21 501-07
Ecofin-Raad

25 349
Wijziging van de Wet op de accijns

nr. 194
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 28 augustus 1997

De algemene commissie voor Europese Zaken1 en de vaste commissie voor Financiën2 hebben op 24 juni 1997 overleg gevoerd met minister Zalm en staatssecretaris Vermeend van Financiën over:

– verslag van de Ecofin-raad van 9 juni 1997;

– onderdeel EMU en bijlage I (resoluties inzake stabiliteit, groei en werkgelegenheid) van de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Amsterdam d.d. 16 en 17 juni 1997;

– de gevraagde reactie inzake wetsvoorstel 25 349 (wijziging van de Wet op de accijns).

Van het gevoerde overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.

Verslag van de Ecofin-raad van 9 juni 1997

Onderdeel EMU en bijlage I (resoluties inzake stabiliteit, groei en werkgelegenheid) van de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Amsterdam d.d. 16 en 17 juni 1997

Vragen en opmerkingen uit de commissies

De heer Van der Ploeg (PvdA) feliciteerde de minister van Financiën met de geslaagde Top in Amsterdam waar het Stabiliteitspact is veiliggesteld. Het verheugde hem, dat ook de minister van Financiën zich bezig heeft gehouden met het bevorderen van de werkgelegenheid.

De onafhankelijkheid van de Europese Centrale bank met als voornaamste doelstelling prijs- en wisselkoersstabiliteit is gegarandeerd. Er worden straks niet te veel euro's gedrukt om leuke dingen voor de mensen te doen. Geldt voor de euro wat zich in Engeland heeft voorgedaan, namelijk het inzetten van het rentewapen (instrumentonafhankelijkheid)? Wordt de waarde van de euro bepaald door de politiek?

Hij wilde graag weten wat de politieke betekenis is van de zinsnede – waaraan hij zich overigens gecommitteerd voelt – in het Stabiliteitspact : «Het pact heeft absoluut geen gevolgen voor de eisen inzake de deelname aan de derde fase van de EMU, noch in de kopgroep noch op latere datum.» In mei 1998 als wordt besloten welke landen mee mogen doen met de EMU, wordt gekeken naar de criteria van het Verdrag van Maastricht die afwijken van die in het Stabiliteitspact. Sluit bovengenoemde zinsnede aan bij de woorden van de minister-president dat geen rekenmachines worden gehanteerd? Wat moet worden verstaan onder een ernstige recessie, in welk geval de buitensporigtekortprocedure niet in werking treedt? Wat betekent «Het gaat in de regel om een daling van het reële bruto binnenlands product van minstens 0,75% per jaar»?

De heer Van der Ploeg vond het belangrijk dat de resolutie over de werkgelegenheid prioriteit geeft aan scholing en opleiding, flexibiliteit van arbeidsmarkten, sociale zekerheid en verdere vervolmaking van de interne markt. Hij vond het jammer en een gemiste kans dat geen keiharde afspraken zijn gemaakt over coördinatie van het economisch beleid en de kanteling van de belastingdruk in Europees verband (lagere druk op arbeid en een hogere druk op vervuilende activiteiten). Vanwege beleidsconcurrentie kan de druk op arbeid steeds hoger worden en die op vervuilende activiteiten steeds lager. Nederland zal er tijdens de Top in Luxemburg keihard voor moeten knokken een beweging in die richting te maken en er verder voor moeten zorgen dat forse stappen worden gezet in de richting van een verlaging van de indirecte arbeidskosten waarover geen harde afspraken zijn gemaakt. Hij toonde zich erover verheugd dat ook de heer De Korte wil knokken voor Europese werkgelegenheid.

Hij vroeg naar de interpretatie van de minister van de vrijwilligheid van de EMS II, waarin niet de ecu, maar de euro de spil is.

Ten slotte signaleerde de heer Van der Ploeg grote gevaren bij uitstel van de euro, niet alleen om puur bedrijfseconomische redenen. Het proces van de Europese integratie wordt dan tien jaar teruggezet. Verder ontstaat te weinig draagvlak voor een gemeenschappelijke aanpak van de criminaliteit, het gemeenschappelijk vredesbeleid, milieubeleid en werkloosheidsbeleid. Ook de reacties van de financiële markten moeten niet worden onderschat. Hij vreesde een flinke appreciatie van de gulden bij uitstel van de euro wat ten koste gaat van de concurrentiepositie en dus van de werkgelegenheid. Dit alles laat onverlet dat de criteria van het Verdrag van Maastricht niet mogen worden versoepeld.

De heer Ybema (D66) uitte waardering aan het adres van de minister van Financiën voor de goede voorbereiding van de Top van Amsterdam.

Wat is de appreciatie van de minister van de opstelling van de Franse regering ten aanzien van het Stabiliteitspact? In de discussie over de Europese integratie is het aspect van de werkgelegenheid van belang voor het evenwicht tussen het economisch-monetaire en het sociale. Het is voor een deel beeldvorming, maar in deze politieke discussie is die buitengewoon belangrijk. Voorkomen moet worden dat de resolutie over de werkgelegenheid een mooie tekst op papier blijft. Wat is de meerwaarde ten opzichte van politieke lippendienst? Hoewel flexibilisering van de arbeidsmarkt en modernisering van het socialezekerheidsstelsel nationaal moeten worden ingevuld, is het wel belangrijk dat de lidstaten dit met elkaar uitspreken.

Wat zijn de hoofdlijnen van de Nederlandse regering bij de Top in Luxemburg over de werkgelegenheid?

Wat ERM II betreft, zal het Europees monetair instituut een overeenkomst opstellen inzake de operationele aspecten ervan die door de ECB en de nationale centrale banken zal worden aangenomen. Wat gaat achter deze korte cryptische mededeling in het verslag van de Ecofin-raad schuil? Heeft het te maken met de vaststelling van de waarde van de euro, de keuze van het moment?

De heer Ybema kreeg langzamerhand wat moeite met de zich steeds herhalende discussie over de voortgang van de EMU en het percentage van 3. Hij toonde zich verrast door de houding van de VVD, die voor een motie van het CDA heeft gestemd waarin nog eens aan de regering wordt gevraagd om zich te houden aan een correcte toepassing van de convergentiecriteria. De VVD-minister houdt zich correct aan de afspraken van Maastricht.

Ten slotte vroeg hij aandacht voor de voorlichting over het EMU-proces aan de burgers bij wie vele vragen ontstaan. In dit verband wees hij op de zijns inziens zeer verkeerde uitspraken van de pensioenfondsen, dat in verband met de invoering van de euro met forse premiestijgingen rekening moet worden gehouden. Het europlatform dient extra aandacht te besteden aan correcte feitelijke informatie.

De heer Terpstra (CDA) verduidelijkte, dat het CDA de zo-even genoemde motie heeft ingediend om een einde te maken aan de sluimerende onzekerheid bij de burgers.

Hij sloot zich aan bij de waarderende woorden aan het adres van de minister in verband met de voorbereiding van de Top in Amsterdam.

De onafhankelijkheid van de Europese centrale bank zag hij als de kern van de euro.

Naast de EMU kunnen sociaal beleid, werkgelegenheid en milieu als bouwstenen van het Europese huis worden gezien. Wordt in het kader van de werkgelegenheid gedacht aan Europese programma's? Als het louter en alleen gaat om harmonisatie en van elkaar leren, dan hoeft het geen Europees geld te kosten. Bestaat er een relatie tussen tegenvallende meevallers in Nederland en de begroting van de EU?

Wat moet worden verstaan onder het nader onderzoek dat wordt verricht naar de coördinatie van de economische politiek en het wisselkoersbeleid? Geldt het alleen voor de deelnemers aan de euro of voor iedereen?

Hij had met belangstelling kennis genomen van de waardevolle woorden die aan het poldermodel zijn gewijd.

De heer Terpstra toonde zich geen voorstander van uitstel van de euro, omdat de nadelen van uitstel groter zijn dan de voordelen van de invoering.

Wat het verslag van de Ecofin-raad betreft, wilde hij weten waarover verschil van mening bestaat, als het gaat om de richtsnoeren voor financiële correcties in het kader van de fraudebestrijding.

Ten slotte had hij er met belangstelling kennis van genomen dat het goed gaat met Ierland.

De heer Hoogervorst (VVD) dankte de nieuwe Franse regering die met haar obstructie de minister in de gelegenheid stelde de Top in Amsterdam een zekere glans te geven. Ook complimenteerde hij minister Melkert met diens complimenten aan de minister van Financiën.

Hoofdpunt van de resolutie over stabiliteit en groei is dat er begrotingsevenwicht is of dat het tekort wordt omgezet in een overschot. Hij was ervan overtuigd dat in het volgende regeerakkoord over een tekort van maximaal 1% zal worden gesproken.

Een ander hoofdpunt is dat overschrijding van het criterium van 3% alleen maar toelaatbaar is bij een negatieve groei van minimaal 0,75%. Kan een lidstaat die hiermee wordt geconfronteerd te maken krijgen met de buitengewoontekortprocedure?

Verscherping van de sanctieprocedure achtte de heer Hoogervorst een winstpunt hoewel het een beslissing is met vele politieke momenten.

Het toevoegen van een paragraaf over de werkgelegenheid aan het Stabiliteitspact had voor hem niet gehoeven, hoewel sommige passages – onder meer modernisering van het socialezekerheidsstelsel – zo uit het verkiezingsprogramma van de VVD hadden kunnen worden gehaald. Het is een betrekkelijk kosteloos compromis geworden. Als de Europese investeringsbank in de toekomst een vervangende rol kan spelen voor de subsidiestroom in Europa dan is sprake van reële winst.

Hij meende dat de juridische afdwingbaarheid van het Stabiliteitspact niet erg groot is en dat het op geloofwaardigheid aankomt. Het is in dat verband van eminent belang dat het toelatingsexamen tot de EMU scherp wordt toegepast. Hij vroeg een reactie van de minister op de uitspraak van de heer Duisenberg dat 3,2% ook nog wel goed is. Naar aanleiding van een interruptie zei de heer Hoogervorst, dat hij de kieren in het Verdrag van Maastricht zoveel mogelijk wil dichten, dit in tegenstelling tot de heer Van der Ploeg, die de deur zo wijd mogelijk open wil doen.

De heer Van Middelkoop (GPV) herinnerde eraan dat hij al tijdens het debat over de goedkeuring van het Verdrag van Maastricht waarschuwde voor gedwongen integratie op het gebied van begrotingsbeleid, socialezekerheidsbeleid, economisch beleid, enz. Al deze zaken worden nu in de resoluties over groei en werkgelegenheid genoemd, waarin onder meer gesproken wordt over een duurzame convergentie van het begrotingsbeleid, een aanhoudende convergentie van economische prestaties en modernisering van het socialezekerheidsstelsel. Hebben resoluties en pact bij elkaar niet de grondslag gelegd voor een Europese economische regering? Hij gaf de minister overigens wel een compliment voor het feit, dat hij het Stabiliteitspact er ongeschonden door heeft gekregen.

In de resolutie staat dat het belastingstelsel en het socialezekerheidsstelsel werkgelegenheidsvriendelijker moeten worden gemaakt. Heeft dit een programmatische betekenis voor het Nederlandse beleid?

Hoe is de verhouding tussen de Raad en de Economische investeringsbank? Wat verandert er reëel in het handelen van die bank?

Terzake van het Stabiliteitspact sloot de heer Van Middelkoop zich aan bij de vragen van de heer Hoogervorst over de uitspraken van de heer Duisenberg. In de Franse pers is gesuggereerd dat het helemaal niet zeker is dat de heer Duisenberg president wordt van de Europese centrale bank. In Dublin is afgesproken dat hij als president van het Europees monetair instituut wordt benoemd. Staat er in dit kader iets op papier?

Hij sloot zich aan bij de vragen van de heer Ybema over de uitspraken van de pensioenfondsen.

Hij constateerde behoorlijke verschillen tussen Dublin en Amsterdam. Terzake van de buitensporigtekortprocedure en het niet opleggen van een sanctie spreekt Dublin over ongewone gebeurtenissen of een ernstige economische neergang. Amsterdam spreekt uitsluitend over een ernstige recessie. Wat is nu waar? In Dublin wordt gezegd dat geen boete wordt opgelegd, als sprake is van 2% daling van het reëel BBP. Amsterdam spreekt over 0,75%.

Hij stelde vast dat er nog altijd geen duidelijkheid is over de bestemming van de boetes. In Dublin is afgesproken dat het niet mag leiden tot een stijging van de communautaire uitgaven.

Verder benadrukte de heer Van Middelkoop dat het pact een sterke politieke afspraak is tussen de lidstaten van de EU. Het heeft geen verdragskarakter en behoeft dan ook geen parlementaire goedkeuring. Waarom is het nodig het parlement te ontlopen? Het pact bevat een aantal materiële aanvullingen en uitwerkingen van in het bijzonder artikel 104C van Maastricht (buitensporigtekortprocedure) die dezelfde status hebben als de geldende verdragsteksten van Maastricht waaraan wel parlementaire goedkeuring is gegeven. Waarom dan niet voor die specificaties?

Anders dan Maastricht specificeert Amsterdam in het kader van de boete de delictsomschrijving. Naar analogie van het nationaal strafrecht – voor elke straf een wettelijke basis – kan worden gesteld dat een verdragsstatus zeker moeten gelden voor die specificaties. Het is te gek dat de Kamer geen goedkeuring kan geven aan een afspraak op grond waarvan Nederland later een boete kan worden opgelegd.

Antwoord van de regering

De minister van Financiën dankte de leden voor de waarderende woorden inzake de Top van Amsterdam.

Hij wees erop dat het niet ongebruikelijk is dat een minister van Financiën zich met werkgelegenheid bezighoudt. In Amsterdam zijn globale richtsnoeren vastgesteld, die een uitvoerige werkgelegenheidsparagraaf bevatten. De strekking van de resolutie over groei en werkgelegenheid is die verder te verdiepen.

Wat de Europese Centrale bank betreft is prijsstabiliteit als hoofddoelstelling in het verdrag vastgelegd. Onder exceptionele omstandigheden kunnen ministers van Financiën een globale oriëntatie voor het wisselkoersbeleid aan de bank meegeven. Theoretisch bestaat de mogelijkheid dat de ministers van Financiën aan de centrale bank – die operationeel is – vragen om een appreciatie van de euro.

Hij had er geen behoefte aan in te gaan op allerlei percentages, afwijkend van het percentage van 3, vastgelegd in het Verdrag van Maastricht. Derhalve ging hij ook niet in op de opmerkingen van de heer Duisenberg. De Nederlandse regering zal zich sterk maken voor een strikte toepassing van de criteria. Naar aanleiding van een interruptie merkte hij op dat de tekst van het Verdrag van Maastricht een zekere beoordelingsruimte geeft die door de Nederlandse regering strikt wordt uitgelegd.

De minister verduidelijkte dat de resolutie niet het stabiliteitspact is. Dat bestaat uit twee verordeningen plus een resolutie. Die drie samen vormen de vertaling van de tekst van Dublin. De resolutie is een politieke intentieverklaring hoe met de twee verordeningen die de echte juridische basisvormen wordt omgegaan.

De resolutie inzake de werkgelegenheid is geen revolutie, maar legt de continuïteit van het beleid vast. De primaire verantwoordelijkheid voor de werkgelegenheid is aan de afzonderlijke landen. Met het maken van afspraken daarover kan het geheel beter worden. Hij toonde zich verheugd over de afspraak inzake het van elkaar leren van «good practices».

In dit verband ging hij in op de vragen over afspraken over coördinatie van het economisch beleid. Lage lastendruk op arbeid zal via het nationale begrotingsbeleid tot stand moeten worden gebracht. Beleidsconcurrentie moet niet worden uitgesloten. De landen moeten wel oppassen voor een «harmful tax competition», iets wat in de resolutie is opgenomen. In EU-verband gaat het over afspraken over vormen van belastingconcurrentie die schadelijk zijn voor Europa.

Tijdens de Top in Luxemburg zal het potentieel aan werkgelegenheid in het midden- en kleinbedrijf aan de orde worden gesteld. Verder zal de studie naar «good practices» worden bekeken. Voorts zal worden nagegaan hoever de EIB is gevorderd met de initiatieven. Ten slotte komt er op verzoek van Santer een rapport over de concurrentiepositie van Europa, mondiaal beschouwd. Er mag niet worden verwacht dat in Luxemburg het werkgelegenheidsvraagstuk in Europa wordt opgelost.

Wat ERM II betreft is sprake van vrijwilligheid, zij het dat verwacht wordt dat niet aan de EMU deelnemende landen eraan zullen deelnemen.

De minister was het eens met de geschetste grote gevaren die samenhangen met uitstel van de euro. Ook een slechte start van de euro brengt gevaren met zich.

Hij nam aan dat de Franse opstelling ten opzichte van het Stabiliteitspact dezelfde is als die van de andere landen. De resolutie over groei en werkgelegenheid is een aanvulling op het Stabiliteitspact. Voor de beeldvorming kan het zeker geen kwaad. Belangrijk is dat er een zekere consensus is over een aantal grote lijnen van het werkgelegenheidsbeleid, waaronder sociale zekerheid, belastingen en het functioneren van de arbeidsmarkt. Ook bij de globale richtsnoeren zal dieper op de werkgelegenheid worden ingegaan.

De operationele aspecten van ERM II hebben niet te maken met de vaststelling van de waarde van de euro, wel met het sluiten van contracten van de Europese centrale bank met de andere banken over de interventiepolitiek.

Hij was tevreden met de mooie brochure die voorlichting aan de burgers geeft.

Wat de uitspraken van de pensioenfondsen betreft, zette hij uiteen dat een of ander consultancybureau een verhaal over een zwakke euro en de gevolgen hiervan voor de pensioenpremies heeft gehouden. Deskundigen van de pensioenfondsen hebben dat direct weersproken en gecorrigeerd.

EGKS-gelden – maximaal 700 mln. ecu – zullen in 2002 niet meer nodig zijn. De jaarlijkse rente van 40 mln. ecu zal ter beschikking worden gesteld van research en development in de sfeer van kolen en staal en daaraan gelieerde bedrijvigheid. Er is geen extra Europees geld voor de werkgelegenheid uitgetrokken. Het ligt ook niet in het voornemen om de begroting 1998 royaal op te zetten. Wel is er behoefte om binnen de uitgaven van categorie 3 meer accent te leggen op uitgavenprogramma's waarvan het evident is dat zij groei- en werkgelegenheidsbevorderend zijn. In dit verband moet gedacht worden aan de TEN's en R&D-activiteiten. De wens om herschikking van de krappe begroting is er wel.

Over de coördinatie van de economische politiek in de derde fase zei de minister, dat de Ecofin hiernaar een studie zal verrichten. Daarbij komt onder meer de vraag aan de orde of er al dan niet een bijzondere extra coördinatie moet zijn van de eurolanden.

Wat de fraudebestrijding betreft, is de Commissie van mening dat er een juridische basis is voor het toepassen van financiële correcties. Als in het verleden bij structuurfondsen een project werd ontdekt dat niet aan de voorwaarden voldeed, dan werd dat project niet meer gefinancierd en mocht de lidstaat het geld ergens anders voor gebruiken. Dat is nu afgeschaft. Als er iets mis is, worden daaruit conclusies getrokken voor het totaal van de uitgaven uit de structuurfondsen voor dat land en wordt het geld teruggevorderd. Sommige landen – Nederland niet – menen, dat de Commissie hiervoor geen juridische basis heeft.

In antwoord op opmerkingen over de buitensporigtekortprocedure betoogde de bewindsman dat het een rare situatie is als een land dat net tot de EMU is toegelaten direct met die procedure te maken krijgt. Theoretisch is het evenwel niet uit te sluiten.

De juridische afdwingbaarheid van de werkgelegenheidsresolutie is niet sterk.

De juridische basis voor sancties jegens lidstaten ligt in het Verdrag van Maastricht, waarmee het Nederlandse parlement heeft ingestemd. Hij wilde niet ingaan op de staatsrechtelijke kant, omdat hij zich dan op glad ijs begeeft. Zijn indruk was dat op meerdere terreinen – in het bijzonder de fraudebestrijding – via secundaire wetgeving financiële sancties worden opgelegd. Via de samenwerkingsprocedure is het Europees parlement wel betrokken bij de totstandkoming van de verordeningen.

De minister beantwoordde de vraag of een grondslag is gelegd voor een economische regering met de enge Franse uitdrukking (waaraan geen gevolg zal worden gegeven): gouvernement economique (geen onafhankelijke centrale bank). De resolutie respecteert het subsidiariteitsbeginsel, maar toch wordt getracht een gezamenlijke koers uit te zetten. Het zijn niet veel terreinen waarvan de bevoegdheden in Brussel liggen. Meer dan in het verleden is er de wil om het beleid van de afzonderlijke lidstaten op elkaar af te stemmen.

De Europese Raad kan geen instructies geven aan de Europese investeringsbank, wel verzoeken indienen. De gouverneurs van die bank – veelal de ministers van Financiën – hebben het uiteindelijk voor het zeggen.

Er staat niets op papier over de benoeming van Duisenberg tot president van de ECB. Dat kan ook niet, want ook in Dublin was nog onduidelijk wie bevoegd was om te benoemen. De lidstaten die deelnemen aan de euro benoemen de president.

De bestemming van de boete is goed geregeld. Het loopt wel via de Europese begroting, maar maakt geen onderdeel uit van de eigen middelen. Het zijn zogenaamde «overige inkomsten». Het Europese budgettaire proces wordt in generlei opzicht afhankelijk van het al dan niet binnenkomen van boetes, noch wordt er een Europees programma gestart als er boeteopbrengsten zijn. Het zijn overige middelen die teruggaan naar de deelnemers aan de euro zonder excessief tekort. De minister hoopte dat het Europees parlement hiermee zal instemmen.

Gevraagde reactie inzake wetsvoorstel 25 349 (wijziging van de Wet op de accijns)

Vragen en opmerkingen vanuit de commissies

De heer Van der Ploeg (PvdA) wilde graag weten hoe de steun van 100 000 ecu in een periode van drie jaar verloopt. Is het 100 000 ecu per jaar of per drie jaar? De steun wordt per onderneming uitgekeerd. Sommige hebben meerdere pompstationnetjes. Is het niet verstandiger die steun per verkooppunt uit te keren in plaats van per onderneming?

In het algemeen kreeg de heer Van der Ploeg steeds meer het gevoel, dat de compensatieregeling met betrekking tot de grensstrook – de vervoersbedrijven – een administratief monster wordt, gekunsteld en fraudegevoelig. Hij pleitte voor een eenvoudiger compensatiesysteem.

Hij vroeg de aandacht voor het feit, dat dieselgebruik voor de volksgezondheid schadelijker is dan benzinegebruik. Hiermee is niet gezegd, dat niet gecompenseerd moet worden. Tegen de verhoging van de accijns op diesel had hij geen bezwaar. Wellicht kan de paarse diesel een tijdelijke maatregel zijn. Hij uitte ten slotte twijfels over de ingeslagen weg, waarop later wellicht teruggekomen moet worden.

De heer Terpstra (CDA) had begrepen dat de paarse diesel losgekoppeld wordt van de Zalmstrook. Hoe staat het met de compensatie die met de sector is afgesproken? Kan die worden beëindigd als de accijns op benzine in Duitsland wordt verhoogd? Aangezien de regering de nadelen van een maatregel compenseert, moet het niet worden uitgesloten dat een advocaat een tabakshandelaar adviseert te gaan procederen. Hij kwam tot de slotsom dat het veel beter is de accijnzen per 1 juli a.s. niet te verhogen.

De heer Van Rey (VVD) toonde zich niet enthousiast over de maatregelen. Uit de brief van de BOVAG blijkt dat het licht op groen is gezet voor de paarse diesel. Geldt deze maatregel met terugwerkende kracht tot 1 juli, ongeacht de datum van publicatie in het Staatsblad? Op welke manier kunnen de ondernemers kennis nemen van de inhoud van de teruggaafregeling? Het wetsvoorstel wordt niet meer voor het zomerreces behandeld. Hij was het eens met de heer Van der Ploeg, dat sprake is van een administratieve rompslomp.

De heer Van Rey vroeg helderheid over de zinsnede op pagina 7 van de nota naar aanleiding van het verslag: «Indien geen politieke overeenstemming kan worden bereikt, zal het gehele pakket geen doorgang vinden».

Hij herinnerde eraan dat indertijd een voorstel van de VVD om de pomphouders in de grenszone te compenseren in de vorm van het later betalen van de accijns door de landsadvocaat in het kader van de gelijke behandeling de grond is ingeboord. Hij pleitte voor een structurele compensatie, tenzij het verschil met Duitsland aanmerkelijk minder wordt. Berekening van de compensatie leek hem nog een probleem te gaan worden.

Kritiek uitte hij op het feit, dat geen overleg is gevoerd met de Belangenvereniging tankstations (BETA) over de verhoging van de dieselaccijns. De maatregelen kunnen alleen maar van de grond komen als ze breed worden gedragen.

Mevrouw Giskes (D66) merkte op dat D66 van meet af aan voorstander is geweest van de accijnsverhoging vanwege de variabilisatie.

Wat de compensatie aan de vrachtvervoerders betreft herinnerde zij eraan, als eerste over paarse diesel te hebben gesproken bij de behandeling van het belastingplan 1997. Er zal nog een aparte discussie worden gewijd aan de invoering.

Zij hechtte eraan, dat een oplossing wordt gezocht voor de pomphouders in de grensstreek (de Reystrook).

Ten slotte sloot zij zich aan bij de eerder gestelde vragen, in het bijzonder de vraag hoe de compensatie wordt beëindigd, als de accijns in Duitsland wordt verhoogd.

Antwoord van de regering

De minister van Financiën toonde zich teleurgesteld over het vastlopen van de onderhandelingen over de Zalmstrook vanwege het verzet van België dat vreesde door het Belgische parlement verplicht te worden tot invoering van vergelijkbare stroken bij Luxemburg, Duitsland en Frankrijk. Luxemburg, de volgende voorzitter van de EU, sloot zich aan bij België. Blokkering van alle derogaties zou betekenen dat de paarse diesel van de baan is. Het voorstel inzake differentiatie van accijns langs de grens is ingetrokken, omdat op die manier de paarse diesel binnengehaald kon worden en omdat was gebleken dat Brussel Nederland een zekere ruimte zou geven langs andere weg de pomphouders in de grensgebieden te ondersteunen. Hij gaf toe dat de oplossing iets minder fraai is dan de accijnsdifferentiatie omdat sprake is van een maximering per onderneming.

Druk op België heeft niet geholpen. Dat land was alleen gevoelig voor een derogatieverzoek ten aanzien van de stookolie in de Ardennen. De andere landen hadden geen problemen met het derogatiepakket.

De staatssecretaris van Financiën betoogde dat voor het invoeren van paarse diesel infrastructuur nodig is. Vooruitlopend daarop is ter voorkoming van fraude en rompslomp voor een tijdelijke regeling gekozen, die in goed overleg met het bedrijfsleven tot stand is gekomen. Tot op heden is de samenwerking met het bedrijfsleven zeer goed geweest. Het probleem is dat het parlement nog zijn goedkeuring aan de regeling moet hechten. Als het groene licht voor de paarse diesel wordt gegeven, zal vooruitlopend op de parlementaire behandeling aan de ondernemers kenbaar moeten worden gemaakt op welke wijze de administratie moet worden ingericht. De staatssecretaris zou het buitengewoon op prijs stellen indien het wetsvoorstel snel door de Kamer zou worden behandeld, zulks in het belang van de rechtszekerheid en van de compensatieregeling.

Hij verduidelijkte, dat de regering is gebonden aan de steunregeling en dat die 100 000 ecu in drie jaar, gekoppeld aan de ondernemingen vaststaat.

Hij bestreed de stelling dat geen overleg is gevoerd. Voortdurend is met het georganiseerde bedrijfsleven overleg gevoerd over de Zalmstrook en de paarse diesel. Als er een omissie is terzake van overleg met de BETA, moet dat worden hersteld.

De staatssecretaris was het niet eens met de vergelijking met de tabaksaccijns.

Nadere gedachtewisseling

De heer Van Rey (VVD) verwees nogmaals naar het gestelde in de nota naar aanleiding van het verslag waarin staat dat indien geen politieke overeenstemming wordt bereikt, het gehele pakket niet doorgaat.

Verder vroeg hij de uitdrukkelijke toezegging dat de compensatie er komt.

De heer Reitsma (CDA) achtte de vraag cruciaal op welk moment de regering het parlement zekerheid kan geven dat de paarse diesel en de tijdelijke regeling er komen. Op die manier ontstaat ook ruimte voor behandeling van het wetsvoorstel door het parlement.

De minister antwoordde, dat maandag a.s. kan worden aangeven of het derogatieverzoek voor de paarse diesel zal worden gehonoreerd. In de Ecofin-raad ging het niet over de paarse diesel, maar vooral over de Zalmstrook.

Hij erkende dat als geen politieke overeenstemming wordt bereikt, het gehele derogatiepakket vervalt. De Nederlandse belangen zijn groter dan de Belgische, hetgeen het wat lastig maakt de rit tot het einde toe te volbrengen. Zijn indruk was dat als de accijnsdifferentiatie in de grensstrook eruit gehaald wordt, het derogatiepakket zal worden aanvaard, inclusief de paarse diesel.

De voorzitter van de algemene commissie voor Europese Zaken,

Ter Veer

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

Ybema

De griffier van de vaste commissie voor Financiën,

Janssen


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Van der Linden (CDA), Blauw (VVD), Van Nieuwenhoven (PvdA), Weisglas (VVD), Terpstra (CDA), Verspaget (PvdA), Ter Veer (D66), voorzitter, Ybema (D66), Van Middelkoop (GPV), Leers (CDA), Sipkes (GroenLinks), Woltjer (PvdA), ondervoorzitter, Hendriks, Gabor (CDA), Voûte-Droste (VVD), Schuurman (CD), Hessing (VVD), Van den Bos (D66), Van Oven (PvdA), Hoogervorst (VVD), Rouvoet (RPF), Van Waning (D66), Houda (PvdA) en Rehwinkel (PvdA).

Plv. leden: Bukman (CDA), Te Veldhuis (VVD), Van Traa (PvdA), Blaauw (VVD), Verhagen (CDA), Van der Ploeg (PvdA), Koekkoek (CDA), De Graaf (D66), Van den Berg (SGP), Van der Hoeven (CDA), M.B. Vos (GroenLinks), Witteveen-Hevinga (PvdA), R.A. Meijer (groep-Nijpels), De Jong (CDA), O.P.G. Vos (VVD), Poppe (SP), Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD), Roethof (D66), Crone (PvdA), Verbugt (VVD), Leerkes (Unie 55+), Hoekema (D66), Adelmund (PvdA), Lilipaly (PvdA) en Hillen (CDA).

XNoot
2

Samenstelling: Leden: Schutte (GPV), Van Rey (VVD), Terpstra (CDA), Smits (CDA), Reitsma (CDA), Vliegenthart (PvdA), Ybema (D66), voorzitter, Schimmel (D66), Van Gijzel (PvdA), Witteveen-Hevinga (PvdA), Hillen (CDA), Hoogervorst (VVD), ondervoorzitter, Van Wingerden (AOV), Rabbae (GroenLinks), Voûte-Droste (VVD), Adelmund (PvdA), Giskes (D66), H.G.J. Kamp (VVD), Zonneveld (CD), Van Dijke (RPF), Van der Ploeg (PvdA), B.M. de Vries (VVD), Van Zuijlen (PvdA), Van Walsem (D66) en Ten Hoopen (CDA).

Plv. leden: Van der Vlies (SGP), Van Hoof (VVD), Visser-van Doorn (CDA), Van der Linden (CDA), Wolters (CDA), Noorman-den Uyl (PvdA), Bakker (D66), Jeekel (D66), Van Zijl (PvdA), Feenstra (PvdA), De Jong (CDA), Rijpstra (VVD), Verkerk (AOV), Rosenmöller (GroenLinks), Hofstra (VVD), Crone (PvdA), Assen (CDA), M.M.H. Kamp (VVD), Marijnissen (SP), Leerkes (Unie 55+), Verspaget (PvdA), Hessing (VVD), Van Nieuwenhoven (PvdA), Van Boxtel (D66) en De Haan (CDA).

Naar boven