21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1854 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 mei 2022

Uw Kamer heeft verzocht om voorafgaand aan de bespreking in het Economisch en Financieel Comité (EFC) van een beoordeling van een betaalverzoek in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht (Recovery and Resilience Facility, RRF) op de hoogte te worden gesteld van de datum en de inhoud van die bespreking. Daarop heb ik toegezegd om de voorlopige beoordeling van betaalverzoeken die de Commissie publiceert ter bespreking in het EFC steeds aan uw Kamer te verzenden.

Bijgaand ontvangt u de voorlopige beoordeling van een betaalverzoek van Kroatië, dat op 10 mei door de Europese Commissie is gepubliceerd. In de interne werkafspraken van het EFC is besloten om te streven naar het vaststellen van het advies aan de Commissie 14 tot 16 werkdagen na publicatie van de voorlopige positieve beoordeling van een betaalverzoek. De bespreking in het EFC zal naar verwachting op 31 mei plaatsvinden.

Indien Nederland of een andere lidstaat noodzaak ziet tot het starten van de zogenoemde noodremprocedure van de RRF naar aanleiding van het nu voorliggende betaalverzoek, zal ik uw Kamer hierover onverwijld informeren.

Tijdens het debat over het Nederlandse herstel en veerkrachtplan van 10 mei jl. (Handelingen II 2021/22, nr. 77, debat over het Nederlandse conceptplan voor het coronaherstelfonds) heb ik, naar aanleiding van vragen van lid Stoffer (SGP), toegezegd om uw Kamer te informeren over de werking van de noodremprocedure. In eerdere brieven over de RRF is uitgebreid stilgestaan bij de werking van de noodremprocedure. Ik verwijs in dit verband graag naar de brief van 3 mei 2021 over het proces omtrent ingediende herstelplannen1 en naar de brief van 17 september 2021 over de implementatiefase van de RRF.2

De noodremprocedure is ten aanzien van de betaalverzoeken die tot nu toe in het EFC zijn besproken niet gebruikt.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-07 nr. 1753.

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-07 nr. 1781.

Naar boven