21 501-07
Raad voor Economische en Financiële Zaken

nr. 656
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 april 2009

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofin van 4 en 5 mei 2009 te Brussel.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

De minister van Financiën,

W. J. Bos

Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofin Raad van 4 en 5 mei 2009

Economische situatie en financiële situatie

Document: n.v.t.

Aard bespreking: discussie

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

Tijdens dit agendapunt zal er gediscussieerd worden over de situatie op de financiële markten en de effecten van de huidige crisis op de reële economie. Ook zullen tijdens dit agendapunt de Voorjaarsvoorspellingen van de Europese Commissie worden gepresenteerd die op 4 mei a.s. uitkomen.

Op 7 april zijn de definitieve groeicijfers van het vierde kwartaal van het eurogebied bekend gemaakt. Het eurogebied kromp in het laatste kwartaal van 2008 gemiddeld met 1,6% tov het kwartaal ervoor. Duitsland kromp in deze periode met 2,1%, Frankrijk met 1,1% en Nederland met 1%. Ook de vooruitzichten zijn somber. In een recent OESO rapport wordt voor 2009 in het eurogebied een krimp van het BBP van 4,1% geraamd.

De inflatie is vanwege de lage economische groei de afgelopen maanden snel gedaald. In de VS is in maart de inflatie voor het eerst negatief uitgekomen; 0,4% op jaarbasis. In maart is de inflatie in het eurogebied slechts met 0,6% tov een jaar eerder toegenomen. De inflatie in Nederland kwam in maart op 1,8% op jaarbasis. Een verklaring voor de relatief hoge inflatie in Nederland is de vertraagde doorwerking van de olieprijsdaling op de energieprijzen, omdat de energieprijzen op slechts twee momenten in het jaar worden bijgesteld.

De werkloosheid is eind februari in het eurogebied uitgekomen op 8,5%. Nederland noteerde toen de laagste werkloosheid binnen het eurogebied, namelijk 2,7%. Echter, de werkloosheid in Nederland is in april volgens het CBS opgelopen tot 4,4%.

De OESO gaat uit van de een sterkere afname van de wereldhandel (– 13,8%) in 2009. De ontwikkeling van de wereldhandel is voor Nederland erg belangrijk, omdat een groot deel van onze economie draait op export. Nederland is momenteel, na Duitsland, de grootste exporteur binnen het eurogebied. Het volume van de Nederlandse export is in januari met 14% gedaald tov een jaar eerder, zo meldt het CBS.

Een ander effect van de crisis is een vlucht naar relatief veilige valuta. Sinds september 2008 zijn de U.S. dollar, de euro en de Yen in waarde gestegen. Ook valuta gekoppeld aan de dollar, zoals de Chinese Renminbi, hebben aan waarde gewonnen. Valuta van opkomende economieën met een flexibele wisselkoers zijn in waarde gedaald.

De situatie op de financiële markten lijkt zich de laatste tijd iets positiever te ontwikkelen. De beurzen laten de laatste weken een positieve trend zien; de AEX-index is sinds 26 maart met meer dan 10 punten gestegen naar 236. Met name in de bankfondsen zijn de koersen gestegen en de gepercipieerde risico’s gedaald. Het geldmarktrisico wordt momenteel lager ingeschat.

Deze positieve signalen zijn geen garantie voor langdurig herstel op de financiële markten. Er is nog steeds een aantal banken dat staatssteun nodig blijkt te hebben en verschillende financiële instellingen hebben de afgelopen tijd negatieve resultaten gepresenteerd. Hieruit blijkt dat er nadrukkelijk aandacht voor herstel van het functioneren van de financiële sector noodzakelijk blijft.

Kwaliteit en houdbaarheid van de overheidsfinanciën

Document: Nog niet beschikbaar

Aard bespreking: Aannemen raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting:

De Ecofin Raad zal naar verwachting raadsconclusies aannemen over het belang van houdbaarheid en kwaliteit van overheidsfinanciën. In de huidige tijden van economische crisis is het belangrijk om ook de lange termijn houdbaarheid en de kwaliteit van de overheidsfinanciën niet uit het oog te verliezen. De urgentie om structurele hervormingen door te voeren die deze aspecten ondersteunen en daarmee de solidariteit tussen generaties waarborgen is groot. Het verbeteren van de lange termijn houdbaarheid en de kwaliteit van de overheidsfinanciën vormt daarmee een cruciaal onderdeel van de beleidsreactie op de crisis en van de noodzaak voor een geloofwaardig herstel richting gezonde overheidsfinanciën. De Europese Commissie zal in het kader hiervan naar verwachting in mei het nieuwe vergrijzingrapport, («The ageing report») publiceren, dat zal dienen als de basis voor toekomstig werk met betrekking tot de houdbaarheid van overheidsfinanciën. Ten aanzien van de kwaliteit van overheidsfinanciën wordt momenteel in Brussel bekeken of deze dimensie kan worden geïntegreerd in de Lissabonstrategie na 2010.

Vijf jaar na EU-uitbreiding

Document: Raadsconclusies, nog niet beschikbaar.

Aard bespreking: Aanname Raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting

In diverse raden is het onderwerp «vijf jaar EU-uitbreiding» de afgelopen maanden besproken (inclusief in de informele Ecofin Raad). Dit gebeurde aan de hand van een rapport van de Commissie en een notitie van het voorzitterschap. Ook is er in Praag een conferentie geweest over diverse (economische) aspecten van de laatste uitbreidingsrondes. De Ecofin Raad zal nu raadsconclusies aannemen over «vijf jaar EU-uitbreiding». Deze conclusies richten zich zowel op de positieve kanten en het economisch succes van de uitbreiding van de EU, als op de economische uitdagingen voor de toekomst.

Herziening richtlijnen 92/79/EEG, 92/80/EEG en 95/59/EEG (structuur en tarieven van de accijns op tabaksproducten)

Aard bespreking: politiek akkoord

Besluitvormingsprocedure: Raad: eenparigheid. EP: raadpleging.

Toelichting:

Het Tsjechische voorzitterschap heeft het richtlijnvoorstel «herziening richtlijnen 92/79/EEG, 92/80/EEG en 95/59/EEG» geagendeerd. Het richtlijnvoorstel voorziet in een aantal belangrijke wijzigingen van deze richtlijnen over de structuur en tarieven van de accijns op tabaksproducten, teneinde de bestaande voorschriften te moderniseren, te vereenvoudigen en gezondheidsoverwegingen beter in het beleid te integreren. Het Tsjechische voorzitterschap streeft naar een politiek akkoord. Het merendeel van de technische wijzigingen met betrekking tot de structuur is voor Nederland aanvaardbaar. De verwachting is echter niet dat lidstaten al compromisbereid zijn, aangezien er geen overeenstemming is over de hoogte van de accijnstarieven. De Nederlandse inzet is gericht op het verhogen van de Europese minimumtarieven van de accijns op tabak teneinde meer harmonisatie te bewerkstelligen. Echter, veel Oost-Europese lidstaten zijn nog tot eind 2010 bezig om hun accijns te verhogen tot de huidige minimumtarieven. Voor hen is het moeilijk om de tarieven ook daarna sterk te verhogen, gezien de lage prijzen van tabak buiten de EU en illegale handel en namaak. Nederland steunt de voorgestelde overgangsperiodes voor deze lidstaten, maar is ongelukkig met de verlaging van het ambitieniveau voor de nieuwe minimumtarieven zoals voorgesteld door het Tsjechische voorzitterschap. Nederland vindt het politiek moeilijk te accepteren dat meerdere lidstaten die het Commissie voorstel voor verhoging van de tabaksaccijns te ambitieus vinden, wel tegelijkertijd grote financieringstekorten hebben, en dat enkele van deze lidstaten zelfs grote financiële steun hebben ontvangen, ook van andere lidstaten.

De «Good Governance» bepaling op het gebied van belastingzaken

Aard bespreking: presentatie van de Europese Commissie

Besluitvormingsprocedure: Unanimiteit

Toelichting:

In het kader van de bestrijding van belastingontduiking, witwaspraktijken, corruptie en de financiering van terrorisme streeft de Europese Commissie bij het onderhandelen van associatieakkoorden tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en derde landen anderzijds naar het opnemen van een bepaling over zogenoemde «good governance» op het gebied van belastingzaken. Deze bepaling ziet op het naleven van de beginselen van transparantie, uitwisseling van informatie en eerlijke belastingconcurrentie. Nederland onderschrijft een dergelijke bepaling met de opmerking dat er tevens rekenschap wordt gegeven van het feit dat belastingen – ook op het terrein van «good governance» – tot de bevoegdheid van de Lidstaten behoren. De Commissie is voornemens een presentatie te geven tijdens de Ecofin Raad over het promoten van deze bovengenoemde bepaling.

Voorontwerp Begroting 2010

Document: Nog niet beschikbaar. Het document wordt begin mei verwacht.

Aard bespreking: presentatie door Commissie

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Commissie zal het Voorontwerp voor de EU-begroting 2010 presenteren aan de Ecofin Raad. Met de presentatie door de Commissie gaat de reguliere begrotingsprocedure van start. De Raad zal in juli in eerste lezing de Ontwerpbegroting vaststellen. Vervolgens zal de eerste lezing door het Europees Parlement plaatsvinden in september/oktober, waarna de tweede lezing door de Raad plaatsvindt in november. Door middel van conciliatie proberen Raad en Europees Parlement dan een globaal akkoord te sluiten. In december wordt de begroting na een tweede lezing van het Europees Parlement vastgesteld. Nederland vindt het belangrijk dat in het voorontwerp voor de EU-begroting de afspraken omtrent de Financiële Perspectieven worden gerespecteerd.

Credit Rating Agencies

Document: Voorstel inzake Verordening Credit Rating Agencies, nog niet beschikbaar

Aard bespreking: Aannemen voorstel Verordening

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid.

Toelichting:

Hoewel er op het moment van schrijven nog wordt onderhandeld, is de verwachting dat voor de Ecofin Raad een compromis zal worden bereikt t.a.v. de Credit Rating Agency verordening. Tijdens het AO Ecofin is een nadere toelichting voorzien over de stand van zaken van het dossier.

Capital Requirements Directive

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: Aannemen voorstel tot wijziging (A-punt)

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid

Toelichting

Naar aanleiding van de kredietcrisis wordt de kapitaaleisen richtlijn op meerdere onderwerpen aangescherpt. Deze wijzigingen bevinden zich thans in een afrondende fase en zijn gericht op het aanscherpen en verbeteren van ondermeer; het liquiditeitstoezicht, de grote posities, hybride kapitaalsinstrumenten, securitisaties en het toezicht op bijkantoren.

In Europees verband heeft de discussie zich met name geconcentreerd op deze laatste twee onderwerpen, te weten: securitisaties en het toezicht op bijkantoren. Op het vlak van securitisaties is de aanpassing van de richtlijn gebaseerd op twee onderdelen; kwantitatieve eisen en kwalitatieve eisen. De kwantitatieve eis stelt dat een securitiserende instelling (originator) verplicht wordt om vijf procent van de securitisatie op de balans te houden, om hiermee de belangen tussen originator en investerende instelling (investor) gelijk te trekken. Daarnaast stellen de kwalitatieve eisen extra voorwaarden aan de kwaliteit van de informatie-uitwisseling tussen de originator en de investerende instelling.

Achtergrond van de wijzigingen op het gebied van toezicht op bijkantoren was het gebrek aan informatie bij toezichthouders van bijkantoren. Dit beperkt de mogelijkheden van de toezichthouder om zijn taken uit te oefenen en kan tijdens een crisis grote gevolgen hebben voor de financiële stabiliteit. De aanpassingen hebben ten doel om de informatie-uitwisseling en samenwerking tussen toezichthouders te versterken, zowel in normale omstandigheden als in crisissituaties. Om samenwerking te versterken, worden in de kapitaaleisenrichtlijn colleges of supervisors geïntroduceerd waarin toezichthouders van een grensoverschrijdende onderneming informatie uitwisselen en samenwerken. Omdat het belangrijk is om toezichthouders verder te laten kijken dan de nationale belangen, moet op grond van deze richtlijn het mandaat van toezichthouders worden uitgebreid met een EU-dimensie. In de voorstellen is een belangrijke rol voor het Committee of European Banking Supervisors (CEBS) weggelegd om de convergentie van het toezicht te verbeteren. In het richtlijnvoorstel is aangegeven dat de aanpassingen die nu worden gedaan op het gebied van toezicht niet het eindstation zijn. De komende tijd zal verder worden nagedacht over de vormgeving van het toezicht.

E-money directive

Document: Voorstel voor een richtlijn inzake E-money, nog niet beschikbaar

Aard bespreking: Aannemen voorstel Verordening (A-punt)

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid.

Toelichting:

De nieuwe E-money-richtlijn is een hamerstuk op de agenda van de Ecofin Raad. Het Europees Parlement stemt rond 22 april over de Richtlijn.

De richtlijn is heronderhandeld, mede naar aanleiding van een evaluatie van de oude richtlijn. In de evaluatie is gebleken dat het voor nieuwe elektronischgeldinstellingen lastig is om de markt te betreden, onder meer vanwege hoge kapitaalseisen.

In de nieuwe richtlijn zijn de kapitaalseisen naar beneden bijgesteld naar 350 000 euro. Verder is de reikwijdte van de richtlijn wat helderder omschreven. De lagere kapitaalseisen (en hierdoor wellicht een betere toegankelijkheid van de markt voor nieuwe elektronischgeldinstellingen) worden gecombineerd met een verlaging van de grens waarboven vergunningplicht ontstaat (dus: een inperking van de bestaande vrijstelling). Dit zorgt ervoor dat nieuwe elektronischgeldinstellingen weliswaar eenvoudiger de markt kunnen betreden, maar tegelijkertijd sneller vergunningplichtig worden.

Solvency II

Document: Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf – Solvency II (http://ec.europa.eu/internal_ market/insurance/docs/solvency/proposa_en.pdf)

Aard bespreking: Aannemen voorstel Verordening (A-punt).

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid.

Toelichting:

In de Ecofin Raad wordt de voor Nederland zeer belangrijke Solvency II richtlijn aanvaard. Dankzij jarenlange Nederlandse inspanning is de richtlijn uitgerust met een belangrijke vernieuwing: groepstoezicht. Hiermee wordt grensoverschrijdend toezicht op verzekeringsgroepen mogelijk. Ook leidt de richtlijn tot meer risicogeoriënteerd toezicht omdat waardering op marktwaarde overeind blijft.

Ook zijn – dankzij de inspanningen van Nederland – pensioenfondsen van de richtlijn uitgezonderd.

Sinds het begin van de onderhandelingen over Solvency II in 2000 heeft Nederland er op aangedrongen dat groepstoezicht op verzekeringsgroepen mogelijk moet zijn en dat er een meer risicogeoriënteerd toezicht moet zijn. Verzekeraars worden vanaf de implementatie van Solvency II beter beoordeeld op de daadwerkelijke risico’s die zij lopen.

Dat het nu – nog voor het EP aftreedt – tot een compromis is gekomen, is mede te danken aan Nederland. Nederland heeft begin dit jaar een compromispaper naar het Voorzitterschap en de lidstaten gestuurd. Dit voorstel is overgenomen en voorziet in:

1) Samenwerkingsbepalingen tussen toezichthouders

2) Uitzondering voor pensioenfondsen. Dus: geen Solvency II voor pensioenfondsen.

3) Waardering op marktwaarde: verzekeraars worden beoordeeld op de werkelijke risico’s die zij lopen.

Graag had Nederland gezien dat de groeptoezichthouder ook het laatste woord zou hebben bij de vaststelling van de add on en het herstelplan. Dat bleek helaas nog één brug te ver. Er is echter goed nieuws: de richtlijn bevat een review clause: over drie jaar kan het model «full fledged» worden ingevoerd. Al met al is dit – ook t.o.v. Basel II – een grote stap vooruit. Voor het eerst bevat een richtlijn samenwerkingsbepalingen tussen nationale toezichthouders.

Verordening voor grensoverschrijdende betalingen in de EU

Document: Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council on cross-border payments in the Community, nog niet beschikbaar.

Aard bespreking: Aannemen voorstel Verordening (A-punt).

Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid

Toelichting:

Via het compromis over grensoverschrijdende betalingen in de EU wordt de zogenaamde Bolkestein verordening (Vo 2560 met als kernbepaling dat grensoverschrijdende betalingen niet duurder mogen zijn dan nationale betalingen) aangepast. De verordening wordt in lijn gebracht met het jargon van de in 2007 aangenomen Payment Services Directive (PSD, Betaaldiensten Richtlijn) en tevens wordt de verordening uitgebreid tot incasso’s, die vanaf 1 november 2009 ook grensoverschrijdend mogelijk zijn. Nederland kan instemmen met dit compromisvoorstel omdat dit een logisch gevolg is van de ontwikkelingen met betrekking tot het Europese betalingsverkeer (PSD en SEPA). Bovendien borgt het voorstel een aantal belangrijke voorwaarden om de ontwikkeling van één Europese betaalmarkt (SEPA, Single Euro Payment Area) tot een succes te maken.

Naar boven