21 501-08 Milieuraad

Nr. 702 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT EN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 november 2017

Met deze brief informeren wij u over de Milieuraad die op 13 oktober jl. bijeenkwam in Luxemburg. Hier zijn algemene oriëntaties bereikt over de verdeling van de broeikasgasreductieopgave in de niet-ETS sectoren (Effort Sharing Regulation oftewel ESR) en de opname van de landgebruiksector (Land Use, Land Use Change & Forestry, oftewel LULUCF) in het EU klimaat- en energieraamwerk. Tijdens deze discussie heeft Nederland het recente klimaatrapport van de Europese Rekenkamer onder de aandacht gebracht. Hiermee beschouwt het kabinet de motie-Kröger die hierom vroeg (Kamerstuk 21 501-08, nr. 698) als afgedaan.

Daarnaast werden er Raadsconclusies aangenomen over de inzet van de EU voor de derde United Nations Environment Assembly (UNEA-3) en de klimaatconferentie COP23. Onder Diversen was er o.a. aandacht voor het Europese chemicaliënbeleid. Daar heeft Nederland de criteria voor hormoonverstorende stoffen onder de aandacht gebracht.

Reductiedoelen broeikasgasemissies niet-ETS sectoren: Effort Sharing Regulation en LULUCF

Tijdens de Milieuraad zijn, met zeer ruime meerderheden, algemene oriëntaties bereikt over de ESR en LULUCF. Ook Nederland heeft hiermee ingestemd. Hoewel de uiteindelijke teksten niet op alle punten aan de Nederlandse wensen tegemoetkomen, is dit – gezien het krachtenveld in de Raad – het best mogelijke resultaat. Samen met de algemene oriëntatie over de herziening van het ETS, die in de Milieuraad van afgelopen februari is bereikt, is er in de Raad nu overeenstemming over het pakket waarmee de EU haar 2030 (tussen)doel van ten minste 40% broeikasgasreductie ten opzichte van 1990 moet gaan waarmaken.

Effort Sharing Regulation

In de Milieuraad lagen compromisvoorstellen van het Voorzitterschap op tafel om de resterende tegenstellingen tussen lidstaten te overbruggen. Ten aanzien van de ESR spitste de discussie zich vooral toe op de grootte van de veiligheidsreserve. Lidstaten met een BBP per capita dat lager is dan het EU-gemiddelde kunnen deze reserve onder voorwaarden inzetten om te voldoen aan hun reductiedoel voor 2030. Dit kan alleen als zij hun emissies tot aan 2020 verder hebben gereduceerd dan waartoe ze verplicht zijn.

Net als een aantal andere lidstaten heeft Nederland zich tijdens de Milieuraad hard gemaakt voor behoud van ambitie in het systeem, en het beperken van de omvang van de veiligheidsreserve tot een minimum. Veel andere lidstaten pleitten echter voor meer flexibiliteit. Uiteindelijk is er in de Milieuraad besloten om de omvang van de veiligheidsreserve te verruimen tot 115 Mton (in het laatste compromisvoorstel was de omvang 100 Mton). De reserve komt echter alleen in werking indien de EU als geheel haar 2030-doel haalt, zodat het ambitieniveau is gewaarborgd.

In de discussie heeft Nederland ook het recente rapport van de Europese Rekenkamer, EU-maatregelen op het gebied van energie en klimaatverandering, onder de aandacht gebracht. Hieruit komt naar voren dat de EU méér moet doen om haar uitstoot te beperken en zich aan te passen aan klimaatverandering.

Als volgende stap start later deze maand de triloog. Nederland zal daarbij inzetten op het behoud en waar mogelijk versterken van het ambitieniveau.

LULUCF

Ten aanzien van LULUCF richtte de discussie zich vooral op de hoogte van en toegang tot de compensatiereserve. Deze is ingesteld voor het geval een lidstaat onverhoopt niet kan voldoen aan de «regel voor geen debet» die inhoudt dat de LULUCF-sector, na toepassing van de in deze verordening gespecificeerde boekhoudregels, op het grondgebied van de betreffende lidstaat niet slechter mag presteren dan in de referentieperiode. Eén lidstaat gaf aan meer mogelijkheden voor compensatie nodig te hebben om dit doel te kunnen halen, wegens zijn specifieke omstandigheden als bosrijke lidstaat. Ook wilde deze lidstaat de mogelijkheid openhouden om compensatie te kunnen krijgen voor ontbossing.

Gezien de specifieke omstandigheden van deze lidstaat is hieraan een éénmalige compensatie van 10 Mton toegekend. Wegens verzet van o.a. Nederland is hierbij geen verwijzing naar ontbossing opgenomen. Hierbij geldt overigens – net als voor de compensatiereserve – als voorwaarde dat op EU-niveau aan de «regel voor geen debet» moet worden voldaan, zodat de reserve niet ten koste gaat van het ambitieniveau.

Raadsconclusies UNEA-3

In de Milieuraad zijn Raadsconclusies vastgesteld met betrekking tot de Europese inzet voor de derde United Nations Environment Assembly (UNEA-3), die plaatsvindt van 4–6 december 2017. Aankomende UNEA staat in het teken van de aanpak van vervuiling, met als thema Towards a Pollution Free Planet.

In de Raadsconclusies wordt het thema van UNEA-3 verwelkomd. De EU-lidstaten streven ernaar dat tijdens UNEA-3 een ministeriële verklaring aangenomen wordt waarin alle VN-lidstaten zich committeren aan ambitieuze actie om vervuiling aan te pakken. De EU vraagt in het bijzonder aandacht voor de relatie tussen milieu en gezondheid en vormen van vervuiling die grote impact kunnen hebben op de volksgezondheid (bijv. bepaalde chemicaliën), luchtkwaliteit, waterkwaliteit en marien zwerfvuil.

Raadsconclusies UNFCCC klimaatconferentie COP23

De Milieuraad stelde conclusies vast ter voorbereiding van de 23e bijeenkomst van het VN-klimaatverdrag (COP23) die plaatsvindt van 6–17 november a.s. in Bonn.

In de Raadsconclusies wordt benadrukt dat de EU de mondiale inspanningen om klimaatverandering te bestrijden zal blijven leiden. Ook worden de EU en haar partners opgeroepen om tijdens COP23 voortgang te boeken met de implementatie van de Overeenkomst van Parijs en duidelijkheid te bereiken over hoe de Faciliterende Dialoog in 2018 gehouden zal worden.

Tevens verwelkomen de Raadsconclusies de voortgang bij de implementatie van de Nationally Determined Contribution (NDC) van de EU en het feit dat de EU op schema ligt voor het behalen van haar 2020 doelstelling (20% minder uitstoot van broeikasgassen t.o.v. 1990) en deze naar verwachting zelfs zal overtreffen. Alle landen worden opgeroepen verder te gaan met het implementeren van hun NDC, waarbij met name de inspanningen en acties van G20 landen van kritisch belang zijn. Hierbij wordt ook gewezen op het groeiende belang van de bijdragen en actie door niet-statelijke actoren in het kader van de Global Climate Action Agenda.

De Raadsconclusies onderstrepen ook het belang van het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) bij het verlenen van de wetenschappelijke basis voor de implementatie van de Overeenkomst van Parijs. Het IPCC zal in oktober 2018 een speciaal rapport over 1,5 graden opwarming publiceren dat moet bijdragen aan de discussies tijdens de Faciliterende Dialoog in 2018.

Diversen

Chemicaliënbeleid

Frankrijk, Italië en Luxemburg vroegen aandacht voor het Europese chemicaliënbeleid. Zij riepen de Commissie op om uiterlijk in 2018 met een strategie te komen om de blootstelling van Europese burgers aan chemicaliën te beperken. Daarnaast vinden deze lidstaten dat het Europese Chemicaliënagentschap (ECHA) en de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) studies kunnen uitvoeren naar de veiligheid van bepaalde chemicaliën, los van het onderzoek dat hierover verplicht door de industrie wordt uitgevoerd.

Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, sprak zijn steun uit voor het versterken van het Europese chemicaliënbeleid. Ook heeft Nederland aandacht gevraagd voor hormoonverstorende stoffen en aangegeven dat nu het EP de criteria voor gewasbescherming heeft verworpen, de Commissie de gelijksoortige criteria voor de biocidenverordening ook moet herzien.

Terugkoppeling bijeenkomsten Aarhus Verdrag en PRTR Protocol

Van 11 tot 15 september jl. vonden in Budva (Montenegro) achtereenvolgens bijeenkomsten van het Aarhus Verdrag inzake toegang tot de rechter in milieuaangelegenheden en het Pollutant Release and Transfer Register (PRTR Protocol) plaats. Daarnaast vond er een gezamenlijke high-level bijeenkomst plaats. De Commissie en het Voorzitterschap gaven een korte terugkoppeling van deze bijeenkomsten.

Tijdens de bijeenkomst van het Aarhus Verdrag is onder andere het werkplan voor 2018–2021 aangenomen, zijn er nieuwe kandidaten voor het nalevingscomité gekozen en zijn er besluiten en aanbevelingen van het nalevingscomité aangenomen. Tijdens de high-level bijeenkomst werd The Budva Declaration on Environmental Democracy for Our Sustainable Future aangenomen door de Partijen. Tijdens de PRTR-bijeenkomst zijn de uitdagingen en mogelijkheden besproken met betrekking tot de uitvoering van dit Protocol.

In de terugkoppeling kwam ook ter sprake dat de nalevingszaak van de EU is uitgesteld tot de volgende bijeenkomst van het Aarhus Verdrag, in 2021. Het nalevingscomité van het Aarhus Verdrag is van mening dat de EU onvoldoende effectieve rechtsmiddelen aan particulieren en ngo’s biedt om op te komen tegen maatregelen van EU-instellingen die in strijd met het milieurecht kunnen zijn. Tijdens de bijeenkomst is het niet gelukt een besluit te nemen over deze zaak. Het Voorzitterschap, de Commissie en enkele lidstaten gaven aan dat er komende tijd stappen gezet moeten worden om de naleving door de EU van het Aarhus Verdrag te verbeteren.

COP1 Minamata Verdrag

De Commissie en het Voorzitterschap gaven een terugkoppeling van de eerste bijeenkomst van Partijen (COP1) van het Minamataverdrag inzake kwik, die van 23 t/m 29 september jl. plaatsvond in Genève. De bijeenkomst richtte zich op het operationeel maken van het verdrag. Nederland leidde op verzoek van de COP-voorzitter tezamen met Ghana de discussies over de financiering en het budget van het verdrag.

COP13 VN Verwoestijningsverdrag

Het Voorzitterschap en de Commissie verzorgden een terugkoppeling van de dertiende bijeenkomst (COP13) van het VN Verwoestijningsverdrag (UNCCD). Tijdens deze bijeenkomst is er een nieuw strategisch raamwerk aangenomen voor de periode 2018–2030 waarin Partijen hun inzet bevestigen om Land Degradation Neutrality (LDN) te bereiken. Dit houdt in dat het aandeel aan productief en gezond land gelijk blijft of toeneemt. Ook was er tijdens de bijeenkomst veel aandacht voor verwoestijning als grondoorzaak van migratie.

Integrale Nationale Energie- en Klimaatplannen

Binnen het EU klimaat- en energiepakket voor 2030 moeten de EU-lidstaten een Integraal Nationaal Energie- en Klimaatplan (INEK) opstellen. Daarnaast moeten partijen onder de Overeenkomst van Parijs een langetermijnstrategie voor emissiereductie opstellen. Luxemburg riep tijdens deze Milieuraad op tot betere coherentie en coördinatie bij het opstellen door de EU-lidstaten van enerzijds de INEKs en anderzijds de langetermijnstrategieën. Daarnaast zijn de richtlijnen voor de langetermijnstrategieën volgens Luxemburg niet helder genoeg, waardoor de kwaliteit, transparantie en vergelijkbaarheid in gevaar komt. Hier zou volgens Luxemburg een goed format voor ontwikkeld moeten worden.

Een aantal lidstaten steunde de oproep van Luxemburg. De Commissie gaf aan dat de deadlines voor de verschillende plannen niet helemaal gelijkgetrokken kunnen worden. Wel wil de Commissie bezien hoe de transparantie en kwaliteit van de langetermijnstrategieën verbeterd kunnen worden.

Samenwerking EU-China op watergebied

De Commissie gaf een update over de samenwerking tussen de EU en China op het gebied van water. Op 21–22 september jl. organiseerde Finland de China Europe Water Platform High Level Conference, met hoogambtelijke vertegenwoordiging uit EU-lidstaten (inclusief drie Ministers en de Europese Commissaris voor Milieu, Maritieme Zaken en Visserij) en de Chinese Minister van Waterbronnen. Hier vond ook een bedrijvensessie plaats met een groot aantal Europese en Chinese bedrijven uit de watersector.

Ratificatie Kigali amendement

Het VK vroeg aandacht voor het Kigali amendement voor het wereldwijd terugbrengen van HFK-gassen, die een zeer sterk opwarmend effect hebben op het klimaat. Het VK riep lidstaten op om vóór november 2017 te ratificeren, wanneer de 30e verjaardag van Montréal Protocol voor bescherming van de ozonlaag wordt gevierd. Hiermee kan de EU haar leiderschap op het gebied van klimaat tonen.

Alle lidstaten en de Europese Commissie willen snel ratificeren, maar in veel lidstaten lopen nog nationale processen. Nederland kan waarschijnlijk pas begin volgend jaar ratificeren. Het Kigali amendement is recent voor goedkeuring aan de Staten-Generaal verzonden.

Seminar Science for Peace the World Over

Polen gaf een terugkoppeling van de 50e editie van het internationale seminar Science for Peace the World Over.

Deze bijeenkomst vond van 18–24 augustus jl. plaats in Erice (Italië) en draaide om de samenwerking tussen overheden en wetenschappers bij mondiale kwesties, zoals klimaatverandering, verwoestijning en duurzame ontwikkeling.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Naar boven