21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1915 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 december 2022

Op 31 januari jl. ontving uw Kamer het eerste kwartaaloverzicht van de definitieve beoordeling van ingediende betaalverzoeken in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht (Recovery and Resilience Facility, RRF).1 Uw Kamer heeft hierop verzocht om voorafgaand aan de bespreking van een beoordeling van een betaalverzoek in het Economisch en Financieel Comité (EFC) op de hoogte te worden gesteld van de datum en de inhoud van die bespreking. Daarop heb ik toegezegd om de voorlopige beoordeling van betaalverzoeken die de Commissie publiceert ter bespreking in het EFC vanaf nu steeds direct aan uw Kamer te verzenden.2

Bijgaand ontvangt u de voorlopige beoordeling van een betaalverzoek van Portugal, die op 16 december jl. door de Europese Commissie is gepubliceerd. De datum voor bespreking in het EFC is nog niet bekend. In de interne werkafspraken van het EFC is besloten om te streven naar het vaststellen van het advies aan de Commissie 14 tot 16 werkdagen na publicatie van de voorlopige positieve beoordeling van een betaalverzoek. Gezien het aanstaande kerstreces is de verwachting dat er meer tijd nodig zal zijn voor het vaststellen van de opinie over het Portugese betaalverzoek en dat de bespreking in het EFC halverwege januari 2023 zal plaatsvinden. Indien Nederland of een andere lidstaat noodzaak ziet tot het starten van de zogenoemde noodremprocedure van de RRF naar aanleiding van het nu voorliggende betaalverzoek, zal ik uw Kamer hierover onverwijld informeren.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1781.

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1811.

Naar boven