environment. Dit initiatief beoogt coherentie van het internationaal milieurecht te bevorderen. Tijdens de Raad uitten meerdere lidstaten steun voor het Franse voorstel, al benadrukten sommige lidstaten dat onderhandelingen over dit pact niet tot een verwatering van bestaande instrumenten zou mogen leiden.

Amsterdam Verklaringen – tegengaan van ontbossing in de productieketen

Frankrijk riep als huidige voorzitter van de zogenaamde Amsterdam Groep van landen die zich gecommitteerd hebben aan de Amsterdam Verklaringen de Milieuraad op om ontbossing in de productieketen tegen te gaan, en de aanpak van de Groep (waaronder het meenemen van ontbossing in bilaterale handelscontacten) te onderschrijven. Nederland heeft als medeondertekenaar van de Amsterdam Verklaringen deze oproep ondersteund. De Commissie gaf aan de toegezegde haalbaarheidsstudie naar potentiële maatregelen momenteel af te ronden.

Verordening invasieve exoten

Denemarken, Litouwen en Griekenland gaven aan een discussie te willen voeren over de wijze waarop soorten op de Unielijst van invasieve uitheemse soorten worden geplaatst. Zij pleitten er daarbij voor de nadruk te leggen op de preventie van verspreiding van nieuwe soorten in plaats van het bestrijden van reeds wijdverspreide invasieve soorten, het driejaarlijks in plaats van jaarlijks updaten van de lijst, gelegenheid om de genomen maatregelen te evalueren, en een maximale omvang van de lijst. Nederland heeft deze punten, met uitzondering van een maximaal aantal soorten op de lijst, ondersteund.

Commerciële handel in ruw ivoor

Het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk vroegen aandacht voor de dalende olifantenpopulatie als gevolg van stroperij. Zij pleitten daarbij voor een verbod op de handel in ruw ivoor binnen de EU, omdat dit een route is om illegaal ivoor wit te wassen. De Commissie brengt momenteel mogelijkheden voor gezamenlijke EU-maatregelen in kaart.

REACH review

De Commissie gaf een toelichting op de REACH-evaluatie die op de dag van de Raad werd gepubliceerd. REACH, de verordening inzake Registration, Evaluation and Authorisation of Chemicals werkt goed, en heeft veel positieve effecten gehad: er is een uitgebreide database van stoffen ontstaan, de arbeidsomstandigheden zijn verbeterd en dierproeven verminderd, het uitfaseren van zeer zorgwekkende stoffen wordt gefaciliteerd, en de transparantie in de toeleveringsketen is verbeterd. Toch zijn er ook verbeterpunten geconstateerd: registratiedossiers zijn niet altijd volledig, het autorisatieproces kan vergemakkelijkt worden, en het mkb kan beter worden ondersteund. Nederland heeft de evaluatie verwelkomd, en de Commissie om assistentie voor het mkb verzocht om de aankomende REACH-registratiedeadline op 31 mei a.s. te halen. Ook heeft Nederland de Commissie opgeroepen de fitness check van chemicaliënwetgeving naast REACH spoedig af te ronden.

Verordening CO2-normen voor personenauto’s en bestelwagens

De Commissie presenteerde het in november 2017 gepubliceerde voorstel voor CO2-normen voor personenauto’s en bestelwagens. De Commissie riep de Raad op tot een spoedige behandeling om nog binnen deze legislatuur tot een afronding van het dossier te komen. Omdat de standpunten van lidstaten uiteen lopen, lijkt dit een krap tijdspad. Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, hebben aangegeven dat het huidige voorstel onvoldoende ambitie toont. Andere lidstaten bepleitten echter terughoudendheid.

Ontwikkelingen in de IMO

De Commissie deelde informatie over de stand van zaken van de CO2-reductieonderhandelingen voor de internationale scheepvaart binnen de Internationale Maritieme Organisatie. In april 2018 zal het milieucomité van de IMO stemmen over een initiële CO2-reductiestrategie, waarbij Nederland inzet op een ambitieuze strategie. Verschillende lidstaten lieten zich echter terughoudend uit, en gaven aan dat op basis van een brede belangenafweging realistische doelen gesteld moeten worden.

Klimaatconferentie COP24 (Katowice, 3–14 december)

Polen lichtte de Milieuraad in over de voorbereidingen van COP24 die in het najaar plaats zal vinden in Katowice. Meerdere lidstaten benadrukten dat de EU tijdens deze COP een voortrekkersrol zou moeten spelen. Diverse lidstaten, waaronder Nederland, hebben aangegeven dat de Talanoa-dialoog een belangrijke rol zou moeten spelen op de COP24 en dat aanscherping van de Europese reductiedoelstelling voor 2030 essentieel is om de temperatuurdoelstelling uit het Parijsakkoord te kunnen realiseren. De Commissie werd daarnaast door meerdere lidstaten, waaronder Nederland, verzocht om begin 2019 een voorstel voor een EU-langetermijnstrategie voor klimaat te publiceren.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Naar boven