Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 21501-07 nr. 1744 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 21501-07 nr. 1744 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 maart 2021
Hierbij zend ik u het verslag van de videoconferenties van de Eurogroep en Ecofinraad van 15 en 16 februari 2021.
Het onderwerp «herziening van de Europese fiscale lijst van niet-coöperatieve jurisdicties» is uiteindelijk van de agenda van de Ecofinraad gehaald. De nieuwe lijst is formeel goedgekeurd tijdens de Raad Buitenlandse Zaken op 22 februari.1
Daarnaast maak ik graag van deze gelegenheid gebruik om u, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, te informeren over de stand van zaken in de onderhandelingen over het InvestEU-programma.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
Eurogroep
Gedachtewisseling over de macro-economische ontwikkelingen en de vooruitzichten
In de Eurogroep is gesproken over de economische situatie naar aanleiding van de publicatie van de winterraming van 11 februari jl.2 Volgens de Europese Commissie zal de economie in de eurozone groeien in 2021 en 2022 (beide 3,8%) na een flinke daling in 2020 (-6,8%). In de Eurogroep is sinds het uitbreken van de COVID-19-crisis meermaals gesproken over de economische gevolgen van de COVID-19-crisis en de impact hiervan op lidstaten. Ook kreeg de Eurogroep een update van de meest recente ontwikkelingen op gezondheidsgebied door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), door Michael Ryan (directeur van het WHO-programma voor noodsituaties in de volksgezondheid) en Bruce Aylward (hoofd van de WHO-China-missie over COVID-19). Er is volgens het WHO nog veel onzeker over hoe de pandemie het komende jaar zal ontwikkelen. Monitoren van de verspreiding, verder onderzoek naar het virus en vaccineren zijn in ieder geval belangrijke ingrediënten om de pandemie zo goed mogelijk in te dammen.
In reactie op de COVID-19-crisis zijn op Europees niveau maatregelen genomen om eraan bij te dragen dat alle lidstaten in staat zijn om hun gezondheidszorg en economie te ondersteunen en om het herstel na de crisis te bespoedigen. Zo is onder andere besloten tot het instellen van het pandemic crisis support van het ESM3, het SURE-instrument van de EU (European instrument for temporary support to mitigate unemployment risks in an emergency)4, een pan-Europees garantiefonds bij de Europese Investeringsbank (EIB)5 en het herstelinstrument NextGenerationEU (NGEU), inclusief de Recovery and Resilience Facility (RRF).6
Verschillende lidstaten onderstreepten het belang dat lidstaten op dit moment hun economieën voldoende ondersteunen om de gevolgen van de crisis te mitigeren en economische groei en werkgelegenheid te bevorderen. Daarbij werd het belang onderstreept van zowel de nationale als de Europese steunmaatregelen, met name het RRF. Daarnaast gaven diverse lidstaten aan dat het belangrijk is dat lidstaten aandacht besteden aan het versterken van hun economie om duurzame economische groei en weerbaarheid te vergroten. Bovenal is het cruciaal dat lidstaten structurele hervormingen implementeren die bijdragen aan economische groei en de veerkracht van de economie. De RRF, die vereist dat lidstaten plannen opstellen voor zowel structurele hervormingen als investeringen, kan hiervoor een stimulans bieden.
Internationale rol van de euro
In de Eurogroep is gesproken over de internationale rol van de euro. In dit kader is recentelijk ook een mededeling gepubliceerd door de Europese Commissie, waar de internationale rol van de euro aan de orde komt.7 De kamer ontvangt een separaat BNC-fiche over deze mededeling.
De Europese Commissie heeft het belang benadrukt van een sterke internationale rol van de euro, vanuit het oogpunt dat dit voordelen oplevert in termen van grotere monetaire autonomie, lagere transactie-, risicomanagement- en financieringskosten en een lagere gevoeligheid voor buitenlandse wisselkoersschokken. Zo heeft de Europese Commissie in december 2018 een mededeling gepubliceerd over de internationale rol van de euro, met daarbij aanbevelingen over de rol van de euro op het gebied van energie.8 Recent heeft de Europese Commissie als onderdeel van de mededeling over het bevorderen van een open, sterk en veerkrachtig Europees economisch en financieel systeem wederom aandacht gegeven aan de internationale rol van de euro.9 De meeste voorgestelde acties in deze mededeling werden al aangekondigd in andere publicaties van de Commissie en moeten nog verder worden uitgewerkt.
Veel lidstaten beaamden het belang van een sterke internationale rol van de euro. Maatregelen die de institutionele fundamenten van de euro versterken en zo de geloofwaardigheid en duurzaamheid van de munt bestendigen kunnen bijdragen aan het vergroten van de internationale rol van de euro. Ook kunnen flankerende maatregelen bijdragen aan het vergroten van de internationale rol van de euro. Daarbij kan gedacht worden aan het bevorderen van het gebruik van de euro in internationale grondstoffenmarkten en financiële markten en het verder versterken van de kapitaalmarktunie en de bankenunie. Meerdere lidstaten gaven aan dat veerkrachtige en sterke Europese economieën uiteindelijk onderliggend zijn aan een sterke euro. Sommige lidstaten noemden nog het potentieel van de uitgifte van groene obligaties om mogelijk het gebruik van de euro te bevorderen. Verschillende lidstaten riepen daarnaast de Europese Commissie op om ook verder te blijven werken aan een digitale euro. De voorzitter van de Eurogroep gaf aan dat de internationale rol van de euro besproken zal worden bij de Eurotop van maart.
Solvabiliteit van het bedrijfsleven – stand van zaken
In de Eurogroep is gesproken over de impact van de COVID-19-crisis en de genomen steunmaatregelen van overheden op de solvabiliteit van het bedrijfsleven. De Europese Commissie heeft op basis van een paper een overzicht geven van de stand van zaken op het gebied van solvabiliteit van (niet-financiële) bedrijven.10 Hieruit blijkt onder meer dat de impact van deze crisis verschilt tussen sectoren en dat bedrijven die financieel kwetsbaar waren voor de start van de crisis grotere kans hebben om in solvabiliteitsproblemen te komen. Vooralsnog heeft de crisis niet geleid tot oplopende faillissementen en een toename van oninbare leningen van banken. Dit komt mede door steunmaatregelen van overheden en als deze steunmaatregelen afgebouwd worden, kan het aantal faillissementen wel gaan stijgen. De Europese Commissie benadrukt in deze context het belang van efficiënte insolventieraamwerken en een gezonde bankensector.
Meerdere lidstaten beaamden het belang van de nationale steunpakketten, het belang van een geleidelijke afbouw en het versterken van insolventieraamwerken. Daarnaast gaven meerdere lidstaten aan dat ook de private sector betrokken moet zijn. De voorzitter gaf aan dat het belangrijk is om de situatie goed te volgen en dat in de Eurogroep van april een thematische discussie zal volgen over insolventieraamwerken.
Diversen – Ontwerpbegroting 2021 van Litouwen en nieuwe ministers van Financiën van Estland en Italië
In de Eurogroep heeft Litouwen een korte toelichting gegeven op de nieuwe ontwerpbegroting voor 2021 en vervolgens heeft de Europese Commissie haar opinie over deze ontwerpbegroting toegelicht.11 De Eurogroep heeft op 30 november jl. gesproken over de ontwerpbegrotingen die de eurolanden medio oktober hebben ingediend bij de Europese Commissie en de opinies van de Europese Commissie over deze ontwerpbegrotingen. Vanwege de verkiezingen op 15 oktober jl. heeft Litouwen op 18 november jl. een beleidsarme ontwerpbegroting ingeleverd bij de Europese Commissie. Op 11 december startte de nieuwe regering en op 21 december is een nieuwe ontwerpbegroting voor 2021 ingediend.
De beoordeling van de ontwerpbegrotingen heeft dit jaar als gevolg van de COVID-19-crisis een ander karakter dan in voorgaande jaren. De beoordeling is gebaseerd op de landspecifieke aanbevelingen t.a.v. het begrotingsbeleid (vastgesteld in juli), die dit jaar alleen kwalitatief van aard waren en geen numerieke doelstellingen bevatten (in lijn met de activatie van de algemene ontsnappingsclausule van het Stabiliteits- en Groeipact). Om deze reden heeft er alleen een kwalitatieve beoordeling van de ontwerpbegroting van Litouwen plaatsgevonden.
De Commissie stelt dat de ontwerpbegroting voldoet aan de landspecifieke aanbevelingen, in de zin dat er begrotingsmaatregelen zijn genomen om de schokken van de crisis op te vangen. De Commissie waarschuwt echter dat sommige stimulerende maatregelen in Litouwen niet tijdelijk zijn of niet structureel worden gedekt door compenserende maatregelen. De Commissie concludeert verder dat gezien de grote onzekerheid veroorzaakt door de crisis en de uitzonderlijke macro-economische en budgettaire impact hiervan, een besluit over het openen van een buitensporigtekortprocedure niet gerechtvaardigd is.
Daarnaast heeft de nieuwe Minister van Financiën van Estland, Keit Pentus-Rosimannus, de beleidsprioriteiten van de nieuwe regering in Estland gepresenteerd. Dit gebeurt standaard in de Eurogroep bij het aantreden van nieuwe regeringen. Ook heeft de nieuwe Minister van Financiën van Italië, Daniele Franco, zichzelf geïntroduceerd.
Ecofinraad
Stand van zaken financiële diensten dossiers
Het voorzitterschap van de Raad heeft de Ecofinraad geïnformeerd over de lopende wetgevingsvoorstellen op het terrein van financiële diensten.12 Dit is een standaard agendapunt op de Ecofinraad.
Economisch herstel in de Europese Unie
In de Ecofinraad is gesproken over de economische situatie in de Europese Unie (EU) als gevolg van de COVID-19-pandemie. De Europese Commissie presenteerde haar winterraming van 11 februari jl.13 Volgens deze raming zal de economie in de EU weer groeien in 2021 en 2022 (met respectievelijk 3,7% en 3,9%), na een sterke daling van 6,3% in 2020. Daarbij geeft de Europese Commissie aan dat er door de COVID-19-pandemie een grote mate van onzekerheid is over hoe de economie zich de komende jaren zal ontwikkelingen. De ECB gaf aan dat de pandemie risico’s creëert voor banken, het bedrijfsleven en lidstaten.
De Europese Commissie gaf ook een stand van zaken met betrekking tot de faciliteit voor veerkracht en herstel (Recovery and Resilience Facility, RRF).14 De meeste lidstaten zijn momenteel in gesprek met de Europese Commissie over de inhoud van hun herstelplannen. Verschillende lidstaten gaven een korte toelichting over de status van hun herstelplan en een indicatie van de voorgenomen investeringen en hervormingen. Het voorzitterschap gaf aan dat de RRF officieel in werking zal treden op 19 februari 2021 en dat vanaf dan lidstaten hun conceptherstelplan formeel bij de Europese Commissie kunnen indienen.
Daarnaast gaf de Europese Commissie een update over SURE (European instrument for temporary support to mitigate unemployment risks in an emergency).15 Er is momenteel 90,3 miljard euro toegezegd aan leningen voor 18 lidstaten. Hierover is de Tweede Kamer meest recentelijk geïnformeerd op 3 december jl.16 In totaal heeft de Unie tot nu toe 53,5 miljard euro geleend op de kapitaalmarkt, om deze middelen voorts uit te kunnen lenen aan de lidstaten. De rest van de leningen zijn gepland in het eerste halfjaar van dit jaar. Ook is het mogelijk dat lidstaten een aanvullende aanvraag indienen voor de 9,7 miljard euro die nog voor SURE beschikbaar is.
Tot slot heeft de Europese Commissie de Ecofinraad geïnformeerd over de voornemens m.b.t. de financiering van het Europese herstelfonds Next Generation EU (NGEU)17. De Europese Commissie gaf daarbij aan dat het naar verwachting in april een mededeling hierover zal publiceren. Het voorzitterschap en de Europese Commissie hebben daarbij het belang onderstreept van een tijdige ratificatie van het Eigenmiddelenbesluit (EMB), omdat dit een vereiste is om middelen voor NGEU te kunnen mobiliseren.18
Decharge Europese jaarbegroting 2019
De Ecofinraad heeft de Raadsaanbeveling gesteund waarmee de Raad een positief dechargeadvies geeft aan het Europees parlement ten aanzien van de Europese jaarbegroting 2019.19 Deze zijn na de Ecofinraad op 16 februari jl. goedgekeurd middels een schriftelijke procedure.20 De Ecofinraad beslist over het dechargeadvies van de Raad aan het Europees parlement met gekwalificeerde meerderheid. Vervolgens beslist het Europees parlement of zij overgaat tot het verlenen van decharge aan de Europese Commissie.
Een basis voor het dechargeadvies is het jaarverslag van de Europese Rekenkamer (ERK). Op 12 november 2020 heeft de vaste commissie voor Financiën verzocht om een reactie aan de Kamer op het jaarverslag van de ERK21. In de geannoteerde agenda22 van de Eurogroep en de informele Ecofinraad van 30 november en 1 december is invulling gegeven aan dit verzoek.
De ERK geeft over het jaar 2019 een afkeurende verklaring over de uitgaven van de EU-begroting en berekent voor dit jaar een foutenpercentage van 2,7% voor de uitgaven. Dit is een verslechtering ten opzichte van het voorgaande jaar en ligt boven de materialiteitsgrens van 2%. In 2018 bedroeg het foutenpercentage 2,6% waarop de ERK het oordeel «verklaring met beperking» heeft gegeven. Het afkeurende oordeel van de ERK over de uitgaven in 2019 is daarmee een strenger oordeel dan in 2018. Het foutenpercentage van de uitgaven met een hoog risico draagt significant bij aan het algemene foutenpercentage (4,9% bij een materialiteitsgrens van 2%). Het betreft voornamelijk betalingen gebaseerd op vergoedingen voor kosten en projecten die daarvoor niet in aanmerking hadden mogen komen omdat niet is voldaan aan de subsidievoorwaarden («eligibility»). Hiervoor bestaan doorgaans complexe regels. Dit zijn bijvoorbeeld uitgaven binnen het Cohesiebeleid en het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Binnen de categorie uitgaven met een laag risico is volgens het oordeel van de ERK geen sprake van materiële fouten. Naast de afkeurende verklaring op de uitgaven geeft de ERK een goedkeurend oordeel over de inkomsten van de Europese begroting en over de betrouwbaarheid van de rekeningen.
Zoals aangegeven is het foutenpercentage gestegen in 2019 t.o.v. 2018, en de ERK heeft dit jaar een afkeurend advies gegeven over de uitgaven. Bovendien bevindt het algemene foutenpercentage zich nog steeds boven de materialiteitsgrens van 2%. Nederland is daarom geen voorstander van een positief dechargeadvies en heeft tegen de Raadsaanbevelingen gestemd. Samen met Zweden heeft Nederland een gezamenlijke verklaring afgegeven, waarmee het de zorgen over het foutenpercentage ook schriftelijk uitdraagt.23
Begrotingsrichtsnoeren 2022
Voordat wordt gestart met de onderhandelingen over de EU-begroting voor het jaar 2022 worden er door de Raad begrotingsrichtsnoeren opgesteld.24 De Ecofinraad heeft de begrotingsrichtsnoeren gesteund en deze zijn na de Ecofinraad op 16 februari jl. goedgekeurd middels een schriftelijke procedure.25 De Raad geeft de Europese Commissie via deze richtsnoeren sturing bij het opstellen van de (concept) begroting voor 2022. De begrotingsrichtsnoeren zijn niet juridisch bindend. De begroting voor het jaar 2022 is de tweede begroting van het Meerjarig Financieel Kader voor de periode 2021–2027.
In de richtsnoeren wordt allereerst het belang van een prudente begroting benadrukt, waarbij tegelijkertijd wordt aangegeven dat er voldoende middelen beschikbaar dienen te zijn om de prioriteiten in de EU te ondersteunen. Daarnaast benadrukt de Raad in de richtsnoeren, evenals in voorgaande jaren, het belang van budgettaire discipline in de EU: de plafonds binnen het MFK-raamwerk moeten gerespecteerd worden en er dienen voldoende marges onder de plafonds te resteren om te kunnen reageren op onvoorziene omstandigheden. Verder wordt het belang genoemd van betrouwbare en precieze ramingen om de voorspelbaarheid van de afdrachten van lidstaten aan de EU te vergroten. Tevens roept de Raad alle EU-instituties op om de uitgaven aan personeel op een stabiel niveau te houden.
Internationale zaken – EU Global Recovery Initiative
In de Ecofinraad heeft een gedachtewisseling plaatsvinden over hoe het EU Global Recovery Initiative, dat Commissievoorzitter Von der Leyen in mei 2020 aankondigde, verder gestalte kan krijgen in de context van toenemende uitdagingen om het herstel van de COVID-19-crisis te financieren. In het EU Global Recovery Initiative is veel aandacht voor de link tussen de aanpak van schulden, investeringen en de duurzame ontwikkelingsagenda, en de potentiële additionele Europese steun voor de verschillende onderdelen van het initiatief. De discussie bouwde ook voort op de raadsconclusies van november 2020 over internationale schuldherstructurering, met name voor Afrikaanse landen.26
Meerdere lidstaten gaven aan dat het belangrijk is om lage-inkomenslanden te steunen bij het herstel van de COVID-19-crisis. In dat kader was brede steun voor de implementatie van het gezamenlijk raamwerk voor schuldherstructurering van lage inkomenslanden van de G20 en de Club van Parijs (het Common Framework for Debt Treatment Beyond the DSSI). Ook onderstreepten sommige lidstaten het belang van het mobiliseren van privatesectorfinanciering. Meerdere landen, waaronder Nederland, gaven aan dat daarbij een integrale benadering van belang is, waarbij naast schuldhoudbaarheid ook wordt gekeken naar nieuwe financiering, beleidshervormingen en capaciteitsondersteuning voor het behalen van de Sustainable Development Goals (SDG’s) en het Klimaatakkoord van Parijs.
Tegen de achtergrond van onzekerheid over het economisch herstel en divergentie tussen regio’s is door meerdere lidstaten steun uitgesproken voor een nieuwe generieke allocatie van bijzondere trekkingsrechten van het IMF (Special Drawing Rights, SDRs). SDRs versterken de internationale reserveposities van centrale banken en creëren daarmee internationale liquiditeit zonder dat de schuldposities van landen toenemen. Nederland heeft aangegeven open te staan voor een allocatie van SDRs en benieuwd te zijn naar een concreet voorstel van het IMF op dit vlak. Onder andere tijdens de G20-vergadering van ministers van Financiën en gouverneurs van centrale banken eind februari wordt gesproken over versterking van het mondiale financiële vangnet, waaronder mogelijk een SDR-allocatie. Het is uiteindelijk aan het IMF om een eventuele SDR-allocatie voor te stellen en aan de leden van het IMF om daarover te besluiten. Voor de reeds gealloceerde SDRs die DNB op de balans heeft, is een garantie afgegeven door het Ministerie van Financiën. De huidige garantie bedraagt 200% van de gealloceerde SDRs, namelijk EUR 12 mld. Bij een potentiële aanvullende allocatie van SDRs wordt het eventuele effect hiervan op de begroting bezien. De Kamer zal tijdig worden geïnformeerd over het vervolg, inclusief de potentiële budgettaire gevolgen.
Internationale Zaken – Voorbereiding G20-vergadering van Ministers van Financiën en Centrale Bankpresidenten op 26 februari 2021
Op 26 februari vindt de eerste G20-vergadering van Ministers van Financiën en Centrale Bankpresidenten onder het Italiaanse voorzitterschap van de G20 plaats. Tijdens het Italiaanse voorzitterschap zal de crisisrespons en de gezamenlijke uitdaging voor een duurzaam economisch herstel na de COVID-19-crisis centraal staan. Italië geeft dit jaar daarnaast extra aandacht aan de onderwerpen inclusiviteit, duurzaamheid en digitalisering. Nederland is door Italië uitgenodigd om als gast deel te nemen aan de G20. Nederland steunt de prioriteiten van het Italiaanse voorzitterschap.
De EU-inzet voor de G20-vergadering wordt afgestemd door middel van een «EU Terms of Reference» (EU ToR). Het voorzitterschap heeft aangegeven dat deze ToR in aanloop naar de vergadering ambtelijk (via het Economisch en Financieel Commité; EFC) zal worden goedgekeurd.
Any other business – FATCA
Aan het eind van de Ecofinraad heeft Nederland aandacht gevraagd voor de situatie van «toeval-Amerikanen» onder de Amerikaanse FATCA wetgeving (Foreign Account Tax Compliance Act) en voor de beperkte reciprociteit in de informatie-uitwisseling. Dit onderwerp is door Nederland op de agenda gezet. Tijdens het AO FATCA van 10 februari jl. heeft Staatssecretaris Vijlbrief aangegeven de problematiek rondom FATCA aan te kaarten in de Ecofinraad.
Nederland heeft uitgedragen dat het belangrijk is dat er een oplossing komt voor de groep toeval-Amerikanen die nu door FATCA problemen ondervindt met hun bankrekeningen en met hoge kosten worden geconfronteerd wanneer ze afstand willen doen van hun nationaliteit. De Europese Commissie ondersteunde de oproep van Nederland. Het voorzitterschap van de Raad gaat ermee aan de slag en zet in op een spoedig gesprek met de Verenigde Staten.
Overig
Onderhandelingsakkoord InvestEU-programma
Graag maak ik van deze gelegenheid gebruik om u, mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, te informeren over de stand van zaken in de onderhandelingen over het InvestEU-programma.
Naar verwachting wordt in COREPER op 10 maart 2021 de schriftelijke procedure gestart voor stemming over de Verordening van het Europees parlement en de Raad tot vaststelling van het InvestEU-programma. Deze Verordening is onderdeel van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2021–2027. De Kamer heeft van het kabinet eerder de beoordeling van het MFK-akkoord27 en specifiek van deze Verordening28 ontvangen.
Het kabinet steunt de doelstellingen en uitvoering van het InvestEU-programma en verwelkomt het akkoord tussen de Raad en het Europees parlement (EP), dat op 7 december jl. is gesloten en zal dan ook instemmen met de verordening. Bij een tweetal amendementen heeft Nederland een verklaring afgegeven. Dit gaat allereerst om de formulering van gender. In de verklaring betreurt Nederland het dat in de verordening wordt verwezen naar de gelijkheid tussen man en vrouw en niet, zoals overeengekomen terminologie binnen de Unie, naar gendergelijkheid. Deze verklaring is mede ondertekend door Oostenrijk, België, Denemarken, Finland, Frankrijk, Ierland, Spanje, Zweden, Italië, en Luxemburg. Een tweede verklaring, die Nederland gezamenlijk heeft afgegeven met Oostenrijk, Denemarken, Ierland en Zweden, gaat over de mogelijkheid om kapitaalsteun te geven onder het InvestEU-programma. Niet alleen heeft dit implicaties voor de uitvoering omdat kapitaalsteun een groter risico met zich meebrengt, maar ook leidt kortetermijnkapitaalsteun af van de InvestEU-doelen om (op lange termijn) concurrentie en innovatie te bevorderen. Voor kapitaalsteun kunnen bedrijven bijvoorbeeld terecht bij het garantiefonds van de Europese Investeringsbank (EIB). De verklaringen zijn opgenomen in de notulen van de COREPER.
Naar verwachting zal de Verordening in de huidige vorm29 worden aangenomen. De vereiste gekwalificeerde meerderheid om tot vaststelling over te gaan is aanwezig.
https://www.consilium.europa.eu/media/48396/20210402-ewg-commission-note-on-corporate-solvency.pdf
Verordening (EU) 2021/241 van het Europees parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit
Verordening (EU) 2020/672 van de Raad van 19 mei 2020 betreffende de instelling van een Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE) als gevolg van de COVID-19-uitbraak
https://data.consilium.europa.eu/doc/document/CM-1787–2021-INIT/en/pdf. Vanwege het niet kunnen plaatsvinden van fysieke Raden door de beperkende maatregelen ten gevolge van COVID-19, is de schriftelijke procedure momenteel de enige manier om als Raad besluiten te nemen. Er kunnen geen formele besluiten in videoconferenties worden genomen, aangezien zij informeel van aard zijn.
https://data.consilium.europa.eu/doc/document/CM-1787–2021-INIT/en/pdf. Vanwege het niet kunnen plaatsvinden van fysieke Raden door de beperkende maatregelen ten gevolge van COVID-19, is de schriftelijke procedure momenteel de enige manier om als Raad besluiten te nemen. Er kunnen geen formele besluiten in videoconferenties worden genomen, aangezien zij informeel van aard zijn.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-07-1744.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.