21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1407 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 december 2016

Met deze brief reageer ik, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, op het verzoek van het lid Merkies (SP), zoals dat is gedaan in het ordedebat van 13 december jl. (Handelingen II 2016/17, nr. 34, Regeling van werkzaamheden), en op het verzoek van de leden van de vaste Commissie van Financiën, zoals dat is gedaan tijdens de procedurevergadering van 7 december jl., om een toelichting op de inzet van Nederland tijdens de Ecofinraad van 6 december jl. met betrekking tot het richtlijnvoorstel over hybride mismatches met derde landen («ATAD2») in relatie tot de aangenomen motie-Merkies c.s.1

De Ecofinraad heeft op 6 december jl. gesproken over wat nodig is om een politiek akkoord te bereiken over het richtlijnvoorstel over hybride mismatches.2 Ik heb namens de Nederlandse regering in de Ecofinraad aangegeven dat ik bereid was om tijdens de vergadering overeenstemming te bereiken. Daarnaast heb ik met betrekking tot de implementatiedatum gevraagd om een latere implementatiedatum dan nu in het voorstel staat gezien de impact van de voorstellen voor Nederland. Hierbij zouden volgens Nederland lidstaten de optie moeten hebben om de richtlijn eerder te implementeren. Overeenkomstig de motie-Merkies c.s. is door mij in de Ecofinraad niet gepleit voor langdurig uitstel van de implementatiedatum tot 1 januari 2024. De implementatiedatum is tijdens de Ecofinvergadering niet verder besproken noch heeft het voorzitterschap met betrekking tot de implementatiedatum nieuwe voorstellen gedaan.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

Kamerstuk 34 604, nr. 9.

X Noot
2

Uw Kamer zal zoals gebruikelijk spoedig een verslag ontvangen van de Ecofinraad, waarin ook wordt ingegaan op de openstaande punten met betrekking tot dit richtlijnvoorstel.

Naar boven