Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 januari 2018
Tijdens het AO Ecofin van 18 januari heeft uw Kamer gevraagd wat ik vind van helikoptergeld,
de verdelingseffecten ervan en of dit is toegestaan binnen de Europese verdragen.
Ik heb toen al aangegeven dat het direct opkopen van staatsobligaties door de ECB
in strijd is met het verdrag betreffende de werking van de EU maar tevens toegezegd
uw Kamer nog een toelichting te sturen.
Helikoptergeld is een theoretisch concept dat in veel verschillende, vaak onuitgewerkte,
vormen wordt voorgesteld. Daarom is het lastig uitspraken te doen over de werking
en over de rechtsgeldigheid ervan. Het is waarschijnlijk dat alle verschillende vormen
aanlopen tegen boekhoudkundige, operationele en juridische obstakels.1
De meest genoemde theoretische vormen van helikoptergeld zouden onderverdeeld kunnen
worden in:
-
1. Helikoptergeld via nationale overheden.
-
2. Helikoptergeld dat de centrale bank direct aan burgers geeft, bijvoorbeeld door direct
geld op de rekening van burgers te storten.
Bij helikoptergeld via overheden wordt meestal gedoeld op een variant waarbij de centrale
bank staatsobligaties opkoopt op de primaire markt en deze vervolgens direct afschrijft.
Zo maakt de centrale bank verlies maar stijgt de staatsschuld van een land niet direct.
Het verstrekken van helikoptergeld via nationale overheden stuit echter op het verbod
op monetaire financiering (art. 123 VWEU). Het rechtstreeks kopen van schuldbewijzen
van overheden door de ECB of nationale centrale banken of het verlenen van voorschotten
in rekening-courant of andere kredietfaciliteiten bij de ECB of nationale centrale
banken is binnen het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) namelijk
niet toegestaan.
Helikoptergeld waarbij de centrale bank direct geld geeft aan burgers is in Europese
verdragen niet expliciet verboden dan wel toegestaan. Wel stuit dit mogelijk ook op
het verbod op monetaire financiering als de centrale bank hiermee een taak van de
centrale overheid financiert.
Ik wil benadrukken dat het toepassen van enige vorm van helikoptergeld in de eurozone
nooit aan de orde is geweest. ECB-president Draghi heeft aangegeven dat het concept
nooit besproken is binnen de bestuursraad van de ECB.2In algemene zin acht het kabinet beleid gericht op verdelingseffecten en het zo nodig
verstrekken van middelen aan burgers een primaire taak van de overheid en niet van
de centrale bank.
Een essentieel verschil tussen helikoptergeld en kwantitatieve verruiming is dat het
eurosysteem bij kwantitatieve verruiming geen geld schenkt, maar financiële activa
aankoopt en daarvoor tijdelijk geld in de economie injecteert (de balans van de centrale
bank wordt tijdelijk verlengd). Die activa kunnen later weer verkocht worden of ze
worden aan het einde van de looptijd automatisch afgelost, waarbij de centrale bank
eventueel de opbrengst tijdelijk kan herinvesteren om de balans nog enige tijd langer
te verlengen. In het geval van helikoptergeld wordt er letterlijk geld geschonken,
wat zodoende leidt tot verliezen voor het eurosysteem (de balans van de centrale bank
wordt niet verlengd en het gaat direct ten laste van het vermogen van de centrale
bank). Verliezen voor de centrale bank hebben via de winstafdracht van de centrale
bank aan de nationale overheid, of eventueel zelfs via een vereiste kapitaalbijstorting
door de nationale overheid, een effect op de begroting van nationale overheden. Helikoptergeld
is dus geenszins gratis.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra