Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2001-2002 | 21501-05 nr. 59 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
|---|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2001-2002 | 21501-05 nr. 59 |
Vastgesteld 13 november 2001
De algemene commissie voor Europese Zaken1 en de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen2 hebben op 1 november 2001 overleg gevoerd met staatssecretaris Van der Ploeg van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over:
– verslag Cultuurraad van 21 juni 2001 (EU-01–215);
– agenda Cultuurraad van maandag 5 november 2001.
Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissies
Mevrouw Visser-van Doorn (CDA) sluit zich aan bij de opvatting van de staatssecretaris dat er niet direct extra regelgeving nodig is om cinematografische en andere audiovisuele werken te ondersteunen. Zij is verheugd over de resolutie over de ontwikkeling van de audiovisuele sector, waarin het belang van de publieke omroep wordt onderstreept. Zij vraagt of het document over overheidssteun voor de publieke omroep inmiddels is verschenen. De Europese Unie was jarenlang uitsluitend gericht op de economie, maar nu is er meer aandacht voor de culturele samenhang, zoals blijkt uit de resolutie die is genoemd in punt 4. Er is in de zomer een overleg geweest over de uitvoer van cultuurgoederen. Sluiten de bij 6 genoemde punten aan op de voorstellen daarvan? De CDA-fractie was vooral bezorgd over de rechtszekerheid van de kunstbezitter. Komt deze aan de orde bij de voorstellen van de raad? Als er steden worden aangewezen als Europese culturele hoofdstad, zoals bij punt 8 is vermeld, zou er achteraf een evaluatie moeten plaatsvinden.
Mevrouw Belinfante (PvdA) gaat akkoord met de afhandeling van de lopende zaken, zoals weergegeven in de geannoteerde agenda voor 5 november. Op de algemene vergadering van UNESCO is een declaration on cultural diversity aangenomen. De ministers van cultuur hebben hierover in een voorbereidend stadium gesproken. Deze verklaring zou moeten worden ingepast in de resolutie over de plaats van cultuur in het Europese bestel en over cultuur en kennismaatschappij. Na 11 september is het nog meer van belang dat ook de buiten-Europese culturen die zich hier hebben gevestigd, op de een of andere manier door onderling contact worden opgenomen in het geheel. Kan de staatssecretaris dit punt aan de orde stellen en kan de Europese Unie hiervoor extra fondsen ter beschikking stellen? Verder vraagt mevrouw Belinfante of met de voorgestelde initiatieven een adequate aanpak is gegarandeerd bij de teruggave van uitgevoerde cultuurgoederen, punt 6. Zij sluit zich aan bij de vraag naar een evaluatie van de Europese culturele hoofdstad.
Antwoord van de staatssecretaris
De staatssecretaris constateert dat de lijn van Nederland bij de lopende zaken bekend is en wordt ondersteund. Hij zegt toe zeer vasthoudend te zijn bij het tegengaan van meer regelgeving bij cinematografische en andere audiovisuele werken. Hij onderstreept het belang van de publieke omroep, ook al zijn er economen die de gemengde financiering hiervan ter discussie willen stellen. Uit de mededeling van de Europese Commissie blijkt dat zij streeft naar een toets van de taakomschrijving en de financiering van de publieke omroep, waarbij wordt beoordeeld of de maatregelen voor de publieke omroep proportioneel zijn en niet leiden tot concurrentievervalsing. In de pers wordt wel eens gesuggereerd dat de publieke omroep de commerciële omroep het leven onmogelijk maakt. De toename van de reclame in Nederland biedt echter voldoende ruimte voor de commerciële omroepen. In de Concessiewet zijn de randvoorwaarden voor de differentiatie tussen de publieke en de commerciële omroep vastgelegd, wat betreft informatie, educatieve taken, kunst en cultuur. Het maximum voor het aantal reclameminuten bij de publieke omroep is veel lager dan bij de commerciële omroepen.
Het standpunt van de Nederlandse regering is dat zij alleen akkoord kan gaan met het verrichten van een proportionaliteitstoets, als deze marginaal is, omdat anders de nationale bevoegdheid wordt beperkt om maatregelen te nemen op het gebied van de taken en de financiering van de publieke omroep. De reclametarieven van de STER zijn zelfs iets hoger dan die van de commerciële omroepen, zodat de publieke omroepen wat dit betreft niet concurrentievervalsend zijn. De staatssecretaris is van mening dat de publieke omroep en de wijze waarop deze wordt gefinancierd, moeten worden gehandhaafd. Hij zegt toe dat de mededeling wordt toegezonden.
Cultuur is een belangrijk element bij de eenwording en uitbreiding van Europa, omdat het niet alleen gaat om een munt en een markt, zoals de bankiers misschien denken. De staatssecretaris juicht het toe dat het Belgische voorzitterschap hierover een debat begint, maar acht het niet opportuun om onaangekondigd de Europese gemeenschappelijke geschiedenis aan de orde te stellen. In zijn brief over het museumbeleid heeft hij aangekondigd dat hij meer ruimte wil geven voor netwerken Europese geschiedenis, maar hij zal dit pas op de volgende Raad aan de orde stellen.
In Europa wordt bewaakt dat er verschillende culturen blijven bestaan, zoals in de verklaring van UNESCO wordt gevraagd. Sommige lidstaten beogen hierbij om Amerikaanse ontwikkelingen te blokkeren, maar dat staat haaks op de Nederlandse traditie om een vrijstaat te zijn op het gebied van cultuur, waarbij veel uitwisseling plaatsvindt met buitenlandse kunst. Binnen UNESCO wordt dezelfde discussie gevoerd, over hoe de culturele verscheidenheid in WTO-verband moet worden verdedigd. Zowel Canada als Frankrijk heeft een protectionistische benadering van het cultuurbeleid, maar de staatssecretaris is van mening dat er beter kan worden geïnvesteerd in de kwaliteit van cultuur.
Met de richtlijn van maart 1993 over de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze, bijvoorbeeld door smokkel, buiten het gebied van de lidstaten zijn gebracht, wordt het cultureel erfgoed binnen de EU beschermd dat op basis van nationale wetgeving niet zonder meer het grensgebied van een lidstaat mag verlaten. In de verordening over de teruggave van onrechtmatig uitgevoerde cultuurgoederen wordt een regime opgezet voor uitvoervergunningen voor bepaalde cultuurgoederen naar bestemmingen buiten de Europese Unie. Het beleid van de EU en de Nederlandse Wet op het cultuurbezit sluiten goed op elkaar aan.
De evaluatie van Europese culturele hoofdsteden is vooral een nationale kwestie. Volgens artikel 6 van het besluit uit 1999 zal de Commissie vanaf 2005 elk jaar een rapport produceren om de resultaten te evalueren van het voorgaande jaar, met een analyse van de organisatoren van de evenementen. Dat rapport wordt gepresenteerd aan het Europees Parlement, de Raad van ministers en het comité van de regio's. Het is de Commissie toegestaan om voorstellen te doen die noodzakelijk zijn voor het functioneren van de culturele hoofdsteden. Dit heeft te maken met de uitbreiding van de Europese Unie. De staatssecretaris zegt toe om met Rotterdam te bespreken of vooruitlopend hierop bij wijze van goed voorbeeld een evaluatie van Rotterdam als culturele hoofdstad kan plaatsvinden. Er is vrij veel geld van Europa en van Nederland beschikbaar gesteld voor deze activiteiten, zodat het aanbeveling verdient om na te gaan of zij publiek hebben getrokken en waardering hebben geoogst.
Samenstelling: Leden: Te Veldhuis (VVD), voorzitter, Weisglas (VVD), Scheltema-de Nie (D66), Van Middelkoop (ChristenUnie), Van Oven (PvdA), ondervoorzitter, Voûte-Droste (VVD), Hessing (VVD), Hoekema (D66), Marijnissen (SP), Verhagen (CDA), Rouvoet (ChristenUnie), De Haan (CDA), Koenders (PvdA), Van den Akker (CDA), Ross-van Dorp (CDA), Karimi (GroenLinks), Bussemaker (PvdA), Timmermans (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Weekers (VVD), Albayrak (PvdA), Eurlings (CDA), Van Baalen (VVD) en Molenaar (PvdA).
Plv. leden: Verbugt (VVD), Blaauw (VVD), Dittrich (D66), Van den Berg (SGP), Valk (PvdA), Wilders (VVD), Remak (VVD), Ter Veer (D66), Van Bommel (SP), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), De Graaf (D66), Van der Hoeven (CDA), Waalkens (PvdA), Balkenende (CDA), Cörüz (CDA), M.B. Vos (GroenLinks), Feenstra (PvdA), Zijlstra (PvdA), Harrewijn (GroenLinks), Geluk (VVD), Visser-van Doorn (CDA), Örgü (VVD), Gortzak (PvdA) en Crone (PvdA).
Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Van der Hoeven (CDA), voorzitter, Rabbae (GroenLinks), Lambrechts (D66), Dittrich (D66), Cornielje (VVD), De Vries (VVD), Dijksma (PvdA), Cherribi (VVD), Rehwinkel (PvdA), ondervoorzitter, Visser-van Doorn (CDA), Wagenaar (PvdA), Belinfante (PvdA), Kortram (PvdA), Ross-van Dorp (CDA), Hamer (PvdA), Nicolaï (VVD), Van Bommel (SP), Barth (PvdA), Halsema (GroenLinks), Örgü (VVD), Eurlings (CDA), Slob (ChristenUnie) en Van Splunter (VVD).
Plv. leden: Schimmel (D66), Mosterd (CDA), Atsma (CDA), Harrewijn (GroenLinks), Bakker (D66), Ravestein (D66), E. Meijer (VVD), Van Baalen (VVD), Valk (PvdA), Udo (VVD), Van der Hoek (PvdA), De Pater-van der Meer (CDA), De Cloe (PvdA), Gortzak (PvdA), Molenaar (PvdA), Cörüz (CDA), Spoelman (PvdA), Passtoors (VVD), Poppe (SP), Arib (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Rijpstra (VVD), Wijn (CDA), Stellingwerf (ChristenUnie) en Blok (VVD).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-05-59.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.